Laatste nieuws
enquête tuchtrecht

‘Angst voor tuchtrecht is buitenproportioneel in verhouding tot kans op klacht’

Reacties op de uitkomsten van de tuchtrechtenquête lopen uiteen

21 reacties
Adobe Stock/Jozef Micic
Adobe Stock/Jozef Micic

Zijn de gevoelens van frustratie, angst en stress die artsen ervaren alleen al bij de gedachte aan het tuchtrecht niet ‘een beetje buitenproportioneel’? Of zijn ze vooral herkenbaar en moet het tuchtrecht gewoon zo snel mogelijk op de schop? Vijf deskundigen aan het woord.

Vorige week publiceerde Medisch Contact de resultaten van de enquête over de impact van het tuchtrecht, waaraan ruim 6800 artsen mee­­deden. Daaruit bleek onder meer dat twee derde van de artsen bij de gedachte aan een tuchtklacht gevoelens van frustratie ervaart en ruim de helft gevoelens van angst. En dat het daarbij niet zoveel uitmaakt of iemand daadwerkelijk al eens een tuchtklacht kreeg of niet.

Ook geeft bijna de helft aan defensiever te handelen en een tiende overweegt zelfs het artsenvak te verlaten. Herkenbare gevoelens, zeggen de vijf deskundigen die Medisch Contact deze week aan het woord laat naar aanleiding van de enquêteresultaten. Toch wijzen zij er ook op dat de kans dat je als arts een tuchtklacht krijgt én dat die ook nog eens leidt tot een maatregel héél klein is.

‘Artsen moeten het niet te veel op zichzelf als persoon betrekken’
Advocaat Oswald Nunes
Advocaat Oswald Nunes

Advocaat Oswald Nunes:

‘Het varieert van een paar slapeloze nachten tot een burn-out’

‘Ik zie die gevoelens van angst en onzekerheid ook bij mijn cliënten. Veel artsen ervaren een tuchtklacht als een soort life-event, merk ik. Het is heel ingrijpend voor hen’, zegt Oswald Nunes. Hij staat als advocaat vaak artsen en andere zorgverleners bij die met een tuchtklacht te maken kregen. Hij publiceert, onder meer via LinkedIn, wekelijks een blog over het tuchtrecht. Hij her­kent de gevoelens van frustratie, angst en stress die het tuchtrecht oproept bij veel van de respondenten. Nunes: ‘Eerst staan artsen naast de patiënt en dan staan ze er opeens tegenover, terwijl ze voor hun gevoel vaak juist hun uiterste best hebben gedaan voor die patiënt. De impact varieert echt van een paar slapeloze nachten tot een burn-out of zelfs stoppen met werken. Maar als je goed kunt uitleggen hoe je hebt gehandeld en waarom – en daarin goed wordt begeleid, dan moet je ook vertrouwen hebben in de uitkomst. En soms zijn er ook gewoon dingen niet goed gedaan en dan is het mijn taak als advocaat om verzachtende omstandigheden aan te voeren. Ik denk dat artsen het ook niet te veel op zichzelf als persoon moeten betrekken. Je wordt aan­­gesproken op je professionele handelen, daar moet je dan ook als professional op reageren.’

Luister ook naar de aflevering van Medisch Contact de podcast over dit onderwerp:

Ondanks dat hij de gevoelens van de respondenten herkent, had Nunes toch niet verwacht dat zo’n hoog percentage artsen zulke negatieve gevoelens over het tuchtrecht zou hebben. Nunes: ‘Eerlijk gezegd vind ik het een beetje buitenproportioneel om zo gefrustreerd of angstig te zijn over het tuchtrecht. De kans dat je met een tuchtklacht te maken krijgt, is namelijk best wel klein. En de kans op een gegronde tuchtklacht is nog veel kleiner. Zeker als je bedenkt dat er in 2023 1030 klachten binnenkwamen bij de regionale tuchtcolleges – waarvan 655 over artsen gingen – en 75 tot 80 procent ongegrond werd verklaard. En dat alle artsen samen in dat jaar vele duizenden, zelfs miljoenen medische handelingen verrichtten. Die angst is dus objectief niet goed te verklaren. Maar toch zie ik dat iedereen er rekening mee houdt dat het hem of haar ook een keer kan overkomen.’

