Laatste nieuws
Henk Maassen
Henk Maassen
6 minuten leestijd
Achter het nieuws

Europa aarzelend op weg naar een gezondheidsunie

‘Bij een grote crisis, zoals een pandemie, moet Europa een veel grotere rol gaan spelen’

1 reactie
Adobe Stock
Adobe Stock

Volgende week zijn de Europese verkiezingen. Zorg en gezondheid spelen niet de grootste rol; ze zijn vooral ‘lokaal’. Toch staat de vorming van een Europese gezondheidsunie op de agenda. Wat houdt dat in?

Toen in juni 2020 de Europese Commissie besloot tot centrale aankoop van coronavaccins, ­betekende dat een majeure verandering in de rol die de EU op het terrein van de gezondheidszorg speelt. Want gezondheidszorg is volgens het Europees Verdrag immers een nationale bevoegdheid. Aanvankelijk leidde de coronacrisis dan ook tot een ieder-voor-zichhouding. Wanneer en hoe dat precies is veranderd is niet meer te achterhalen, zo blijkt uit Een Europees Pandemonium, de reconstructie van het EU-beleid ten tijde van de pandemie die historicus Luuk van Middelaar maakte. Op een gegeven ogenblik waren de lidstaten ‘om’, en besloten ze dat het verstandiger was gezamenlijk op te trekken. De voorzitter van de Europese Commissie Ursula von der Leyen – zelf arts – trok het initiatief voor de inkoop van mondkapjes en vaccins naar zich toe.

Luister ook MC de podcast waarin Christiaan Keijzer, voorzitter van de Europese artsenorganisatie CPME, de belangrijkste thema’s van de Europse verkiezingen voor artsen bespreekt:

Europese gezondheidsunie

En dat niet alleen. Een paar maanden later kondigde Von der Leyen in het verlengde daarvan zelfs plannen aan voor een ‘Europese gezondheidsunie’. In eerste instantie werden onder deze vlag de mogelijkheden van de EU om tijdens een gezondheidscrisis maatregelen te nemen uitgebreid. En het EU4Health gezondheidsprogramma (voor de jaren 2021-2027) werd opgesteld, met vier doelstellingen: de gezondheid van iedereen verbeteren en bevorderen, mensen beter beschermen tegen gezondheidsbedreigingen, de toegang tot geneesmiddelen makkelijker maken en de gezondheidsstelsels versterken. Mohammed Chahim (PvdA), vice-voorzitter van de sociaaldemocratische fractie in het Europees Parlement en lid van de commissie Milieu­beheer, volksgezondheid en voedselveiligheid wijst erop dat er sindsdien onder meer een lijst met kritieke geneesmiddelen is samen­gesteld en dat er plannen bestaan om de tijd die verloopt tussen de indiening van de aanvraag en het verlenen van de vergunning voor het in de handel brengen van nieuwe medicijnen te verlagen. ‘Verder zou de productiecapaciteit van generieke medicijnen en van medische apparatuur en beschermingsmiddelen vergroot moeten worden, waardoor Europa minder afhankelijk wordt van de productie in landen buiten de EU.’ Dat ook het Europees Parlement meer oog heeft gekregen voor kwesties van volksgezondheid, blijkt uit het feit dat naast die bestaande commissie Milieu­beheer, volksgezondheid en voedsel­veiligheid, in maart 2023 de nieuwe subcommissie volksgezondheid in het leven is geroepen, die de gezondheidsprogramma’s en het farma­beleid van de Europese Commissie kritisch moet gaan volgen.

(verhaal gaat verder onder het kader)

Besluitvorming in de EU

Hoe werkt het ook alweer in de Europese Unie (EU)? De ­Europese Commissie, het uitvoerende orgaan van de EU, is de enige Europese instelling die bevoegd is om voorstellen voor nieuwe Europese wetgeving te doen. Het Europees Parlement, dat met 751 leden alle burgers vertegenwoordigt, en de Raad van Ministers, die alle landen vertegenwoordigt – zoals de verzamelde ministers van Volksgezondheid – buigen zich over de voorstellen van de Commissie en kunnen met wijzigingsvoorstellen komen. Als de beide instellingen het niet eens worden over deze amendementen, volgt er een nieuwe behandeling. In deze ­zogenaamde ‘tweede lezing’ kunnen parlement en raad opnieuw met amendementen komen. Als beide instellingen een compromis bereiken, wordt het voorstel goedgekeurd. Zowel de raad als het parlement kan het voorstel in deze laatste lezing blokkeren. Het Europees Parlement en de Raad van Ministers stellen EU-wetgeving dus vast, maar ze kunnen ook met niet-bindende aanbevelingen komen. De Raad van Ministers is overigens niet te verwarren met de Europese Raad: die bestaat uit de staatshoofden en regeringsleiders van de lidstaten, en bepaalt de algemene politieke beleidslijnen van de EU.

Risicodeling

Die gezondheidsunie is een beleidsframe, constateert Anniek de Ruijter, hoogleraar gezondheidsrecht aan de Universiteit van Amsterdam. Maar het is in principe wel een goed idee, vindt ze. ‘De vraag is alleen: wat willen we er uiteindelijk mee? Dat Europa bepaalt wat er in ons basispakket zit? Dat lijkt me niet de bedoeling: burgers kijken, als ze ziek zijn of hulp nodig hebben, als eerste naar hun nationale staat. En terecht, want zorg is lokaal, de huisarts en de verloskundige zijn om de hoek, het ziekenhuis is in de dichtst­bijzijnde stad, waar je familie je kan ­opzoeken.

