Laatste nieuws
enquête tuchtrecht

‘Ik ben niet meer de spontane arts die ik vroeger was’

26 reacties
Adobe Stock/Jozef Micic
Adobe Stock/Jozef Micic

Het tuchtrecht roept bij veel artsen gevoelens van frustratie en angst op. Dat blijkt uit een enquête – met 6827 respondenten –van Medisch Contact over het tuchtrecht. Door alleen al het idéé dat zij tijdens hun loopbaan te maken kunnen krijgen met een tuchtklacht overweegt maar liefst een tiende van de respondenten het vak te verlaten.

‘De klachten die ik tot nu toe heb gehad, waren altijd irreëel. Het is eenrichtingsverkeer, waarbij de patiënt gal mag spuwen richting de arts en de arts vooral moet “ontvangen”, zijn “fout” moet toegeven en de gevoelens van de patiënt moet erkennen om verdere escalatie te voorkomen. Dat dit enorm veel energie zuigt bij de arts, en ook daar veel boosheid en onzekerheid bij komt kijken, mag niet verteld worden.’ (SEH-arts)

Tijdens de opleiding heb ik een zitting van het tuchtcollege bijgewoond. De terechtstaande arts werd zo hard aangepakt, en in mijn ogen vernederd, dat ik nog steeds angst en weerstand voel.’ (huisarts)

‘Dat de commissie niet in staat en niet bij machte is geweest om een dergelijke onterechte klacht bij voorbaat uit te filteren, vervulde mij met een gevoel van angst, machteloosheid en eenzaamheid. Door deze klacht voel ik mij nog altijd een schietschijf, een vrij doelwit, voor iedereen die mentaal doorslaat of een conflict met een ander over mijn rug wil uitvechten.’ (bedrijfsarts)

Bij twee derde van de 6827 respondenten die in december de Medisch Contact-enquête over het tuchtrecht invulden, roept de gedachte aan het tuchtrecht alleen al een gevoel van frustratie op. Bij ruim de helft roept het gevoelens van angst op. Opvallend is dat deze gevoelens van angst groter zijn bij respondenten die nooit een tuchtklacht kregen dan bij respondenten die ooit wél een (of meer) tuchtklacht(en) kregen (zie figuur 1).

Figuur 1
Figuur 1

In de open antwoorden komt vaak naar voren dat artsen zich ‘een schietschijf’ voelen, of ‘aangeschoten wild’ of ‘vogelvrij’ en het gevoel hebben dat zij als arts te weinig beschermd worden.

Slechts een kleine minderheid van de respondenten ervaart geen enkele angst, frustratie of boosheid als zij denken aan het tuchtrecht. Zoals deze huisarts: ‘Ik ben altijd verbaasd geweest over de alom aanwezige angst voor een klacht. Ik voel die angst niet, maar heb misschien makkelijk praten na 33 jaar werken zonder ernstige klachten. Bij een serieuze fout, zal ik deze erkennen en vind ik het terecht dat ik word “verhoord”. Ik denk niet dat ik wakker zal liggen van het verschijnen voor het tuchtcollege, wel van de schade die ik iemand mogelijk heb berokkend.’



Verantwoording enquête

In december 2024 zette Medisch Contact een enquête over het tuchtrecht uit onder 38.316 artsen. Geneeskundestudenten kregen de enquête niet, omdat zij nog geen tuchtklacht kunnen krijgen. 7347 artsen reageerden op de enquête en ruim 92 procent van hen – 6827 personen – vulde de enquête volledig in. Dat is zo’n 18 procent van het totaalaantal benaderde personen. Alle respondenten kregen algemene vragen over wat zij vinden en voelen over het tuchtrecht. Ruim de helft van alle respondenten (51%) is medisch specialist; 27 procent is huisarts. Onder medisch specialisten zijn de grootste groepen: psychiaters (7%), internisten (5%) en anesthesiologen (4%). Uit de jaarverslagen van de tuchtcolleges blijkt dat na huisartsen, psychiaters de meeste tuchtklachten krijgen.

Slechts 4 procent van de respondenten is aios en 2 procent anios/basisarts. 15 procent gaf zichzelf het stempel ‘anders’, onder wie veel gepensioneerde artsen en profielartsen.

Iets meer dan de helft van de respondenten (54%) identificeert zich als vrouw, en zo’n 45 procent als man. Een heel klein deel identificeert zich als non-binair of wil het liever niet zeggen. Driekwart van de respondenten is tussen de 36 en 65 jaar. Iets minder dan een tiende is tussen de 26 en 35 jaar oud.

Tuchtklacht gehad

De respondenten die zelf een tuchtzaak of rechtszaak hadden meegemaakt, kregen hierover aanvullende vragen. 30 procent van de respondenten, in totaal 2029, kreeg zelf een tuchtklacht. Ruim driekwart (77%) had hier één keer mee te maken gehad, zo’n 16 procent twee keer. De meeste tuchtklachten gingen over de behandeling, gevolgd door de diagnose en de communicatie, of een combinatie van die drie. 36 respondenten gaven aan dat de tuchtklacht over grensoverschrijdend gedrag ging.

‘Het is eenrichtings­verkeer, waarbij de patiënt gal mag spuwen en de arts vooral zijn ”fout” moet toegeven’

Stress

Een tuchtzaak is verschrikkelijk, want het geeft enorm veel stress. En dat langdurig, omdat het lang duurt voordat de zaak afgehandeld is. Ik ben dan ook niet in beroep gegaan tegen de uitspraak, omdat dit weer meerdere maanden stress zou geven. Ik heb heel lang slapeloze nachten gehad.’ (cardioloog)

De stress die een tuchtzaak met zich meebrengt is, althans bij mij, (zeer) levensveranderend geweest. In negatieve zin. De onmacht, de onzeker­heid, het verlies van controle. Dit leidt tot mentale problematiek. Hierdoor ben ik door perioden met suïcidale gedachten gegaan. Dit heeft voor mij nu geleid tot een latente doodswens.’ (anesthesioloog)

Zo’n klacht ligt uit het niets op je deurmat en ontregelt je. Het kost enorm veel tijd zowel praktisch als emotioneel. Het lost niets op en is heel beschadigend, ook al word je vrijgesproken. Mijn tuchtzittingen waren bijzonder intimiderend en kil.’ (gepensioneerd huisarts)

Ruim twee vijfde van de respondenten (42%) ervaart in het dagelijks werk spanning of stress door de gedachte aan het tuchtrecht. Dat is opvallend genoeg ongeveer gelijk bij degenen die eerder een tuchtklacht kregen als bij degenen die dat niet kregen.

