Euthanasie is geen consumptieartikel
20 reactiesETHIEK
Ondraaglijk en uitzichtloos lijden is niet toetsbaar en geen geschikt criterium
De huidige euthanasiepraktijk is gemakzuchtig en vooral een remedie voor wie bang is voor de dood. We moeten terug naar de kern en dat betekent dat alleen terminale kankerpatiënten nog een beroep kunnen doen op deze voorziening.
Toen ik begon als huisarts hielp ik patiënten om dood te gaan. Ze lagen op sterven door kanker, hadden pijn, waren benauwd of hadden stinkende, open wonden. Bij een bevriende apotheker haalde ik twee drankjes: een barbituraat en een soort curare. Het spul was bitter en de korreltjes losten niet goed op. Misselijkheid was het gevolg. Haast was geboden, want de patiënt mocht niet in slaap vallen voordat het tweede drankje naar binnen was. De partner propte het met een lepel naar binnen, spoorde de patiënt aan om te slikken en hield hem wakker. Ik bewaakte het geheel.
Het ging tot mijn eigen verbazing altijd goed, in die zin dat de dood snel volgde en de familie tevreden en dankbaar was. Ik vulde in ‘natuurlijke dood door kanker’ en drukte de familie op het hart om tegen niemand te vertellen hoe het in werkelijkheid was gegaan. Ik had een misdrijf begaan, valsheid in geschrifte gepleegd, maar voelde me prima. Geen spoor van wroeging; mijn geweten was schoon. Ik had een goede daad verricht.
Tegenwoordig verleen ik af en toe euthanasie. Niet meer met een drankje, maar met een injectie. Ik weet niet waarom. De patiënten liggen niet altijd op sterven, hebben niet altijd kanker, soms geen pijn en benauwdheid. Ze lijden wel: ondraaglijk en uitzichtloos. Ik praat met hen en hun familie, doe verslag in het medisch dossier, vul het euthanasieformulier van de KNMG in en schakel SCEN in. Een SCEN-arts komt praten, gaat akkoord met de wens van de patiënt en controleert of ik aan de eisen van zorgvuldigheid heb voldaan. De volgende dag dien ik twee injecties toe waarna de dood snel intreedt. Ik bel de gemeentelijk lijkschouwer, overhandig hem de documenten, deze belt de officier van justitie en zegt dat de euthanasie volgens de regels is verlopen. Het lichaam wordt vrijgegeven. De familie is tevreden en dankbaar. Een paar weken later ontvang ik van het Openbaar Ministerie een bericht dat ik niet vervolgd word. Ik heb gedoogd en gecontroleerd een misdrijf begaan, geen valsheid in geschrifte gepleegd, maar voel me niet goed. Waarom was dit lijden ondraaglijk en uitzichtloos?
Het gaat steeds minder om lijden
en steeds meer over zelfbeschikking
Verschuiving
In de Levenseindekliniek die in 2012 werd opgericht, worden vooral verzoeken behandeld van patiënten met niet-terminale ziekten als multipele sclerose, amyotrofe laterale sclerose, dementie, psychiatrische ziekten of een combinatie van ouderdomsklachten. Er is een verschuiving merkbaar van terminale naar niet-terminale ziekten. Van ondraaglijk en uitzichtloos lijden naar zinloos leven. Van pijn naar afhankelijkheid. Velen willen euthanasie als ze dement worden, in een rolstoel terechtkomen, naar een verpleeghuis moeten, afhankelijk worden van anderen, niet meer kunnen praten, niet meer kunnen genieten. Als ze hun leven als voltooid beschouwen. Het gaat steeds minder om lijden en steeds meer over zelfbeschikking. ‘Als ik nergens meer van kan genieten, dan wil ik euthanasie.’ Alsof genieten het hoogste doel is in het leven. Autonomie, zelf beslissen, de regie voeren, controle houden, dat zijn de woorden die steeds terugkomen. ‘Ik wil dit niet’, ‘Zo ben ik niet’, ‘Dit leven zou vader nooit gewild hebben’.
Nergens meer van kunnen genieten en afhankelijk zijn van anderen zijn geaccepteerde gronden voor euthanasie, niet alleen voor de patiënt maar ook voor de dokter en de regionale toetsingcommissie euthanasie. Euthanasie is een gewaardeerde manier van doodgaan geworden, je stelt een laatste daad en laat weten dat je tot het einde aan de touwtjes hebt getrokken. Alsof je dat je hele leven gedaan hebt. Het wordt gezien als een moedige daad.