Hoe het komt dat ook artsen die zelf nooit een tuchtklacht kregen net zo vaak of zelfs vaker frustratie en angst ervaren als artsen die wél een tuchtklacht kregen, kan Nunes niet goed verklaren, zegt hij. ‘Ik denk dat het te maken heeft met angst voor het onbekende – onbekend maakt onbemind. Ik denk dat wanneer je een beetje weet hoe het tuchtrechtsysteem werkt, je er waarschijnlijk ook minder angstig voor bent. Ik denk dat bij veel artsen kennis ontbreekt over het tuchtrecht. Ze krijgen er heel weinig over mee tijdens de opleiding, dat merk ik als ik lesgeef aan geneeskundestudenten. Ik denk dat daarin verbetering mogelijk is. Bijvoorbeeld door nascholing over het tuchtrecht verplicht te maken voor de herregistratie. Ook zou ik artsen aanraden om eens een paar zittingen van het tuchtcollege bij te wonen – ze zijn openbaar – om te zien hoe het werkt.’

Nunes vindt dat er een systeem móét zijn dat de kwaliteit van de zorg bewaakt, dat patiënten beschermt tegen ondeskundige of onzorgvuldig handelende zorgverleners. Nunes: ‘Een systeem dat in het ergste geval ook de rotte appels ertussenuit haalt, om het zo maar te zeggen. Maar artsen ervaren het tuchtrecht vaak meer als een soort “strafrecht light”, in plaats van een middel om de kwaliteit van de zorg in het algemeen te verbeteren en om van te leren. Misschien komt dat doordat de nadruk in de uitspraken van het tuchtcollege vaak ligt bij wat er niet goed is gegaan. Er wordt niet gekeken naar wat wél goed is gegaan, terwijl je daar ook van leert. Al heel veel mensen hebben zich het hoofd gebroken over de vraag hoe het tuchtrecht anders of beter zou kunnen. Maar het gouden ei is nog niet gevonden.’

‘Artsen vinden dat de drempel verhoogd moet worden om een klacht in te dienen, maar wij filteren al veel’

Katlijne van den Berg Jeths voorzitter RTG ’s-Hertogenbosch, en Jonneke Oosting, voorzitter CTG:

‘Een uitspraak is geen letterlijke aanwijzing over hoe iets in de praktijk moet’

Het is vooral jammer en eigenlijk onnodig dat artsen zich zo angstig en gefrustreerd voelen over het tuchtrecht, zeggen Katlijne van den Berg Jeths, voorzitter van het Regionaal Tuchtcollege (RTG) ’s-Hertogenbosch en Jonneke Oosting, voorzitter van het Centraal Tuchtcollege (CTG). Oosting: ‘Volgens mij wijst dit erop dat er veel onbekendheid is met het tuchtrecht. Er zou meer voorlichting moeten komen voor artsen, zodat het meer genormaliseerd wordt dat je als arts een tuchtklacht of een andere klacht kan krijgen. Het hoort nu eenmaal bij je werk. En tegelijkertijd is het goed dat artsen zich realiseren dat de kans op een tuchtklacht heel klein is: in 2023 waren dat er 665, op zo’n 80 duizend artsen.’ Van den Berg Jeths vult aan: ‘Wat me opviel is dat artsen vinden dat de drempel verhoogd moet worden om een klacht in te dienen. Maar wij filteren al veel: slechts 30 procent van de klaagschriften, die bij een regionaal tuchtcollege terechtkomen, leidt uiteindelijk tot een zitting.’

Er zijn verschillende manieren waarop de tuchtcolleges filteren, vertellen de voorzitters. Er kan bijvoorbeeld al een voorzittersbeslissing worden genomen op basis van alleen het klaagschrift – dan wordt de klacht ongegrond verklaard. In dat geval hoort de arts pas over de klacht als hij/zij de brief over deze beslissing ontvangt. Een andere manier waarop het tuchtcollege klachten filtert is door een mondeling vooronderzoek, waarbij de arts en de klager eerst samen, onder leiding van een secretaris, in gesprek kunnen gaan. Oosting: ‘We merken dat daar helaas niet altijd gebruik van wordt gemaakt, door artsen, klagers of de inspectie.’

