Kanker is stom
2 reactiesIedereen heeft wel één schrijnend verhaal over kanker in voorraad. Een jonge moeder die plotseling ziek blijkt, of iemand net met pensioen na een leven keihard werken. Maar ik niet. Hoewel één op de drie mensen kanker krijgt, lijkt mijn hele familie te bestaan uit die andere twee. Tot voor kort bestond de enige kanker die ik had meegemaakt uit twee kleine, schilferige plekjes op het achterhoofd van mijn moeder. De huisarts lepelde de rondjes er in een minuut uit en kanker behoorde weer tot het verleden.
En nu loop ik twee weken coschappen op de afdeling Oncologie. Vrij van nare persoonlijke herinneringen vind ik oncologie vooral erg fascinerend. Geen ziekte is zo berucht en op weinig gebieden is meer terrein te winnen dan bij de oncologie. Het staat dan ook hoog op mijn specialisme-keuzelijst.
Op de afdeling is de sfeer verrassend normaal. Er wordt niet overduidelijk clichématig ‘gevochten’ tegen kanker. Iedereen ligt braaf en geduldig af te wachten terwijl de chemo hun aderen instroomt. Tot mijn stiekeme verbazing zijn de patiënten bij oncologie even vrolijk, even chagrijnig en even gewoon als op alle andere afdelingen. Al snel is kanker niet meer iets bijzonders, en niet per definitie erger dan hersenbloedingen en MS. Is oncologie niet ontzettend heftig? vraagt iedereen. Ja, natuurlijk, antwoord ik. Maar dat komt meer door specifieke gevallen dan door de gemene deler.
Opvallend is het verschil tussen patiënt en familie. Een 17-jarig meisje laat gelaten het slechtnieuwsgesprek over zich heen komen, terwijl haar ouders haar huilend en wanhopig omhelzen. Niet zelden steunt de patiënt zijn dierbaren. Het is hartverscheurend om te zien hoe een stervend kind haar ouders troost, maar het is ook mooi en misschien wel logisch. De familie leeft tenslotte voorgoed met het verlies, de patiënt maakt zijn begrafenis tenminste niet meer mee.
En dan opeens krijgen twee mensen die ik ken tegelijk longkanker. De oude buurman van mijn ouders, een 80-jarige levensgenieter met een indrukwekkend aantal packyears op zijn naam, en de beste vriendin van mijn zus, een pas afgestudeerde 25-jarige, nooit van haar leven een sigaret aangeraakt.
Beiden worden behandeld in het ziekenhuis waar ik dit coschap loop. ‘Jeetje, dat die oude baas nog leeft’, zegt de radioloog verbaasd als een CT-thorax langskomt. Ik schrik. Moet ik zeggen dat ik deze ‘oude baas’ al 25 jaar ken voordat er meer gênants gezegd wordt? Gelukkig verschijnt alweer een plaatje van een ander onfortuinlijk mens op het scherm.
Soms ga ik even langs bij de vriendin van mijn zus. Gelukkig ligt ze niet op mijn afdeling, ben ik niet haar coassistent. Het is niet meer voor te stellen dat ik jaren geleden samen met mijn zus en dit zieke vogeltje in een discotheek stond te dansen tot in de ochtend. Zienderogen verandert ze van kerngezonde jonge vrouw in het prototype kale, uitgemergelde kankerpatiënt. En ook zij troost haar familie en vrienden. Alleen op haar begrafenis moesten we het zelf doen.
Ik vind kanker niet meer fascinerend. Ik vind kanker stom. Ik heb heel veel ontzag voor mensen die ook mét nare herinneringen oncoloog worden. Maar ik schrap het van mijn lijstje. Ik wil er voor-lopig niets meer mee te maken hebben.
Julia Franken is student geneeskunde
Aios Longziekten
, UTRECHT
kanker is een gemeen stom ziekte. op de longafdeling kom je het veelvuldig tegen. inmiddels ga ik anders om. als er eenmaal geen genezing meer mogelijk is leg ik de nadruk op de kwaliteit van leven. in de terminale fase, probeer ik zoveel mogelijk en... zo goed mogelijk te pallieren. helaas weet ik uit eigen ervaring hoe hulpeloos en machteloos je aan de zijlijn staat als je dierbare lijd. ben ik door deze ervaring een betere arts geworden? iig een beter mens.
Aios Longziekten
, UTRECHT
kanker is een gemeen stom ziekte. op de longafdeling kom je het veelvuldig tegen. inmiddels ga ik anders om. als er eenmaal geen genezing meer mogelijk is leg ik de nadruk op de kwaliteit van leven. in de terminale fase, probeer ik zoveel mogelijk en... zo goed mogelijk te pallieren. helaas weet ik uit eigen ervaring hoe hulpeloos en machteloos je aan de zijlijn staat als je dierbare lijd.