Angst
Wat ik zie is iets heel anders. Ik zie vooral angst: angst voor het onbekende, angst voor controleverlies, onvermogen om zich over te geven en los te laten. Onvermogen om het sterfbed en het lijden te aanvaarden als iets wat onlosmakelijk is verbonden met het leven. Ik zie de angst van mensen die vinden dat het leven, en dus ook de dood, maakbaar is, genieten het hoogste doel is en lijden niet hoeft.
Een patiënt in mijn praktijk, die onlangs overleed, verwoordde het als volgt: ‘Euthanasie is voor lafaards.’ Hij weigerde zich tien jaar lang neer te leggen bij een uitgebreid in de botten gemetastaseerd prostaatkanker. De dokters hadden hem allang opgegeven. Telkens zag hij weer een mogelijkheid om zijn leven te rekken. Niet omdat hij bang was voor de dood, absoluut niet. Hij zag zijn ziekte als een project en was benieuwd hoe lang hij die uitdaging kon volhouden.
Een andere patiënt overleed aan een gemetastaseerd melanoom. Een kort, hevig ziekbed door een zeer agressieve ziekte. De pijn was onder controle. Zijn angst echter niet. Hij werd liefdevol thuis verzorgd door zijn vrouw en dochters. Hij vroeg om euthanasie slechts enkele dagen voor de verwachte natuurlijke dood. ‘Laten we er een eind aan maken, dan kan iedereen weer door met zijn leven, dit heeft geen enkele zin.’ Ik weigerde en zei dat hij niet zomaar een fase in zijn leven kon overslaan. Ik hoorde mezelf zeggen dat dit sterfbed zin heeft.
Weer een andere patiënt was na een groot CVA diep comateus in het ziekenhuis opgenomen. Ze zou snel overlijden. Haar dochter belde me op en vroeg: ‘Het is nu zeker te laat voor euthanasie?’
De beoordeling van het lijden
wordt volledig aan de
betrokkene zelf overgelaten
‘Openeindeformulering’
Het begrip ‘ondraaglijk en uitzichtloos lijden’ is om goede redenen als kernvoorwaarde voor euthanasie geformuleerd. Het houdt geen rekening met de oorzaak van het lijden: lichamelijk of geestelijk, terminale kanker of een slopende, invaliderende kwaal. Het houdt geen rekening met leeftijd, en ook niet met geestelijke vermogens: psychiatrische ziekte, zwakbegaafdheid of dementie. In die zin is het een mooie, idealistische formulering. De beoordeling van het lijden wordt volledig aan de betrokkene zelf overgelaten. De beleving van het lijden hangt sterk af van de zin die je aan leven en dood toekent, niet alleen voor jezelf maar ook in een groter verband, dat het directe belang van het individu overstijgt. De dokter heeft geen mogelijkheid het lijden objectief te beoordelen. Het is derhalve een ‘openeindeformulering’. Er is geen beperking. Iedereen die van zichzelf vindt dat hij ondraaglijk en uitzichtloos lijdt, kan om euthanasie vragen. En dat zien we nu gebeuren.
Spirituele armoede
De geschiedenis leert dat de mens tot het meest afschuwelijke en ondenkbare lijden in staat is. Niets is ondraaglijk. Uitzichtloos is lijden nooit, want er is altijd het uitzicht van de dood. Zo bezien bestaat ondraaglijk en uitzichtloos lijden alleen in gedachten. Er moet aandacht komen voor lijden als een onlosmakelijk deel van het leven. Het is mooi als je gezond bent, gelukkig en van het leven geniet, maar het leven is niet zinloos als dat niet het geval is. Dat het leven, en ook de dood, maakbaar is en dat lijden niet hoeft, getuigt van een beperkte en niet realistische kijk op het bestaan. Het getuigt van filosofische oppervlakkigheid en spirituele armoede.
De kernvoorwaarde voor euthanasie is echter dit ondraaglijk en uitzichtloos lijden en daarmee is een aanbod geschapen waar een grote vraag naar is. De vraag van mensen die hun leven als zinloos ervaren, om welke reden dan ook. Aan deze vraag mogen wij dokters niet voldoen. Het medische maar ook het persoonlijke perspectief schiet tekort om te beoordelen of een leven zinvol is.
De kernvoorwaarde van de huidige Euthanasiewet, ‘ondraaglijk en uitzichtloos lijden’, is onhoudbaar en moet worden vervangen. Misschien moet er een beperking bij: ‘…door terminale kanker’. Het is niet ideaal, maar pragmatisch en duidelijk. Het voorkomt onoplosbare discussies over zinloos leven en lijden. Als bijkomend voordeel zie ik dat het de bodem wegslaat onder het bestaan van de Levenseindekliniek.