Kans op tuchtklacht

Ik houd er rekening mee dat ik ooit in mijn carrière een tuchtklacht krijg, alle oudere collega’s die ik ken hebben dit ook meegemaakt. Ik denk dat het goed is dat het tuchtrecht bestaat, fouten maken is menselijk.’ (huisarts)

Mijn vroegere opleider heeft mij geadviseerd om rekening te houden met één tuchtzaak per jaar. Dan slaap je lekker.’ (huisarts)

Bijna driekwart van de artsen houdt er in het dagelijks werk rekening mee dat er een tuchtklacht kan worden ingediend (zie figuur 2). Toch gaat de meerderheid van de respondenten er niet met 100 procent zekerheid van uit ooit een tuchtklacht te krijgen: een tiende van de respondenten denkt sowieso een keer een tuchtklacht in zijn carrière te krijgen. Respondenten die eerder een tuchtklacht hebben gehad, denken vaker (nog) een keer een tuchtklacht te krijgen dan degenen die niet eerder een tuchtklacht hebben gehad (zie figuur 3).

Figuren 2 en 3
Figuren 2 en 3

Eens met maatregel?

De waarschuwing betrof het feit dat ik bij patiënte niet conform de toenmalige richtlijn had gehandeld. Mierenneukerij vond ik het. En tuchtrechters die geen idee leken te hebben van het werk van de huisarts waar je soms met beperkte informatie beslissingen moet nemen. Mijns inziens had ik juist extra mijn best gedaan voor deze patiënte.’ (huisarts)

Na vijftien jaar als huisarts kon ik prima leven met een waarschuwing, je maakt fouten genoeg. Ik vond de zaak zelf een aanfluiting en de uitspraak was gebaseerd op niet eens kloppende feiten.’

Ik kreeg een berisping en ik vind dat ik kritischer ben beoordeeld vergeleken met witte collega’s.’ (psychiater)

Jammer dat de klacht toch in behandeling moet worden genomen, terwijl op voorhand vaak al duidelijk is dat deze ongegrond is.’ (huisarts)

Bij driekwart van de 2029 respondenten die een tuchtklacht kregen, volgde er geen maatregel. Meestal omdat de klacht ongegrond werd verklaard. Ruim een tiende van de respondenten met een tuchtklacht kreeg een waarschuwing opgelegd en 3 procent een berisping (zie kader Verantwoording voor verdere kenmerken van deze respondenten).

42 procent van de respondenten ervaart in het dagelijks werk spanning of stress door de gedachte aan het tuchtrecht

Een grote meerderheid van de respondenten die een maatregel opgelegd kregen, was het niet met deze maatregel eens. Naarmate de maat­regel zwaarder was, gaven meer artsen aan het hier níét mee eens te zijn. Zo is 73 procent het niet eens met de waarschuwing en 87 procent is het niet eens met de berisping die werd opgelegd. Wanneer er géén maatregel werd opgelegd, waren de meeste artsen het daar (natuurlijk) meestal wél mee eens (zie figuur 4).

Toch denkt slechts 36 procent van alle respondenten dat de maatregelen van het tuchtcollege in het algemeen meestal te zwaar zijn. De helft van de respondenten heeft daar eigenlijk niet zo’n uitgesproken mening over.

Figuur 4
Figuur 4

Defensief handelen

Ik doe mijn best voor mijn patiënten maar de dreiging dat elk moment een ontevreden patiënt je een klacht kan aansmeren, maakt het vak extra zwaar en maakt mij defensief in mijn beleid.’ (huisarts)

Ik heb twee tuchtzaken gehad die beide ongegrond verklaard werden, maar mij beide een jaar van mijn leven gekost hebben. Het kostte veel geld en tijd die ik ook aan patiëntencontact had kunnen besteden. Nu werk ik steeds defensiever, uit angst voor weer een klacht, en ben ik niet meer de spontane arts die ik vroeger was.’ (bedrijfsarts)

De zorgkosten rijzen de pan uit, mede doordat we allerlei diagnostiek inzetten die soms niet nodig is, vanwege angst voor een (tucht)klacht. Ik zie het bijna dagelijks op de werkvloer, zeker nadat iemand ooit een klacht heeft gehad. “Doe toch nog maar even een scan, want als het straks toch iets is, sta je voor het bankje.”’ (anios SEH)

Ik heb soms het idee dat de angst regeert bij collega’s en dat zonder tuchtrecht veel onnodige diagnostiek niet gedaan zou zijn.’ (huisarts)

Bijna de helft van de respondenten (3313 van de 6827) gaf aan op een bepaalde manier defensiever te handelen als gevolg van het tuchtrecht, door sneller diagnostiek/behandeling in te zetten, patiënten eerder tegemoet te komen dan wel sneller door te verwijzen (of een combinatie daarvan) (zie figuur 5).

‘Ik werk steeds defensiever, uit angst voor weer een klacht’

Zo zet een derde sneller diagnostiek of behandeling in om een mogelijke tuchtklacht te voor­komen. Respondenten die géén tuchtklacht hebben meegemaakt, geven vaker aan dat ze dit doen dan respondenten die wél een tuchtzaak hebben meegemaakt. Daarnaast blijkt dat ruim 30 procent van de respondenten patiënten eerder in hun wensen tegemoetkomt om een tuchtzaak te vermijden. Dit komt ongeveer net zo veel voor onder respondenten die eerder een tuchtklacht hebben gehad als onder degenen die geen tuchtklacht hebben gehad. En bijna een derde van de respondenten geeft aan dat zij patiënten sneller doorverwijzen, met het tuchtrecht in het achterhoofd, waarbij dit ongeveer gelijk is tussen artsen met eerder een tuchtklacht en geen tuchtklacht.

