De verzekeringsgeneeskunde: op naar de toekomst
Plaats een reactieVoorzitterscolumn
Iedereen is het erover eens: er komt krapte op de markt voor artsen. Dit geldt voor alle specialisaties, maar zeker voor de sociale geneeskunde. Binnen de verzekeringsgeneeskunde zullen de komende jaren veel artsen uitstromen. Tegelijk is er onvoldoende instroom. Dat komt mede doordat het vak onbekend is bij nieuwe collega’s en niet aantrekkelijk lijkt.
Veel verzekeringsartsen zijn, evenals ik, in dit vak beland in een tijd van overschot aan artsen. Hoewel hun keuze aanvankelijk niet positief was, is deze daarna wel positief geworden. Kennelijk heeft dit vak zijn aantrekkelijke kanten.
De verzekeringsgeneeskunde kent veel verschillende rollen. De bekendste is die van verzekeringsarts bij het UWV, waarbij het uitvoeren van de sociale zekerheid centraal staat. De arts beoordeelt de mogelijkheden tot participatie in het kader van de wetgeving. Er zijn echter ook andere rollen. Ook de medisch adviseur bij de verzekeraar is een verzekeringsarts. Ook hij beoordeelt mogelijkheden tot functioneren, maar dan gerelateerd aan de polis. Beide rollen kennen naast een meer juridisch kader ook een activerende activiteit. Bij verzekeringsartsen, werkzaam in de re-integratie, staat dit juridische kader op de achtergrond, maar is de hoofdtaak de bevordering van participatie en de advisering over interventies, die daaraan kunnen bijdragen.
Allen verrichten hun werkzaamheden op grond van één gezamenlijk kennisdomein: het bepalen van de belastbaarheid en de mogelijkheden deze belastbaarheid te verbeteren en effectiever te maken. Het domein van participatie, van terugkeer naar arbeid en deelname aan de maatschappij. Dit domein delen de verzekeringsartsen met bedrijfsartsen en artsen indicatie en advies. Vele rollen, die thans door bedrijfsartsen en artsen indicatie en advies worden vervuld, vielen traditioneel binnen de verzekeringsgeneeskunde.
Behoud van participatie
moet een behandeldoel zijn
Op basis van één gezamenlijk kennisdomein zijn meerdere rollen als arts mogelijk. Eigenlijk zou dit een aantrekkelijke toekomst voor nieuwe artsen kunnen zijn. Als switchen van rol gemakkelijk is, betekent dat een beter loopbaanperspectief. Dat maakt het vak aantrekkelijker.
Hier ligt een gezamenlijke uitdaging om de capaciteitsproblemen aan te pakken, maar ook om de participatie te bevorderen. Het is daarom de hoogste tijd om ons met elkaar te beraden hoe wij deze vraagstukken het hoofd kunnen bieden. Niet ieder apart, maar allemaal samen. Niet op basis van heilige huisjes, maar innovatief en creatief.
Vanuit de NVVG willen wij komend jaar zoeken naar deze gezamenlijkheid en naar alle middelen om participatie een belangrijke plaats in de medische keten te geven. Daarbij hoort een organisatievorm die dat bevordert, en die geschikt is voor de toekomst. Dat maakt het vak aantrekkelijk, en het is van belang voor patiënten. Daarom moet behoud van participatie een behandeldoel zijn in de medische keten, moet binnen de curatieve sector de kennis over participatie beschikbaar zijn, en moeten alle rollen, zoals die nu door bedrijfsarts, arts indicatie en advies, en verzekeringsarts worden vervuld, vervuld blijven. Dit moet misschien helemaal anders georganiseerd en geordend worden. Het is van belang dat wij allen in deze discussie participeren.
Han Hullen, voorzitter NVVG
<strong>Klik hier voor een PDF van het federatienieuws</strong>- Er zijn nog geen reacties