Wat mijzelf betreft: ik drink de beker leeg, uit nieuwsgierigheid.
Ronald Hulsebosch
huisarts, Den Haag
contact: ronaldhulsebosch@planet.nl; cc: redactie@medischcontact.nl
Geen belangenverstrengeling gemeld
Dossiers
- Levenseinde
- Euthanasie
In reprise!
Het symposium De Dokter en de dood
donderdag 15 oktober
3 accreditatiepunten
inclusief het boek De dokter en de dood
Met sprekers o.a. Bert Keizer, Mariska Koster, Suzanne van de Vathorst en Ivan Wolffers
Meer informatie op medischcontactlive.nl
lisa vos-bosscher
psycholoog palliatieve zorg, Harlingen
Lijden moet je maar kunnen.
Wat mij trof in het gesprek (18-10-Buitenhof)l met Ronald Hulsebosch is zijn uitspraak:
“ Ik vond dat zijn lijden voornamelijk bestond uit angst.”
Deze uitspraak illustreert nu precies mijn bezwaar tegen het door medici ...geclaimde alleenrecht op een oordeel over de validiteit van de door de patiënt aangegeven uitzichtloosheid en ondraaglijkheid.
Doktoren zijn er sterk in ons als patiënten de illusie te geven dat lijden te verhelpen is. Aldus een leven lang in een ‘co-dependent’ relatie geleerd hebbend dat voor elke kwaal een middel is, worden patiënten opeens losgelaten in de laatste levensfase en moeten leren lijden. Terwijl het accent nu juist op psychisch lijden ligt.
Niet geleerd hebbend te vertrouwen op eigen weerbaarheid kunnen mensen wel degelijk ondraaglijk lijden aan angst. Angst voor gevoelens, angst voor het afscheid, angst voor het verdriet van dierbaren, angst om terug te kijken op het eigen leven, angst om onbegrepen te worden, angst voor eenzaamheid en tenslotte angst om in de hel te geraken.
Zolang een huisarts ondraaglijk lijden aan angst geen valide criterium vindt voor euthanasie, moet hij zich uit die euthanasie praktijk terugtrekken. Hem of haar past bescheidenheid in plaats van autoriteit.
K. Klaver
eindredacteur,
Achter de naam Rob Jamin heeft de redactie ten onrechte huisarts vermeld. Rob Jamin is basisarts.
D.J. Bakker
chirurg np, BAAMBRUGGE Nederland
Collega Fogelberg haalt in haar reactie op dit artikel (MC 11 okt. 2015, pag.1886) een spreekwoord aan. "De mens lijdt dikwijls het meest door het lijden dat hij vreest". Ze vind dit een rechtvaardigheidscriterium voor euthanasie. Mijn moeder gebruik...te dit altijd als ik als kind naar de tandarts moest, waar ik erg tegenop zag. Zij noemde dan ook het tweede deel van dit spreekwoord ".. en dat nooit op komt dagen". Zou gezien dit gezegde misschien een iets terughoudender attitude ten aanzien van de euthanasievraag gerechtvaardigd zijn? Je weet maar nooit.
Dr. Dirk Jan Bakker, chirurg np.
Jan van Leer
kader-huisarts palliatieve zorg,
Als oudere huisarts kan ik het in grote lijnen zeer eens zijn met de strekking van uw artikel in Medisch Contact van 10 september jl.
We leven in een angstcultuur, waarbij allerhande bv (kinder)ziekten sterk uitvergroot worden en vooral de mogelijkhe...id van het sterven hierbij.
Een samenleving die lijden ver buiten de deur wil houden; een samenleving die vanaf de 2e wereldoorlog alleen maar welvaart gekend heeft en nooit enige calamiteiten meegemaakt heeft. een samenleving die lijden alleen via de TV veilig op de bank meemaakt of via reality TV.
In mijn bijna 40 jarige carriere als huisarts heb ik het lijden ook zien veranderen: het is maakbaar geworden en overal is wel een pilletje voor .(kinderen na tonsillectomie krijgen 7 dagen in afbouwende dosering diclofenac !! zo cultiveer je de pijn.
In goede palliatieve zorg, hoort ook euthanasie bespreekbaar te zijn, maar dit wordt in ons land ten koste van het bespreekbaar maken van wat goede palliatieve zorg inhoudt ook sterk uitvergroot; dit in tegenstelling tol landen, waar euthanasie verboden is.