Figuur 5
Figuur 5

Meer noteren in dossier

Ik leg veel vast in het dossier, wat me onnodig veel administratietijd kost.’ (internist)

Ruim twee vijfde van de respondenten vulde in dat zij door het tuchtrecht extra goed communiceren met de patiënten – dit geldt zowel voor artsen die een tuchtklacht kregen als voor artsen die geen tuchtklacht kregen. In de open antwoorden benoemen veel artsen dat ze (extra) nauwkeurig of uitgebreider letten op wat ze in het medisch dossier noteren. Sommige doen dat altijd, andere benoemen dat ze dit doen als ze problemen verwachten, bij ontevreden patiënten of wanneer er een conflict.



Rechtszaken

189 respondenten van de enquête hebben ooit als arts een rechtszaak gehad, waarvan 166 een civiele zaak en 23 een strafzaak. Bijna de helft van deze groep respondenten kreeg zowel te maken met een rechtszaak als met een tuchtzaak. Het oordeel van de rechter was bij bijna de helft (46 procent) van deze groep respondenten ‘vrijspraak’. Bij 9 procent volgde er een geldboete. En 45 procent van de respondenten gaf aan dat er een ander oordeel volgde, bijvoorbeeld dat de zaak werd geseponeerd of dat er een schikking werd getroffen nog voordat het tot een zitting kwam. Bijna 70 procent van de respondenten zegt het zelf eens te zijn met het oordeel van de rechter. Dit geldt bijvoorbeeld voor 116 van de 119 personen die vrijspraak kregen.

De patiënt beschuldigde mij van het vervalsen van zijn handtekening onder een verklaring en eiste een schadevergoeding van 2,5 miljoen euro. De patiënt was psychiatrisch belast en had op zijn hoogtepunt elf juridische zaken lopen tegen zorgverleners.’ (medisch directeur)

Eerst was de zaak naar de geschillencommissie, die de zaak afwees. Daarna naar de rechter, waarbij deze de vraag stelde of ouders dus de geschillencommissie in twijfel trokken. Het antwoord was nee, en de ouders hebben de klacht ingetrokken, maar er is door de rechter wel uitgesproken dat de zaak nooit meer mocht dienen.’ (kinderarts)

De patiënt had zijn gram niet gehaald bij het tuchtrecht, dus werd er een civiele zaak aangespannen. Ook hier werd ik terecht vrijgesproken, maar het doet iets met je als mens, als hulpverlener, als specialist. Kras op mijn ziel.’ (orthopeed)

Stoppen of switchen

De ervaring met het tuchtcollege heeft mij veel stress gegeven. Ik heb serieus overwogen met mijn vak te stoppen. Ik heb een aantal maanden sabbatical genomen en het heeft jaren geduurd totdat ik mijn werk weer ontspannen en met plezier deed. Het heeft mij geen goede dokter gemaakt.’ (psychiater)

Onder meer als gevolg van een tuchtklacht die is behandeld door het regionaal tucht­college en de dreiging van nóg een tuchtklacht, ben ik gestopt met mijn opleiding tot arts verstandelijk gehandicapten. Nog steeds geeft het me verminderd werkplezier. Ik ben nooit in een duur huis gaan wonen, zodat ik te allen tijde kan stoppen met mijn werk als arts. Ik heb het als zeer traumatisch ervaren.’ (specialist ouderengeneeskunde)

De impact op de zorgverlener is zó groot dat men hier zeer voorzichtig mee om zou moeten gaan. Het heeft er in mijn geval toe bijgedragen dat ik burn-out ben geraakt en mijn geliefde werk voortijdig heb moeten stoppen. Dat zou toch niet het effect moeten zijn van het tuchtrecht.’ (internist)

De spanning van toch nog eens tegen het tuchtrecht aan te kunnen lopen, met alle vreselijke stress die dat teweegbrengt, heeft er mede aan bijgedragen dat ik grotendeels ben gestopt met onze mooie praktijk met tien medewerkers, op mijn 64ste. Ik werk slechts nog als solist met laagcomplexe patiënten, zodat ik minder risico loop.’ (psychiater)

10 procent van alle respondenten overweegt als gevolg van het tuchtrecht te stoppen met het werk als arts. Dit geldt iets sterker voor de respondenten die ooit een tuchtklacht kregen dan voor respondenten die nooit een tuchtklacht kregen. Daarnaast overweegt zo’n 7 procent van de respondenten weleens een ander specialisme vanwege het kunnen krijgen van een tuchtklacht. Dit is onder degenen die nog niet eerder een tuchtklacht hebben gehad iets hoger dan onder degenen die die ervaring wel hebben. Het zijn vooral huisartsen, gevolgd door psychiaters, internisten, specialisten oudergeneeskunde en bedrijfsartsen, die weleens een ander specialisme overwegen. 41 respondenten zijn daad­werkelijk een ander specialisme gaan doen. En 37 zijn mede vanwege het tuchtrecht gestopt met werken als arts – het lijkt erop dat ook het naderen van de pensioenleeftijd heeft meegespeeld in de overweging te stoppen met het vak. Van de respondenten die zijn gestopt, hebben 27 personen zelf een tuchtklacht meegemaakt. (Zie figuur 6)

Figuur 6
Figuur 6
‘De arts die een klacht krijgt leert hier niet van, maar wordt alleen zwaar gestraft’

Straffen of leren?