Is het oogmerk echter risicodeling, dus dat je grote crises gezamenlijk te lijf kunt gaan, zoals ten tijde van de pandemie, dan moet Europa een veel grotere rol gaan spelen, dan nu het geval is. De EU zou voor die gevallen een grotere “herverzekeringsrol” op zich kunnen nemen, door buffers te creëren voor gezondheidscrises, en door samen te werken in aspecten van de zorg waarin EU-landen individueel een slechte onderhandelings­positie hebben. Zoals bij de beschikbaarheid van kritieke medicijnen. En ook bij het versterken van de volksgezondheid.’

Alleen: wat willen we er uiteindelijk mee?

Bevoegdheden

De lidstaten laten in dat opzicht op Europees niveau mogelijkheden liggen, vindt ze. In de eerste plaats omdat vaak niet wordt ingezien hoe Europees beleid de volksgezondheid op nationaal niveau in ongunstige zin ­beïnvloedt, stelt De Ruijter. In de oratie die ze onlangs uitsprak geeft ze het voorbeeld van de financiële crisis van 2008. Om voor ­financiële hulp van de EU in aanmerking te komen, moesten lidstaten destijds bezuinigen, ook op de zorg. In Roemenië heeft dat tot de sluiting van maar liefst 67 ziekenhuizen geleid. Het klinkt enigszins paradoxaal, maar Europa zou volgens haar meer bevoegdheden moeten hebben op het gebied van de volksgezondheid, juist om dat soort desastreuze gevolgen op landelijk niveau te voorkomen. ‘Nu is het vaak moeilijk voor nationale gezondheids­ministeries en parlementaire commissies om dit soort maatregelen te beïnvloeden in het belang van de gezondheid, omdat door die beperkte bevoegdheid de ministeries uit andere beleidsgebieden in de lead worden gezet in Europa.’

Maar er is meer. De Ruijter: ‘Neem de tabakswetgeving en voedselwetgeving: willen we minder fastfood, of het roken verbieden, dan laat het Europees recht dat nu niet toe. Landen mogen geen belemmeringen opleggen voor de handel in deze producten. Ook in dit geval geldt: de EU kan zorgonvriendelijke en ongezonde maatregelen nemen op grond van bevoegdheden in beleidsgebieden als de interne markt of de landbouw, terwijl daar vanuit het oogpunt van de bevordering of de bescherming van de gezondheid geen Europese bevoegdheden tegenover staan.’

Sterke lobby

Wat is of wat zou op dat punt de rol van het Europees Parlement moeten zijn? De Ruijter: ‘Zaken die nu uitsluitend aan de orde komen in commissies voor de interne markt of voor de landbouw, daar zou de commissie voor Volksgezondheid zich ook mee kunnen bemoeien. Het is lastig, dat weet ik ook wel, maar het parlement zou wat dat betreft ondernemender kunnen zijn.’

Zeker, ‘Brussel’ kan inderdaad veel meer dan nu doen aan preventie, zoals het bevorderen van gezonde luchtkwaliteit of het uitfaseren van schadelijke stoffen, beaamt Europarlementariër Chahim. ‘Bij bepaalde onderwerpen’, vervolgt hij, ‘kunnen we als parlementaire commissie vragen een ­medewetgevende of in ieder geval mede-­adviserende rol te krijgen en dat gebeurt ook wel met enige regelmaat.’ Maar hij voegt daar onmiddellijk aan toe dat dit verzoek vaak wordt geblokkeerd: ‘Met name door partijen die zich laten leiden door de sterke lobby van bedrijven en andere belanghebbenden; we zien dat bij beperking van pfas, microplastics, bij tegengaan van het gebruik van pesticiden, maar ook bij de indamming van het ­antibioticagebruik. Dat is helaas voorlopig een vast gegeven.’ Of de aanstaande ­verkiezingen daar verandering in brengen valt nog maar te bezien.

Lees ook

En zie ook

Achter het nieuws Europa
  • Henk Maassen

    Henk Maassen is sinds 1999 journalist bij Medisch Contact, met speciale belangstelling voor psychiatrie en neurowetenschappen, sociale geneeskunde en economie van de gezondheidszorg. Hij stelt wekelijks de Media & Cultuur-pagina’s samen.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Bestuurder , Belgisch en Nederlands Limburg

    Er moet vanouds EU meer uniformiteit komen. Ook wat betreft verzekeringen en hoe je zorg over landsgrenzen heen kunt gebruiken. Nu is het namelijk zo dat er telkens geacteerd wordt vanuit de grenzen. Voorbeeld: je woont in de Belgische grensstreek, d...ichtbij zijnde ziekenhuis staat in Nederland dan wordt je niet door Nederlandse ambulance naar Nederlandse ziekenhuis gebracht. Daarnaast gaan veel Nederlandse grensinwoners over de grens in België medicijnen halen, omdat ze daar wel nog beschikbaar zijn.
    Ook het probleem van wonen in België en werken in Nederland betekent dat deze mensen zowel in België als in Nederland voor ziektekosten verzekerd moeten zijn. Dit is absoluut onnodig. Daarnaast geldt dit voor alle Europese grensgebieden.
    Hier moet in EU-verband een einde aan komen. De stelling dat zorg en zorgaanbieders lokaal zijn is flauwekul, want grensinwoners bewegen zich heel gemakkelijk tussen de ene Nederlandse huisarts en de Belgisch apotheek of ziekenhuis.

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.