De vraag die ik altijd stel is: wie lijdt er en wat is dit lijden volgens de 4 dimensies: somatisch/psychisch/sociaal en/of spiritueel.
heel vaak zit het in de spirituele dimensie: meer praten over het sterven zelf en wat betekent de dood voor de patiënt en zijn naasten (C Leget in tijdschrift gezondszorg en ethiek).
Bovendien veiligheid bieden rond het sterven: is de dokter, of de verpleegkundige er nog wel,(niet alleen fysiek, maar ook als mens) of bedienen we ons steeds vaker van pompjes ed.
Euthanasie moet zeker bespreekbaar zijn en niet alleen voor kanker,maar ik ben in toenemende mate voorstander van een toetsing vooraf, in een soort moreel beraad, met patiënt en mantelzorgsters , de professionele zorgverleners en geestelijke verzorger/ethicus.
Jos Rensing
huisarts, den Haag
Rob Jamin zou moeten weten dat als je al heel lang geen huisarts meer bent, je die titel ook niet meer moet gebruiken.
Rob Jamin
huisarts, Den Haag
De verschuiving waarvoor Hulsebosch beducht is, is door de wetgever uitdrukkelijk zo bedoeld. Els Borst-Eilers kapittelde nog kort voor haar tragische overlijden de KNMG daarover: ‘Het kan niet zo zijn dat een beroepsgroep een eigen interpretatie van... de wet kiest.’1 Ook lijden aan niet-terminale en geestelijke aandoeningen valt binnen het kader van de wet. De enige restrictie volgt uit een uitspraak van de Hoge Raad, dat er sprake moet zijn van ‘medisch geclassificeerde somatische of psychische ziekten en aandoeningen’.2
Dan de criteria die de wet stelt. Hulsebosch signaleert dat de beoordeling van het lijden volledig aan de betrokkene wordt overgelaten. Zolang we pijn alleen kunnen objectiveren met een VAS-schaal, is het inderdaad aan de patiënt, en de patiënt alleen, om aan te geven hoe ernstig diens lijden is. Waar de een zegt: ‘Euthanasie is voor lafaards’, heeft de ander een wat lagere lijdensdrempel. Elke arts die zo’n verzoek krijgt, behoort terdege na te gaan waaruit het lijden bestaat, en of er behandelopties zijn.
Hulsebosch meet zich een superieure positie aan. Wie zijn visie niet deelt, lijdt aan filosofische oppervlakkigheid en spirituele armoede. Met kennelijk droge ogen stelt hij (bij een verzoek om euthanasie): ‘Ik weigerde en zei dat hij niet zomaar een fase in zijn leven kon overslaan.’ Met een ruk worden hier de dekens van palliatie weggetrokken.
Aan het begin van zijn carrière liet Hulsebosch zijn patiënten drankjes naar binnen proppen en bezwoer de familie niemand iets te vertellen. Wat mij betreft is het een teken van beschaving dat we in Nederland de ultieme daad van palliatie in een wet hebben weten vast te leggen. En is het een verworvenheid van de medische wetenschap we over zo’n elegante methode beschikken.
Rob Jamin, basisarts, Den Haag
1. http://zembla.vara.nl/seizoenen/2013/afleveringen/14-02-2013/knmg-handelt-niet-in-geest-van-euthanasiewet
[Reactie gewijzigd door op 07-10-2015 02:00]
M.M. Kaandorp
Arts, Pesso-therapeut, docent, CASTRICUM Nederland
Over de dood als "beste optie". Opgehaald uit mijn archief, nog steeds is dit mijn visie hierop.
Wat een prachtzin in MC 47/2003: 1804: ?Lezen is gedachten weven in de ruimte rond het woord, geregen aan een talig koord om het mysterie te verstaan.?
...
Maar wat de dood als beste optie betreft heeft naar mijn mening het mysterie van de dood geen dappere artsen nodig, noch kan men stellen dat ?de beslissing om actief een leven te beëindigen minder belangrijk is dan de beslissing dat een kind dood beter af is?. Misschien zijn wij allen wel dood beter af! Wie weet dat? Echter, het gaat niet alleen om onszelf; het gaat net zoveel om degenen die wij achterlaten.
Toen mijn schoonmoeder langzaam vanwege amyotrofe laterale sclerose (ALS) de dood tegemoet ging, kregen wij de kans om te rouwen tijdens haar stervensproces. Gelukkig, vond zij ook, was in Zweden euthanasie verboden. Niemand had er behoefte aan omdat de thuiszorg goed was geregeld en er palliatieve zorg was. Ook werd zij niet verontrust met de boodschap dat ze misschien langzaam zou gaan stikken. Het gaat om goede stervensbegeleiding en tijd voor elkaar nemen.