Ik lees wekelijks in Medisch Contact gepubliceerde zaken en ik besef dat ik dat doe om een zaak te voorkomen en niet omdat ik er iets van leer voor patiëntenzorg.’ (neuroloog)

De enorme impact die een klacht op een arts heeft, wordt vanuit het tuchtrecht niet betrokken in het geheel. De arts die een klacht krijgt leert hier niet van, maar wordt alleen zwaar gestraft. Een arts kan zich ook moeilijk verweren, heeft nauwelijks bescherming en wordt wel publiekelijk te schande gezet.’ (huisarts)

Enerzijds zie ik dat artsen voor kleine fouten gigantisch worden gestraft, terwijl disfunctionerende collega’s jarenlang malpraktijken kunnen voeren zonder dat hun BIG-registratie wordt doorgehaald. Naar mijn mening wordt er te makkelijk snel gestraft en te moeilijk echt maatregelen genomen.’ (huisarts)

Het tuchtrecht is een soort extern geweten. Zonder tuchtrecht zouden we regelmatig iets minder zorgvuldig handelen.’ (psychiater)

Er ging voor mij geen enkel medisch leereffect vanuit. Wel dat je jezelf psychologisch moet leren wapenen tegen dit soort zaken. Het kan leiden tot eenzaamheid, angst en basaal gevoel van onveiligheid in je functioneren terwijl je steeds naar eer en geweten handelt.’ (neuroloog)

Bijna driekwart van de respondenten vindt dat de nadruk van het tuchtrecht te veel op straffen ligt in plaats van op leren. Hierin is nauwelijks verschil tussen artsen die niet eerder een tuchtklacht hebben meegemaakt, en die dat wel hebben (zie figuur 7).

In de open antwoorden komt naar voren dat de tuchtklacht zelf – los van of deze leidt tot een maatregel – al als een straf wordt ervaren. En verschillende respondenten stellen dat het tuchtrecht het doel – ervan te leren en daarmee het verhogen van de kwaliteit van zorg – voorbij lijkt te schieten. Als argument geven ze onder meer dat klachten jaren na dato nog kunnen worden ingediend, waardoor het leereffect afneemt. En ook dat de setting, in een rechtbank, intimiderend werkt en daarmee het leren belet, en eerder onzekerheid bij de arts opwekt. Daarnaast wijzen sommigen er op dat het merendeel van de klachten uiteindelijk ongegrond verklaard wordt, waardoor van die zaken weinig te leren valt.

Figuur 7
Figuur 7

Veranderingen in het tuchtrecht

Als belangrijkste probleem heb ik de lange doorlooptijd van de procedure ervaren. Van eerste ontvangst van bericht van tuchtcollege tot uitspraak heeft een jaar geduurd, dit is zeer beschadigend geweest.’ (mdl-arts)

Het tuchtrecht moet op de schop. Er wordt te vaak gekeken naar richtlijnen en deze worden behandeld alsof het protocollen zijn die in beton zijn gegoten. Er is weinig binding met de werkvloer. Fouten maken is wetenschappelijk de beste manier om te leren, tenzij je arts bent. Dan verwacht men dat je een robot bent die 100 procent foutloos werkt.’ (huisarts)

Ik vind dat tuchtrecht vooral ingezet moet worden als er een grote fout is gemaakt, bij overduidelijke nalatigheid, grove opzet, en dergelijke. Bijvoorbeeld als de arts drugs heeft gebruikt onder werktijd, als er sprake is van seksuele intimidatie etc. Dingen waarvan je denkt: dit kan echt niet door de beugel. En ja, dat hangt samen met dat ik het tuchtrecht meer een straffend karakter vind hebben. Als het echt gaat om lering, wat nu vaak gesuggereerd wordt, dan is een straf/maatregel niet passend.’ (huisarts)

De zorg is niet altijd op één persoon terug te voeren, waardoor een team of netwerk ook ter verantwoording geroepen kan worden. Doel is dan echt het lerend maken van een casus. Een patiënt kan niet altijd overzien of het een klacht of een tuchtrechtzaak is. Dus vind ik dat hier géén drempel ingebouwd moet worden.’ (arts maatschappij + gezondheid)

Verkort de tijd voor het indienen van een tuchtklacht van tien naar bijvoorbeeld vijf jaar. Enige vorm van bescherming voor hulpverleners zou op zijn plaats zijn. Af en toe heerst het gevoel dat je vogelvrij bent.’ (gynae­coloog)

Veel respondenten vinden dat het tuchtrecht verbeterd moet worden. In de open antwoorden wordt vaak genoemd dat het langdurige proces van klacht tot eindoordeel – vaak een à twee jaar – erg belastend is. Ook noemen de respondenten dat ze het lastig vinden dat het vaak toeval is welke arts een klacht krijgt, en welke niet. Een arts kan net een patiënt treffen die ontevreden is. En ook vinden veel artsen het onvoorspelbaar wat voor uitkomst de tuchtrechtprocedure heeft; zo noemt een aantal dat het tuchtcollege subjectief lijkt te oordelen, of te veel met kennis van achteraf oordeelt. Veel respondenten vinden dat er te weinig bescherming is voor de arts, terwijl er voor de patiënt juist wél veel bescherming is. Zij vinden bijvoorbeeld dat artsen meer beschermd zouden moeten worden tegen in hun ogen onterechte klachten en tegen patiënten die het tuchtrecht als pressie­middel inzetten. Ook geeft een aantal respondenten aan dat zij vinden dat er voor patiënten heel veel mogelijkheden zijn om te klagen over artsen, maar dat er voor artsen weinig mogelijkheden zijn om hun beklag te doen over patiënten die over de schreef gaan.

Een grote meerderheid van de respondenten vindt dat een klacht van een patiënt altijd eerst via een klachtencommissie zou moeten gaan, voordat deze ingediend kan worden bij het tuchtcollege. Ook vindt het merendeel dat het tuchtrecht ook een zorgteam of -netwerk ter verantwoording moeten kunnen roepen, en niet alleen een individuele arts (zie figuur 8). 

Figuur 8
Figuur 8

Volgende week in Medisch Contact de reflectie op de enquête van onder meer het tuchtcollege, een advocaat gezondheidsrecht en artsenfederatie KNMG.

We spraken ook met een aantal respondenten* over hun ervaringen. Lees hier deze persoonlijke verhalen.

In Medisch Contact de podcast wordt uitgebreid aandacht besteed aan deze enquête.

