Huisartsen in cassatie over LSP
3 reactiesDe Vereniging Praktijkhoudende Huisartsen (VPH) gaat in cassatie bij de Hoge Raad om alsnog te voorkomen dat patiëntgegevens worden uitgewisseld via het Landelijk Schakelpunt (LSP), de opvolger van het elektronisch patiëntendossier (epd).
In maart van dit jaar stelde het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden VPH nog in het ongelijk, in een zaak die de kleine huisartsenvereniging had aangespannen tegen de Vereniging van Zorgaanbieders voor Zorgcommunicatie (VZVZ), de partij die het LSP faciliteert. De rechter oordeelde dat zolang patiënten uitdrukkelijk, uit vrije wil en geïnformeerd toestemming geven voor het delen van medische gegevens via het LSP, de privacywetgeving niet wordt overtreden. In juli 2014 oordeelde de rechtbank ook al dat het uitwisselen van gegevens mag als de patiënt hiervoor uitdrukkelijk toestemming heeft gegeven.
‘Na twee verloren rechtszaken hadden wij als VPH kunnen zeggen dat hiermee de kous af is’, zegt VPH-bestuurslid Herman Suichies. ‘Maar op aandringen van VPH-leden en maatschappelijke organisaties zoals Privacy First zetten wij onze juridische strijd voort. Een aantal cruciale rechtsvragen is door het hof niet beantwoord.’
VPH maakt zich vooral zorgen over de huidige zogenaamde ‘alles of niets’-toestemming, waarbij patiënten met een eenmalige toestemming alle op een systeem aangesloten zorgverleners toegang verschaffen tot hun medische gegevens. ‘Maar dat is een veel te brede toestemming, die het medisch beroepsgeheim van artsen schendt én de privacy van patiënten. Als iemand nu toestemming geeft aan bijvoorbeeld de huisarts voor het opnemen van zijn medische gegevens in het LSP, dan zijn deze gegevens vervolgens ook opvraagbaar door andere zorgverleners, zoals apothekers, medisch specialisten en waarnemend huisartsen (alleen als dat nodig is voor de behandeling van de patiënt, BK). Blijkbaar heeft het hof hier minder problemen mee.’
In de Eerste Kamer ligt nog altijd het wetsvoorstel Cliëntenrechten bij elektronische verwerking van gegevens ter behandeling. Hierin is de passage over de generieke toestemming, na een amendement van CDA-Kamerlid Bruins Slot, vervangen door gespecificeerde toestemming. De patiënt krijgt hierdoor de mogelijkheid bepaalde of alle medische gegevens op te laten nemen in het LSP, die vervolgens door bepaalde of alle zorgaanbieders mogen worden geraadpleegd. Maar in december vorig jaar maakte minister Schippers (Volksgezondheid) bekend dat de invoering van gespecificeerde toestemming op nogal wat technische en organisatorische problemen stuit. Zo moeten de uitwisselingssystemen van zorgaanbieders worden aangepast. Schippers stelde daarom voor de gespecificeerde toestemming pas drie jaar na aanname van het wetsvoorstel in werking te laten treden. Tot die tijd wil zij blijven werken met het huidige generieke systeem, een voorstel dat in de Eerste Kamer tot nogal wat discussie heeft geleid.
‘Zo maak je toch geen wetgeving’, stelt VPH-bestuurder Suichies. ‘En zo ga je niet om met de privacy van patiënten en het medisch beroepsgeheim van artsen. Pas als specifieke toestemming wettelijk is vastgelegd en technisch uitvoerbaar is, mogen wat ons betreft gegevens worden uitgewisseld via het LSP.’
Een woordvoerder van de VZVZ zegt dat 'de kwestie genuanceerder ligt'. 'Zowel de rechtbank als het gerechtshof hebben in hun uitspraak aangegeven dat het medisch beroepsgeheim en de privacy van patiënten juist niet in het geding zijn. (Waarnemend) huisartsen op de huisartsenpost kunnen alleen een professionele samenvatting van het huisartsendossier inzien. Niemand anders. Een medicatieoverzicht is opvraagbaar door huisartsen, huisartsenposten en apotheken. Wij hebben vertrouwen in de cassatieprocedure.'
Bas Knoop
Twitter: @bknoop
W.J. Jongejan
huisarts n.p. , Woerden nl
VZVZ herhaalt vaak dat het met het LSP voldoet aan geldende wet- en regelgeving. Dat zegt niet alles. Bij de banken hebben we gezien hoe dergelijk handelen toch tot zeer ongewenste zaken leidt. Ook met de recente Panama Papers werd dat duidelijk. VZV...Z doet graag voorkomen dat VPHuisartsen de enige organisatie met principiële bezwaren tegen het LSP is. Het persbericht van VPHUisartsen over het cassatieberoep laat zien dat andere organisaties als Privacy First ook aandringen op verdere rechtsgang. Het is veelbetekenend dat via de projectgroep Pro Bono Connect van het Nederlands Juristen Comité van de Mensenrechten onderzocht is of cassatie haalbaar was EN haalbaar is gebleken. Pro Bono Connect is een organisatie van advocaten die vrijwillig en onbetaald hun expertise inzetten bij mensenrechtenvraagstukken, ten dienste van maatschappelijke organisaties. Aangezien de rechtsvragen een publiek belang dienen, heeft mr. Thijs van Aerde van het internationaal opererende advocatenkantoor Houthoff Buruma het cassatieberoep op zich genomen. Bij een op voorhand kansloze actie had Pro Bono Connect niet positief geoordeeld en het genoemde advocatenkantoor de zaak nooit op zich genomen. We gaan het zien.
J. Helder
AHA, DE KNIPE Nederland
Afgezien van het wel of niet terecht procederen zit er een fundamentele fout in het systeem: doordat de patient te pas en te onpas toestemming tot delen moet geven, dat dit tot een toestemmoeheid leidt en omdat de systemen nog steeds niet vlekkeloos ...en acceptabel snel werken kun je er niet vanuit gaan dat de gegevens correct en compleet zijn. Dus werken met huidig LSP is werken met onvolledige en daardoor onbetrouwbare gegevens. Wenselijker vanuit betrouwbaarheidsoogpunt zou zijn het hele privacy gebeuren te laten vallen, alle systemen een standaard data protocol geven en alles door te linken.
B. ter Keurst
huisarts, EINDHOVEN Nederland
In de besluitvorming van de LHV ledenraad is destijds nadrukkelijk besproken dat instemming gegeven bij de huisarts uitsluitend geldig is voor uitwisseling tussen huisarts en huisartsenpost. Is dit nu stilletjes aangepast, dan maakt LHV zich kenbaar ...als onbetrouwbare samenwerkings- en gesprekspartner!