Ik begin het te begrijpen
Plaats een reactieBij het binnengaan van het ok-complex vergeet je dat je op Curaçao bent. De zonnige galerijen maken plaats voor de bekende steriele omgeving zonder ramen, met de airco op gevoelstemperatuur tien graden. In een enorme ruimte gevuld met loungebanken en televisies hangen mensen in groene pakken uit te puffen van het zware werk – exact zoals in elk ziekenhuis in Nederland.
Het enige verschil is de instelling van de operatieassistentes. Mijn ervaring in Nederland is dat die niet altijd even ontvankelijk zijn voor de steeds wisselende, stuntelige co’s. Tot mijn verbazing word ik hier door iedereen enthousiast begroet met ‘bon dia!’. En als ik onherstelbaar dreig te verkleumen, komt iemand een blauwe overjas om me heen slaan. Op Curaçao blijkt iedereen zijn eigen spatbril te hebben.
Omdat ik geen exemplaar bezit, zoekt de operatieassistente langdurig in alle kasten, totdat ik een prachtige roze bril krijg van een tweebezitter. Deze schijnbaar vanzelfsprekende behulpzaamheid is de Antillianen eigen: op straat hoef je maar heel even verloren rond te kijken en er snellen mensen toe om je de weg te wijzen.
De hygiëne is op de ok strikter dan in Nederland. Zonder een uitgebreide wasinstructie van een uur mogen de coassistenten het complex niet op.
Chirurgen zijn vaak
studentikoze haantjes
Jammer genoeg speelt inefficiëntie me weer parten bij deze op zichzelf goede regel: ik moet om een afspraak te maken ieder uur terugbellen zonder ooit iemand te pakken te krijgen, en mag daardoor niet naar een interessante operatie.
Eenmaal brandschoon mag ik dan eindelijk meedoen. Het programma ziet er op de Antillen heel anders uit dan thuis, omdat het scala aan ziektebeelden zo anders is. Diabetes en overgewicht komen verschrikkelijk veel voor, en bijna elke dag worden er maagverkleiningen gedaan, amputaties verricht of dialyseshunts aangelegd. Daarentegen ben ik niet één aneurysma tegengekomen. Kennelijk zijn de grote vaten hier prima in orde.
Het enthousiasme van de chirurgen voor laparoscopische chirurgie wordt getemperd door de beperkte middelen. Alles wat mogelijk is, wordt zonder onnodig grote incisies gedaan, maar soms zijn de scopiespullen simpelweg op. Als je net op de verkeerde dag een appendicitis krijgt, heeft de chirurg geen andere keus dan je open te snijden.
Hoewel ik operaties in Nederland geweldig vond, sta ik hier meer ontspannen op de operatiekamer dan ooit. Misschien zijn de chirurgen toegankelijker dan thuis, misschien is het omdat ik op Curaçao zelfs in het ziekenhuis een vaag vakantiegevoel houd. Maar wie weet ligt het niet aan Curaçao, maar aan mij. Ik ben anderhalf jaar verder en minder snel geïntimideerd door witte jassen in het algemeen en ok-pakken in het bijzonder.
Bovendien heb ik eindelijk het idee dat ik het zo langzamerhand begin te begrijpen. Ik herinner me nog levendig mijn eerste grote laparotomie: meters darm stulpten naar buiten zonder dat ik enig idee had welk stuk het duodenum was. Ik was verontrust dat organen zo slordig in de buik gepropt zitten en niet netjes gerangschikt zoals Sobotta suggereert. Het is fantastisch om nu bij iedere stap goed te weten wat er gebeurt, om precies te begrijpen wat de chirurg doet.
Intussen blijven chirurgen altijd chirurgen. In welk land ze ook werken, het zijn vaak studentikoze haantjes. En ook hier vind ik dat niet eens aanstootgevend. Na het juist beantwoorden van wat spier- en zenuwvragen, kijkt de chirurg me aan: ‘Dokter, ik ben onder de indruk. Je bent een stuk slimmer dan je eruitziet!’.
Julia Franken is coassistent
Naar In opleiding
<strong>PDF van dit artikel</strong>- Er zijn nog geen reacties