Lees ook

recht Tuchtrecht veiligheid enquête
  • Sophie Niemansburg

    Sophie Niemansburg werkt sinds 2022 als journalist bij Medisch Contact Ze schrijft onder meer voor de rubrieken tucht en wetenschap. Ook bespreekt ze regelmatig een tuchtzaak in de wekelijkse podcast van Medisch Contact.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • H.J.M. van Omme-Spruit

    Administratief medewerker, Moerkapelle

    Zojuist heb ik het griffierecht betaald voor een tuchtzaak die ik nooit had willen voeren. Maar ik kreeg van de artsen niet de door mij gevraagde informatie over de second opinion die zij mij gaven. Omdat ik verwachtte die wel via het RTG te krijgen ...diende ik een tuchtklacht in. Helaas kreeg ik ook geen uitleg via die tuchtzaak, en in beroep ga ik het waarschijnlijk ook niet krijgen. Maar wellicht zal ik wél een gegrondverklaring krijgen van mijn klacht (het was onverantwoord dat u mij terugstuurde naar de amateurs die deze tumor volgens u ‘prima konden vervolgen’). Misschien konden zij dat, maar ze deden het niet. En ze hoefden dat ook niet te doen volgens de uitspraak in C2023/1813. De toelichting hierbij door het CTG voldoet op geen enkele wijze aan de doelstelling van het tuchtrecht om elkaar scherp te houden. En hij levert een nieuwe tuchtklacht op: het CTG omschrijft een deel van mijn klacht als ‘nieuw’, en daarom oordeelt ze daar niet over. De radioloog die dacht na tweeënhalf jaar klaar te zijn zal ik dus nogmaals moeten aanklagen. Ik zal het doen, hoewel mijn conclusie na mijn ervaring met het medisch tuchtrecht is: een verspilling van ons belastinggeld. De kwaliteit van de gezondheidszorg wordt hier echt niet beter van.

    • Uroloog, Velsen

      De radioloog die dacht na tweeënhalf jaar klaar te zijn ? Ik heb nog nooit een radioloog meegemaakt die zoiets dacht. De taak van een radioloog is om de aangevraagde onderzoeken te maken en te verslaan. De oncologische follow up wordt geregeld door ...uw hoofdbehandelaar en dus niet door uw radioloog. Mogelijk bedoelt u hier de radiotherapeut ?

      • H.J.M. van Omme-Spruit

        Administratief medewerker, Moerkapelle

        Ik ga er vanuit dat de radioloog blij was dat de tuchtzaak voorbij was. Alleen is die niet voorbij omdat het CTG zo laf was mijn vraag over ingebrachte stukken als ‘nieuwe klacht’ te bestempelen. Zo konden ze mooi hun verantwoording ontlopen. Ik moet... dus een nieuwe tuchtklacht indienen, ook na tweeënhalf jaar zijn we nog niet ‘klaar’. Als de radioloog zijn taak inderdaad had uitgevoerd zoals u aangeeft en zoals de hoofdbehandelaar hem had gevraagd zou er in het geheel geen tuchtzaak zijn geweest.

  • J.M. j.m. Bouta

    ex-huisarts, ex-bedrijfsarts, Zwolle

    Wat mij opvalt, en enigszins bevreemdt, is dat bij de respondenten bedrijfsartsen niet vertegenwoordigd zijn! En dat terwijl deze bij tuchtrechtprocedures ook aardig hoog "scoren". Of zijn bedrijfsartsen bij de enquête overgeslagen? Als dat zo is zou... ik dat nog vreemder vinden.

  • M. Ouwens

    Verzekeringsarts, bedrijfsarts

    Zoveelste hoofdstuk in het Tuchtboek waarin nog vele hoofdstukken zullen volgen en niets zal veranderen. Waarom ik daar zo zeker van ben? In 2019 heb ik met enkele collega's onze beroepsorganisatie benaderd gezien schrijnende ervaringen met het Tucht...college. ( https://www.medischcontact.nl/actueel/laatste-nieuws/nieuwsartikel/terughoudendheid-tuchtrechter-bij-arbeidsconflict )
    Welnu, het bestuur heeft ons het nog één keer uitgelegd. Dat voelde niet bepaald als steun. Maar vooral de extra ledenvergadering zal ik nooit vergeten. Volgens diverse collegae aldaar was een streng, mogelijk zelfs nog strenger Tuchtrecht bittere noodzaak. Omdat er altijd "rotte appels" zijn, omdat bedrijfsartsen anders zo maar "mensen kunnen mishandelen" en omdat "de gelegenheid de dief maakt" (NB: citaten van deze collegae, niet mijn woorden)
    Ook hier lees ik weer een fijne reactie van een collega die zijn collega's nog even uitlegt dat zij gewoon aan hun attitude moeten werken, dan komt het vast goed.

    • L.H. Vogelpoel-Sie

      Medisch Specialist

      Eens en herkenbaar. Als zorgverleners en vooral ook hun beroepsverenigingen al niet op(durven te)komen voor zorgverleners en of het perspectief vanuit hun kant belichten, wie dan wel?

  • L.H. Vogelpoel-Sie

    Medisch Specialist

    De groei van defensieve geneeskunde was voorspelbaar en werd ook al voorspeld. Ik leef mee met iedereen die hiermee te maken heeft. Het is echter een logisch gevolg van het eerdere beleid, dat ontstaan is door het gebrek aan kritiek vanuit de zorg. H...et tegengeluid, dat iets oplevert voor zorgverleners, komt maar niet van de grond. Dit zal ook niet gebeuren zolang we de zorgverleners die nog durven en willen benoemen waar de schoen echt wringt, negeren of afvallen. De situatie is daarmee volledig de schuld van ons zorgverleners zelf...
    https://www.artsenauto.nl/tegengeluid/

  • L.P.J. Cobben

    Interventieradioloog

    Deze enquête is interessant en heeft veel publiciteit gegenereerd. Zonder de resultaten te willen bagatelliseren, is het niet verantwoord om ze te extrapoleren naar de hele beroepsgroep. Het lage responspercentage (19,2%) suggereert een risico op non...-responsbias: als vooral artsen met ervaring met tuchtzaken hebben gereageerd, kan het beeld negatiever uitvallen dan in werkelijkheid het geval is. Daarnaast speelt zelfselectiebias een rol: vooral artsen die dit onderwerp belangrijk vinden, zullen hebben deelgenomen, waardoor onverschillige of tevreden artsen ondervertegenwoordigd kunnen zijn. Ook recall bias kan de resultaten beïnvloeden, omdat artsen met een tuchtrechtelijke ervaring die beter herinneren en daardoor mogelijk anders antwoorden. Daarom is voorzichtigheid geboden bij de interpretatie van de uitkomsten.