Is het niet vaak zo dat we het ?lijden? van degene die stervende is, niet kunnen aanzien omdat het onszelf zo confronteert met onze sterfelijkheid? De dood kan een verlossing zijn, maar het actief doden kan ook een te zware wissel trekken op de arts die dit uitvoert of op de familie voor wie het te snel gaat. De arts kan er nog lang last van hebben ondanks de ?dapperheid? van het moment van uitvoeren. Ik wil later geen flinke arts naast mijn bed als de ?cure? volledig kan plaatsmaken voor ?loving care?.
Castricum, december 2003
M.M. Kaandorp, arts
24 september 2015
M.M. Kaandorp
Arts, Pesso-therapeut, docent, CASTRICUM Nederland
De vraagtekens in mijn bijdrage uit mijn archief zijn onbedoeld erin terecht gekomen. Overigens moeten we ons steeds blijven afvragen waar we mee bezig zijn. Wiens lijden verlichten we bij euthanasie? Dat blijft een belangrijke vraag.
J.J. Wielenga
Internist-hematoloog, SCEN-arts, zorgmana, Rotterdam Nederland
Terecht stelt collega Hulsebosch dat de beoordeling van het lijden bij een patiënt met een verzoek om euthanasie moeilijk is. Onlangs is in dit tijdschrift een artikel gepubliceerd, waaruit bleek, dat verschillende SCEN-artsen bij eenzelfde casus tot... een verschillende conclusie kunnen komen in hun beoordeling van het lijden. De Wet Toetsing Levensbeëindiging (WTL) geeft normen voor het morele dilemma waarmee een arts bij een euthanasieverzoek geconfronteerd wordt: enerzijds de plicht het leven te beschermen, anderzijds de plicht tot barmhartigheid en de plicht tot respect voor de autonomie van de patiënt. Heel nadrukkelijk stelt de wet dat de arts tot de overtuiging moet zijn gekomen dat aan alle zorgvuldigheidseisen voldaan is, voordat hij euthanasie mag uitvoeren. Dit impliceert dat het niet de bedoeling van de wetgever is geweest de patiënt het recht op euthanasie te verlenen. Hulsebosch suggereert met de term ‘consumptieartikel’ ten onrechte dat dit bij de huidige toepassing van de wet het geval zou zijn. Uit de jaarverslagen van de Regionale Toetsingscommissie Euthanasie (RTE) blijkt dat deze slechts zelden tot de conclusie komt dat niet volgens de wettelijke zorgvuldigheidseisen gehandeld is. Hieruit kan men concluderen, dat de wat krachtig geformuleerde vrees dat euthanasie een consumptieartikel dreigt te worden vooralsnog ongegrond is. Een euthanasie die uitgevoerd is uitsluitend op basis van autonomie zal immers niet door de RTE als zorgvuldig beoordeeld worden.
De criteria ‘vrijwillig en weloverwogen’, ‘uitzichtloos en ondraaglijk lijden’ en ‘redelijke andere oplossing’ heeft de wetgever bewust niet nader gedefinieerd. Het gaat om open normen, die elke arts in samenspraak met de patiënt persoonlijk en gewetensvol moet afwegen tegen de norm dat het leven een hoge mate van beschermingswaardigheid moet hebben. Hierbij is bewust ruimte gelaten voor persoonlijke verschillen tussen artsen bij deze afweging. Hierbij heeft de patiënt niet het recht op euthanasie, maar wel op een second opinion, als hij zich door zijn eigen arts in de steek gelaten voelt. Ten onrechte suggereert Hulsebosch dat er een criterium ‘zinloos’ of ‘zinvol’ zou bestaan en dat ondraaglijk en uitzichtloos lijden gelijkgesteld kan worden aan ‘zinloos’. Dit wijst op enige oppervlakkigheid in zijn denken. Ten onrechte suggereert Hulsebosch, dat het met de open normen in de WTL te gemakkelijk geworden is. Het tegendeel is het geval: een persoonlijke morele afweging maken en deze op overtuigende wijze aan de RTE duidelijk maken is veel moeilijker dan een lijstje punten afvinken, of het lijden slechts bij één categorie patiënten te erkennen. Al tijdens de totstandkoming van de WTL is gesignaleerd dat de beoordeling van de ondraaglijkheid van het lijden moeilijk kan zijn. Destijds is door Kimsma in dit tijdschrift een goed bruikbare methode gepubliceerd die deze moeilijke beoordeling mogelijk maakt.