  • J.B.E. Hulshof

    GGZ-arts, Wolfheze

    De manier waarop tuchtrechtspraak nu wordt uitgevoerd rammelt van alle kanten.

    Om te beginnen zouden rechters, advocaten en getuigen-deskundigen moeten worden aangesteld door een commissie waarin de KNMG zitting moet hebben waarin en de KNMG een v...etorecht krijgt als het gaat om de vraag of de betreffende kandidaat een actieve rol mag krijgen in de tuchtrechtspraak. Ook zouden al diegenen die (nu al) een vaste functie hebben in een tuchtcollege jaarlijks opnieuw moeten worden beoordeeld door de genoemde commissie, waarbij met name moet worden gekeken naar 's mans of der vrouw rol in het tot stand komen van uitspraken waarover in het veld veel scepsis of afkeuring bestaat.

    Hulpverleners moeten bij de commissie een klacht wegens onheuse bejegening kunnen indienen tegen een of meer leden van een tuchtcollege in verband met irrelevante uitspraken of onheuse bejegening.

    Het "griffierecht" van 50 euro dat een klagende patiënt nu moet betalen is veel te laag, zou omhoog moeten naar b.v. 300 euro. Dit om oneigenlijk ingediende klachten verder te beperken. Verder moet een hulpverlener tegen een patiënt een klacht moeten kunnen indienen wegens onheuse bejegening, voorafgaand of tijdens een zitting van een tuchtcollege, en van de patiënt een schadevergoeding moeten kunnen vragen wegens zo'n bejegening.

    Alleen op deze manier wordt het een vorm van rechtspraak die meer symmetrisch is en waar partijen meer op gelijke voet met elkaar in een tuchtzaak kunnen acteren.

    Zou met dit alles de tuchtrechtspraak onuitvoerbaar of onbetaalbaar worden? Mogelijk. Wellicht kunnen we het, net als in Frankrijk, beter stellen zonder tuchtrechtspraak. (Dank voor uw commentaar, Amsterdamse huisarts; z.b.)

    Van de tuchtrechtspraak zou een leereffect moeten uitgaan. Maar gebeurt dat wel? Ik heb nooit ergens een artikel in een vakblad kunnen vinden waarin de efficiëntie van de tuchtrechtspraak in dit opzicht wordt aangetoond, dus wellicht gooien we al tientallen jaren heel veel geld en tijd in een bodemloze put. Terwijl alles wat we als artsen volgens procedures en standaarden doen wél is gestaafd door wetenschappelijk onderzoek.

    Conclusie: we proberen nu met zijn allen een kind met een waterhoofd in leven te houden dat eigenlijk ten dode is opgeschreven.

  • J. Wind

    huisarts, Wijk en Aalburg

    Veel in de gezondheidszorg is 'markt' geworden. Het tuchtrecht dus mogelijk ook: mensen die daarbij betrokken zijn, willen ook de schoorsteen laten roken...

  • Huisarts, Amsterdam

    Zou Medisch Contact niet eens keer een artikel kunnen publiceren, hoe het tuchtrecht in het buitenland is georganiseerd. Een vriend van mij is huisarts in Frankrijk en daar hebben ze helemaal geen tuchtcolleges. Als een patiënt ontevreden is kan hij ...naar de civiele rechter stappen. Richtlijnen zoals onze NHG standaarden hebben ze daar ook niet.

  • E. Wannee

    Medisch adviseur (destijds)

    Ook ik heb een keer een tuchtklacht aan mijn broek gehad. Vanaf het begin was mij duidelijk dat het om een wraakklacht ging: ik was werkzaam als (profielgeregistreerd) arts indicatie en advies, en gaf geen advies af dat de klaagster wenste. Daar had ...ik heel goede gronden voor, die ik ook goed onderbouwd en vastgelegd had.
    Dit leidde tot een tuchtklacht waar mij van alles werd verweten. Het zou gaan om 'onheuse bejegening', 'niet willen luisteren' en 'grove ondeskundigheid'.
    (De arts die haar bij een herkeuring wèl haar zin gaf, die overigens niet profielgeregistreerd was en maar liefst bijna twee maanden dit werk deed, was natuurlijk in haar ogen een zeer deskundige arts waaraan ik een voorbeeld diende te nemen.)
    Er was over deze zaak nooit een klacht bij mijn werkgever ingediend, en op een aanbod van het RTC voor een bemiddelend gesprek werd afwijzend gereageerd.
    Ik ben op alle punten in het gelijk gesteld. Maar mij heeft het ruim een half jaar met veel stress opgeleverd, ofschoon mijn advocaat mij enorm geholpen heeft.
    Ik vind eigenlijk dat het tuchtcollege hier had moeten zien dat het om een banale wraakklacht ging, en zeker toen elke poging tot een gewoon gesprek werd getorpedeerd, had de klacht gewoon afgewezen of geseponeerd kunnen worden.

    • M. Ouwens

      Verzekeringsarts, bedrijfsarts

      Deze casus toont wederom de meest effectieve preventie rond tuchtzaken: gewoon opschrijven wat de patient wil. Tot zover het kwaliteitsverhogende effect van het Tuchtcollege.

    • J. Van den Nieuwenhof

      Huisarts

      Verschrikkelijk onterecht onrecht. Zoals ik in mijn eerste commentaar schreef “de arts neemt me niet serieus” lees je krijgt je zin niet. Dit had NOOIT mogen voorkomen, direct in de prullenbak ermee. Je had juist complimenten moeten krijgen voor je p...rofessionaliteit! Waanzin…..

  • H.C. van Gorsel

    Arts n.p. en patientvertegenwoordiger, Amsterdam

    Ik lees in zowel de antwoorden uit de enquete als in deze commentaren precies waar de schoen wringt. Vanaf de andere kant gezien wordt er doorgaans pas een klacht ingediend als door de attitude van de arts en/of instelling in kwestie mensen zich niet... gehoord en begrepen voelen. De meeste patienten begrijpen als het ze wordt uitgelegd dat fouten maken menselijk is, hoe zuur dat ook voor ze kan uitpakken. Met ze serieus nemen, luisteren, erkennen, uitleggen en verantwoordelijkheid nemen komt het zeer zelden tot een klacht.

    Met de reacties hier die meteen defensief klinken alsof ze zelf nooit blaam treffen kan ik mij goed voorstellen dat patienten zich niet gehoord voelen. Dat leidt tot meestal invoelbare boosheid en frustratie die alleen maar oploopt zo lang ze niet serieus genomen worden. Dan escaleert het steeds verder en gaan ze op zoek naar iemand die wel reageert.

    Het zou mij verbazen als een arts met een attitude zoals de huisarts in het artikel ooit een klacht zou krijgen:

    '‘... Bij een serieuze fout, zal ik deze erkennen en vind ik het terecht dat ik word “verhoord”. Ik denk niet dat ik wakker zal liggen van het verschijnen voor het tuchtcollege, wel van de schade die ik iemand mogelijk heb berokkend.’

    • M. Ouwens

      Verzekeringsarts, bedrijfsarts

      "Ik lees in zowel de antwoorden uit de enquete als in deze commentaren precies waar de schoen wringt. " Dat is knap, zeker gezien de jarenlange discussie rond het Tuchtrecht, maar menige collega zal zich nu door u niet begrepen, niet gehoord en niet... serieus genomen voelen...
      Daarnaast blijkt in de praktijk dat "Niet gehoord voelen" en "niet serieus genomen" vaak betekent "die dokter deed niet wat ik wou/eiste, schande!'

      • H.C. van Gorsel

        Arts np

        Ik ondersteun mensen bij keuringen e.d. en heb het vaker meegemaakt dat in complexe gevallen beslissingen met verstrekkende consequenties worden genomen zonder zich echt te verdiepen in wat er aan de hand is. Bijvoorbeeld op grond van alleen schrifte...lijke informatie, geen mogelijkheid tot uitleggen, niet geïnteresseerd in de overwegingen van de behandelaar denken het beter te weten en bv vergoeding van een behandeling of uitkering te weigeren. En dan ongeacht pogingen de situatie te verduidelijken in het eigen gelijk blijven hangen. Ik snap dat niet alles kan, maar in die gevallen snap ik de desinteresse om de situatie van de patiënt echt te begrijpen ook niet.

        • M. Ouwens

          Verzekeringsarts, bedrijfsarts

          Dergelijke desinteresse zal zeker voorkomen. Sterker nog, ik zie menig dossier waarin zichtbaar vlot een besluit is genomen of oordeel is gegeven. De betrokkene arts was ongetwijfeld vroeg thuis na een aangenaam gesprek. Echter, de uitkomst is betr...okkene welgevalling waarop er geen klacht volgt.
          De volgende arts, die wél onderzoek verricht, wél informatie opvraagt, wél het dossier bestudeerd maar de euvele moed heeft tot een ander oordeel te komen is niet alleen langer aan het werk met soms erg vervelende discussie. Die kan ook de afspraak bij het Tuchtcollege inplannen. Tot zover het kwaliteitsverhogende effect van het Tuchtrecht.

          • Arts, Pessotherapeut , Amsterdam

            Zeer herkenbaar fenomeen voor mij uit de tijd dat ik docent was voor junior co-assistenten. Sommige studenten vond ik echt onder de maat en deze studenten bezorgden mij soms heel veel werk en moeite. Een onvoldoende geven maakte mij niet bepaald ge...liefd. Maar altijd in mijn achterhoofd hield ik dat het beter is iemand te vroeg een terechte onvoldoende te geven dan te laat.

    • J. de Waard

      Huisarts, Kollum

      Over uw opmerking dat het u zou verbazen als een huisarts met beschreven attitude een tuchtklacht zou krijgen kan ik alleen opmerken: dat zal heel goed kunnen in een wereld waarin alle mensen rationeel en redelijk zouden zijn. Irrealis helaas.

    • Huisarts, Nijmegen

      ''Het zou mij verbazen als een arts met een attitude zoals de huisarts in het artikel ooit een klacht zou krijgen: Bij een serieuze fout, zal ik deze erkennen en vind ik het terecht dat ik word verhoord.''

      Excuus, maar wat een onzin. In het Medis...ch Contact zelf vliegen al de sprekende voorbeelden langs. Zo direct uit het vuistje; huisarts die met pensioen gaat op pensioengerechtigde leeftijd krijgt massaal tuchtklachten aan zijn broek van familie van verstandelijk gehandicapten uit een instelling, die willen dat deze huisarts de zorg blijft continueren...Of de huisarts die een tuchtklacht kreeg van een kortstondige vlam vanuit een datingsite, die het niet kon verkroppen dat zij de relatie verbrak en geen contact meer wilde. Uiteraard allemaal onterecht, maar de schade is enorm.

      Of uit eigen ervaring; na een jaar gigantisch veel tijd, energie, geduld, en sparren met een borderline-patiënt op mijn afdeling, die veel last had en graag af wilde van zijn opiaatverslaving. En vanuit zijn psychiatrie en verslaving daarin héén en weer stuiterde, maar dat we samen zijn opiaatgebruik naar een fractie kregen van wat het eerst was. En op de allerlaatste dag van onze behandelrelatie en hij naar een andere instelling verhuisde, stak de pijn, drang en psychiatrie weer de kop op en eiste hij een enorme voorraad oxycodon mee te krijgen waarmee hij weer zijn oude dosering kon hervatten. Hij beloofde mij dat als ik dit weigerde hij een tuchtklacht garandeerde. Na veel pleiten, smeken, en intercollegiaal overleg heb ik het hem voorgeschreven. Eén van mijn slechtste medische beslissingen ooit, en tegelijkertijd de beslissing die mij vermoedelijk een onterechte tuchtklacht heeft bespaard.

      Het tuchtrecht hoort de gezondheidszorg te verbeteren, maar bij mij en vele anderen geeft het netto alleen slechtere zorgverleners.