Wat de medische oorzaak van het lijden is doet niet ter zake. De WTL zegt hier niets over. Jurisprudentie uit 1993 (arrest Chabot) is duidelijk op dit punt. Deze jurisprudentie vormde mede de basis van de WTL. De wet is dus nadrukkelijk niet uitsluitend bedoeld voor patiënten met terminale kanker.
Als we het centrale begrip, het lijden, gemakshalve uit de WTL zouden schrappen, of dit zó scherp willen definiëren dat het alleen voor terminale kankerpatiënten geldt, zouden we daarmee het kind met het badwater weggooien. De belangrijke waarde, barmhartigheid komt dan te vervallen. Als barmhartigheid en empathie gereduceerd worden tot een afvinklijstje, dan verdwijnt het bewust en gewetensvol omgaan met een euthanasieverzoek. Dan wordt geen recht gedaan aan het persoonlijke morele dilemma, waarmee we bij elk euthanasieverzoek geconfronteerd worden. Dat is erger dan het door Hulsebosch gewenste verdwijnen van de Levenseindekliniek.
Dr. JJ Wielenga, internist-hematoloog
SCEN-arts, zorgmanager Levenseindekliniek.
S.E.R. van Marle-Jeurissen
Huisarts, Schevenin, 'S-GRAVENHAGE Nederland
Beste Ronald, wat een mooi betoog, ook al ben ik het niet eens met de conclusie. Ik vind het soms lijken of alles perfect moet zijn en het sterfbed als imperfect wordt gezien....je moet van een perfect leven naar een perfecte dood mogen....er is geen... tijd voor acceptatie of loslaten...terwijl dat volgens mij juist zo belangrijk is....toch heb ik recent mijn eerste euthanasie uitgevoerd bij een patiente zonder kanker, waar ik geheel achter het beloop stond...ik geloof dat je samen met de patient de criteria moet doorlopen en kijken of je je daar beiden in kan vinden van mens tot mens. Het is een proces. Niet een beslissing van een patient. Hier mag je als dokter subjectief zijn, je moet er zelf ook echt achter staan, denk ik. Want het is en blijft een enorme beslissing, die zeer zorgvuldig moet worden genomen.
P.J.E. van Rijn
huisarts gepensioneerd, RHEDEN Nederland
In deze indrukwekkende zielsuiting over euthanasie als consumptieartikel herken ik heel goed mijn gevoelens bij sterfbedbegeleiding gedurende mijn actieve leven als huisarts .Ook vóór de komst van de euthanasiewet bestond natuurlijk het probleem van ...een terminale kankerpatiënt die min of meer ongevoelig bleek te zijn voor welke medicatie dan ook.Waarbij zelfs 1000 mgr morfine [ sic!]soms onvoldoende was .Gelukkig inderdaad was er op zo`n moment de hulp van phenobarbital en curare om de patiënt ook in díe tijd rustig te kunnen laten inslapen.Een goede daad was verricht .Zo is de euthanasiewet ook bedoeld ,om het lijden van terminaal zieke patiënten te kunnen verlichten .Maar daarna begon het pas .Onder invloed van de aanvankelijk zo bejubelde mores van de zestiger jaren is er een generatie opgestaan van hedonistische egoïsten, die niet anders kunnen dan te pas en te onpas hun rechten op te eisen . Zo ook het vermeende recht op euthanasie. Zgn. `moderne` mensen, die het individualistische produkt zijn van het neoliberalisme, waarbinnen iedereen denkt zijn eigen einde te mogen regiseren .Omdat ze door hun aangeleerde wantrouwen het steeds minder kunnen opbrengen de regie over hun levenseinde aan een ander over te laten.Die, zo jong als ze zijn, in blakende gezondheid je spreekkamer binnen komen om , momdeling vergezeld van hun eisen , een levenstestament op je bureau te werpen. Als het niet voor henzelf is dan wel voor hun ouders , omdat hun carrièredrang hen niet toestaat deze op een liefdevolle manier te verzorgen,totdat ze rustig zelf kunnen sterven.Dit door sommige collega`s beloonde wangedrag heeft nu geleid tot een blijkbaar onstuitbaar afglijden op een hellend vlak van een in beginsel zinvolle euthanasiepraktijk .Hetgeen trouwens mijn werkplezier de laatste jaren in ernstige mate heeft vergald . Ik leef mee met mijn collega`s die nog zóveel mensen moeten doden..
Peter van Rijn , huisarts gepensioneerd , Rheden
P.D.F. Frijns
Specialist Ouderengeneeskunde en SCEN-arts, GELEEN Nederland
Bijzonder dat collega Hulsebosch zich in een rubriek onder de noemer "Ethiek" zich prima voelde bij een illegale actie en valsheid in geschrifte en een risico op vervolging en dat hij zich niet goed voelt nu hij (semi)legaal euthanasie uitvoert.