      • H.C. van Gorsel

        Arts n.p. , Amsterdam

        Ik ken de context van de eerste voorbeelden niet, maar in geval van een huisarts die met pensioen gaat zou er opvolging geregeld moeten zijn. Dat ligt primair bij de instelling. Tuchtrecht gaat over of je het beroep nog mag uitoefenen. Bij pensioener...ing is dat sowieso niet meer aan de orde en ligt de klacht op het verkeerde bureau.
        Contacten uit een dating site hebben ook niets te maken met beroepsmatig functioneren, tenzij het een eigen patient was. In het laatste geval is het wel verwijtbaar.

        Je zou verwachten dat een tuchtcollege dit ook inziet en onzin klachten niet in behandeling neemt.

        Bij borderline patienten is het klassiek dat ze erg slecht kunnen tegen wat voor ze voelt als in de steek gelaten worden. Dit kunnen zelfs vakanties zijn, maar ook beeindigen van een behandeling, hoe terecht ook. Het kan echt heel naar en onredelijk worden . Heel vervelend en ondankbaar als u daar naar eer en geweten veel tijd en energie in heeft gestoken. Zoals u al zegt is dat onderdeel van hun psychiatrie, en daardoor heel ingewikkeld om mee om te gaan. Het is de vraag wat er was gebeurd als u de opiaten niet had voorgeschreven. Het kan ook uitgelegd worden als dat zonder de opiaten het de patient niet was gelukt de overstap naar een passender behandeling te maken. Met de beperkte informatie die u geeft zie ik dit niet direct als een slechte medische beslissing, eerder kiezen uit meerdere kwaden zonder simpele oplossing. Je zou verwachten dat stel dat de patient wel een klacht had ingediend een tuchtcollege dat ook (h)erkent en alle kanten meeneemt in hun overweging.

        Wat ik hier lees functioneren tuchtcolleges niet zoals het zou moeten. Hier hoort ook het uitfilteren van kansloze klachten bij. Het is zorgelijk dat er zo weinig vertrouwen in is en dat zou zeker verbeterd moeten worden. Dat betekent niet dat artsen zich niet toetsbaar moeten opstellen (staat zelfs in de eed/belofte). Er zijn helaas ook genoeg voorbeelden van wanneer het wel verwijtbaar is. Binnen de beroepsgroep toetsen lijkt mij nog altijd passender dan het moeten uitvechten in een rechtzaal met mensen die er al helemaal geen verstand van hebben.

  • F.B. van de Weg

    Revalidatiearts, Goes

    Terecht of niet, de angst regeert. Ik heb zelfs meegemaakt dat bij kwaliteitsvisitaties de complete vakgroep verlamd was door angst (...). Met alle negatieve gevolgen voor de zorg van dien, nog even los van de slapeloze nachten van de collega's in k...westie.

    En dan die naam, hé! Bij "tucht" denk ik aan negentiende-eeuwse heropvoedingskampen in Drenthe, of het leven uit de boeken van Charles Dickens. Aan middeleeuwse kloosters, misschien.

    Wat dachten jullie van "beoordelingscommissie medisch handelen" ?

  • P.W. Post

    Psychiater, Amsterdam

    We leven in een tijdgeest waarin tegenslag een schuldige wil vinden. Er zijn altijd instituties die de slachtofferrol, zo lang het maar zonder enig risico voor het instituut is, willen faciliteren. De tuchtrechter is ook zo’n instituut, altijd risi...coloos aan de goede kant. Daarom, voor een gezond evenwicht, stel ik voor een tuchtrecht te maken voor tuchtrechters. Grote groepen artsen staan bloot aan het risico van ondermijnende en vaak betekenisloze ‘tucht’ procedure zonder dat er enige afweging bij de andere betrokkenen, patiënten en rechters, bestaat of er reputatierisico’s bestaan voor hen. De balans bij een tuchtprocedures is uit het lood geslagen. Procedures op basis van richtlijnen en protocollen, waar tuchtrechters en patiënten aan zouden moeten voldoen, dienen als basis waarop artsen klachten zouden moeten kunnen indienen. Vooral rond leerkwaliteit van de zaak en bejegening van arts, inclusief termijnen. Ook zouden er berispingen, waarschuwingen, en schadevergoedingprocedures, moeten worden gecreëerd bij eventueel onterecht ingediende of onterecht ontvankelijk verklaarde klachten. Uiteraard alleen met naam te publiceren indien de maatschappij er belang bij heeft dat de maatschappij en of artsen beschermd zou moeten worden tegen de betreffende rechter en patiënt. Groeten, met uitzicht op een fata morgana, uit Oman.

  • P. Olie

    HA, HA

    Zolang het TC een guango is en zich bedient van cooptatie moeten we het niet serieus nemen en actief bestrijden.Ik pleit voor een eerlijke invulling van het TC aan de hand van stemming voor de leden door artsen in de desbetreffende regio.Het einde vo...or al de gesjeesde heilige dokters met een praktijkje in de luwte in het TC.

  • J. Van den Nieuwenhof

    Huisarts, Helmond

    Hier moet toch iets mee gedaan worden?? Mondige patiënten, klaag cultuur, de dokter neemt me niet serieus (LEES je krijgt niet wat je wil). Onze te softe sector praat, de patiënt klaagt.
    Je zit voor de tuchtraad, zelfs na 2 keer navragen aan de klag...er “wat verwijt u nou eigenlijk de huisarts” komt er niks zinnigs uit. Verdiepende vraag?? Ik begreep zowieso al niet waarom ik voor het bankje zat. Wat doen we hier vraag ik en mijn collega ons af!? Tijdverspilling, stress, kosten etc. T maakt blijkbaar niks uit. Immers de patiënt klaagt… En als leer moment ???
    Kan er geen onderzoek worden opgestart naar het functioneren en nut van de tuchtraad in de huidige tijd??? Dit om “dwalingen” zoals teveel gebruik pammetjes ondanks tig keren bespreken (waarschuwing volgens mij) uit de dammen. Begrijp me niet verkeerd, wel degelijk zijn er tuchtzaken die tenen krommend zijn. Maar we schieten echt door, de verkeerde kant op in de huidige maatschappij. Primair blijven we toch als artsen proberen om goede zorg te verlenen en soms bekruipt mij het gevoel dat dit vergeten wordt…..

    [Reactie gewijzigd door Van den Nieuwenhof op 29-01-2025 22:54]

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.