Zij...n opmerking dat de SCEN-arts akkoord gaat met de wens van de patiënt is een misverstand. De SCEN-arts toets de thans wettelijke criteria. Vaak wordt (ook door SCEN-artsen) in het toetsverslag beschreven dat de tweede, onafhankelijk arts, de vraag invoelbaar vindt. Ik schrijf dat als SCEN-arts nooit. De invoelbaarheid is aan de uitvoerend arts. Maar blijkens de twijfels van collega Hulsebosch voert hij ook euthanasie uit als hij het niet invoelbaar vindt. Voelt hij zich daarom nu niet goed?
Overigens ben ik het eens met het idee dat steeds vaker regieverlies een argument is om euthanasie te willen. Hoe dat uitgelegd kan worden als ondraaglijk is een lastig dilemma. Als dat het enige argument zou zijn, zou ik me als uitvoerend arts ook bedenken. Maar alleen terminale kanker als argument is weer het andere uiterste. Heeft collega Hulsebosch zo weinig (pre)terminale patiënten gezien met b.v A.L.S.?
A. de Lange
huisarts, ZWOLLE Nederland
In grote lijnen kan ik mij vinden in het stuk van Hulsebosch, met wel wat nuancering hier en daar. Euthanasie lijkt, voor diegenen die het zo willen verwoorden, een leefstijl status te krijgen. We passen voor mogelijk lijden en houden zelf de regie. ...Hier voel ik mij, als door de maatschappij aangewezen professional, niet prettig bij. Zelf heb ik hierbij geen enkele religieuze overtuiging, wel een filosofische. Welk leven is het waard geleefd te worden en kunnen wij overzien wat ons te wachten staat en hoe we hierop gaan reageren? Nu zien we een afglijden van een in beginsel goed geregelde euthanasie praktijk waarbij mensen in een gevorderd ziektestadium en waarbij geen verlichting van pijn,benauwdheid etc kan worden geboden, een menswaardig einde wordt geboden. Ik zie voor mijzelf geen rol in andere aanvragen voor euthanasie dan de hiervoor geschetste en ben huiverig voor een ontwikkeling waarbij euthanasie onderdeel gaat worden van een leefstijl waarbij de eigen regie lijdend is.
A. de Lange, huisarts
R.E. Dekens
psychiater, 's-Gravenhage Nederland
Ik kan het toch niet laten te reageren.
Het stuk van Hulzebosch is zo persoonlijk gekleurd en mogelijk religieus aangestuurd; die indruk maakt het wel. Als euthanasie in die netten verstrikt raakt, moet men zich er verre van houden; weigeren mag, ov...erigens.
Het gaat om de last die een patient ervaart en waarbij verder leven niet meer als zinvol wordt gezien door die patient.
Er komen steeds meer mogelijkheden om op een bepaalde tijd het leven te stoppen en het is goed om kritisch te blijven maar om terug te gaan in de tijd waarbij alleen bij ondragelijke kanker euthanasie geschonken mag worden?
Het is ondenkbaar dat Hulzebosch geen andere lijdende patienten heeft gezien die een zacht en gewenst einde " verdienden".
Over mijn patienten met depressie of persoonlijkheidsstoornis enzovoort durf ik bij Hulzebosch in de spreekkamer niet te beginnen.
F.G.M. Ploegmakers
scenarts, DORDRECHT Nederland
Ik ben het niet met U eens: de euthanasie wet is bedoeld voor mensen die uitzichtloos en ondraaglijk lijden wat ook de oorzaak is. De beperking terminale kanker die u voorstelt is een belediging voor allen die om andere redenen een euthanasiewens uit...spreken. Uw opmerking dat daardoor de levenseinde kliniek bestaansrecht ontnomen wordt, gaat voorbij aan het feit dat mensen met een euthanasie wens niet afhankelijk mogen zijn van artsen met een beperkte visie zoals U.
E.K. Fogelberg
huisarts np, scenarts, onderzoeker leve, ZOETERWOUDE Nederland
Collega Hulsebosch schrijft onder ander over het criterium lijden voor de rechtvaardiging van euthanasie. Als scenarts kom ik frequent bij mensen die zeggen niet te lijden, maar wèl dood te willen, om diverse (invoelbare) redenen. Meestal is er sprak...e van afkeer voor dat wat er komen gaat, dat is zeker een bron van lijden (de mens lijdt het meest onder het lijden wat ie vreest). Dus als aan alle andere wettelijke eisen ook is voldaan, dan kan ik als scenarts zonder enige wroeging de uitvoerende arts bevestigend antwoorden. Maar toch voelt dit vreemd, dus ik onderschrijf het geschrevene; dat het steeds minder over het lijden gaat, meer over zelfbeschikking. En zelfbeschikking dat is goed. Maar die gifbeker, kan die niet ook door een ander dan de arts gegeven worden, met vergelijkbare zorgvuldigheidscriteria als omschreven in de euthanasiewet.
M.A. Siezenga
internist, VEENENDAAL Nederland
Collega Hulsebosch neemt een moedig standpunt in het euthanasiedebat in. Geen euthanasie-geval staat los en op zichzelf. Of we nu willen of niet: we zijn altijd onderdeel van een groter geheel. En in dat licht plaatst collega Hulsebosch mijns inziens... terecht kanttekeningen bij de mentaliteit van onze huidige samenleving en bij de gevolgen die elk individueel euthanasiegeval voor onze maatschappij als geheel heeft.
S.P.L. Jansen
Orthopedisch chirurg, 's-Gravenhage Nederland
Een bijzonder artikel. In tijden waarin we om ons heen de gruwelijke gevolgen van intolerantie dagelijks kunnen waarnemen, start collega Hulsebosch een strijd tegen één van de grootste verworvenheden van onze vrije maatschappij. Euthanasie is geen te...ken van filosofische oppervlakkigheid, het is een bekroning van onze humanistische traditie! Indien collega Hulsebosch behoefte heeft aan spiritualiteit, dan staat het hem vrij deze in de privésfeer te beoefenen. Het heeft echter geen pas om deze aan zijn patiënten op te dringen en hen in zijn artikel als lafaards af te schilderen. Ik behoor tot de groep die bewondering heeft voor de moed die mensen aan het einde van hun leven tonen door te kiezen voor euthanasie. Bovendien, voor zover ik weet, is collega Hulsebosch niet verplicht om euthanasie uit te voeren. Daarvoor hebben we dan gelukkig de Levenseindekliniek!
G.L.M. Slingerland
Bedrijfsarts, AMERSFOORT Nederland
Ik vond dit artikel een verademing....en ben heel blij met deze collega! Het zet de zaken mijns inziens weer in perspectief.
G.J. ter Braak
Vertrouwensarts, AMSTELVEEN Nederland
Hulsebosch stelt dat uitzichtloos en ondraaglijk lijden onhoudbare criteria zijn, daar niets ondraaglijk is en lijden nooit uitzichtloos is omdat er altijd uitzicht is op de dood (ja, duh... met uitzichtloos wordt het ontbreken van kans op verbeterin...g vóór de natuurlijke dood bedoeld!). Bovendien zou ondraaglijkheid niet te objectiveren zijn en daarom niet kunnen dienen als criterium voor euthanasie. Maar als ondraaglijkheid niet te objectiveren valt, hoe weet Hulsebosch dan dat niets ondraaglijk is voor zijn patiënt? Misschien vergist hij zich wel en wil hij mensen veroordelen tot dóórlijden op basis van een vermoeden. Dat is aanmatigend en moraliserend. Prima als Hulsebosch dit van zichzelf eist, maar waarom zouden anderen even streng voor zichzelf moeten zijn? En waarom zou hij dan trouwens wel vrede hebben met terminale kanker als vereiste voor euthanasie. Als terminale kanker uitzichtloos en ondraaglijk zou zijn kan ik me daar iets bij voorstellen, maar dat noemt Hulsebosch nu juist onmogelijk. Raadselachtig.
Wel ziet Hulsebosch dit laatste vereiste als middel tegen "onoplosbare discussies over zinloos leven en lijden". Nou en? Lijdt de mensheid soms meer aan onoplosbare discussies dan aan dementie, ALS of depressies?
Voorts stelt Hulsebosch dat de gedachte dat lijden niet hoeft getuigt van een beperkte en niet realistische kijk op het bestaan, en ook nog eens getuigt van filosofische oppervlakkigheid en spirituele armoede. Wie weet, maar so what? Op grond waarvan zouden we mensen mogen en moeten verplichten tot een onbeperkte en realistische kijk op het bestaan, filosofische diepgang en spirituele rijkdom? En ze met dat doel een uitweg uit hun lijden onthouden waar ze zelf voor zouden kiezen? Dit is een gruwelijke vorm van moralisme en paternalisme, en tegen een hoge prijs. Zonder dit vrijblijvend moralisme bereiken we hopelijk dat de gedachte dat lijden niet hoeft realistischer wordt dan ze nu wellicht is.