Overigens herkennen beiden niet dat patiënten een klacht indienen vanuit wraak of wroeging, wat in de enquête door een deel van de respondenten wordt genoemd. Oosting: ‘Patiënten dienen een tuchtklacht niet lichtvaardig in; het is voor hen ook heel spannend. Veel klagers geven aan dat ze het doen omdat ze niet willen dat iemand anders hetzelfde overkomt.’

De beide voorzitters vinden het verder opvallend dat artsen het hele tuchtrechtproces al als een straf lijken te ervaren, ongeacht of er een maatregel wordt opgelegd. ‘Wat ik artsen vooral wil meegeven: denk bij een tuchtklacht niet meteen dat je een fout gemaakt hebt, of dat het betekent dat je geen goede arts bent. Maar kijk vooral analytisch en kritisch naar de casus en vraag je af: hoe is dit gelopen? Had ik iets anders kunnen doen?’ En, denk niet meteen dat je wordt gestraft. Tegelijkertijd snap ik ook goed dat het verschrikkelijk kan zijn een klacht te krijgen: het voelt alsof je integriteit wordt aangetast. En als de zaak op zitting komt, kan een college met een aantal beroepsgenoten heel indrukwekkend zijn.’

Dat de tuchtklacht in een rechtbank plaatsvindt, kan ook leiden tot dat gevoel van straf, denkt de voorzitter van het RTG. ‘Dat doen we om allerlei praktische redenen, zodat er genoeg ruimte is voor bezoekers, maar ook voor de veiligheid van alle aanwezigen. We zien namelijk steeds meer agressie in de maatschappij en dan is het prettig om deelnemers te ontvangen in een omgeving met beveiliging en bodes. En bovendien merken we dat er een “beschavende” werking van uitgaat dat er beveiliging in vol ornaat rondloopt met kogelvrij vest en pistool.’

Het verwijt van sommige artsen dat het tuchtcollege te veel met de kennis van achteraf redeneert, ziet Oosting ook anders: ‘Wij kijken echt naar de casus zelf en kijken of de arts op een bepaald moment bijvoorbeeld de juiste beslissingen heeft genomen, ongeacht de uitkomst. En dat betekent dat het fout kan zijn gegáán, maar niet fout gedáán.’ Van den Berg Jeths: ‘En als er iets fout is gedaan, dan is het niet zo dat wij in de uitspraak een bepaalde norm voor de beroepsgroep bepalen of een les meegeven over hoe andere artsen of vakgroepen dit moeten doen. Dat kan ook niet: wij bepalen de richtlijnen en protocollen van de beroepsgroep niet. We hopen vooral dat artsen op uitspraken reflecteren en kijken of er leerpunten zijn voor de eigen beroepsgroep. Bijvoorbeeld over hoe het regie­behandelaarschap ge­regeld is of wat er met toevalsbevindingen wordt gedaan. Een uitspraak moet dus niet worden gezien als een letterlijke aanwijzing over hoe iets in de praktijk moet worden uitgevoerd.’

De voorzitters erkennen dat de lange looptijd van tuchtprocedures veel onzeker­heid met zich meebrengt. Oosting: ‘We doen ons best die doorlooptijden te verkorten en deels kunnen we daar als tuchtcolleges sneller in zijn. Maar tegelijkertijd zal het een lange procedure blijven, omdat de zittingen op een dag gepland moeten worden dat zowel de arts, de gemachtigde en de leden-beroepsgenoten allemaal kunnen. En daarnaast merken we dat klagers en verweerders vaak uitstel vragen, bijvoorbeeld voor het opstellen van een verweerschrift. Wat ook begrijpelijk is, want je wilt een goede reactie geven.’

Daarnaast wil Oosting benadrukken dat de artsen in het tuchtcollege altijd in de praktijk werken. ‘Zij lopen tegen dezelfde dilemma’s aan als de artsen die een tuchtklacht krijgen. En bovendien is het een mix van artsen met jarenlange ervaring en jongere artsen met veel affiniteit voor kwaliteit. We merken dat zij het werk leuk vinden en vaak jarenlang met ons werken, waardoor ze veel ervaring opdoen.’

Sara-Joan Pinto-Sietsma
Sara-Joan Pinto-Sietsma

Internist Sara-Joan Pinto-Sietsma:

‘Er zitten denkfouten in het tuchtrechtsysteem’

‘We houden onszelf voor het lapje door te denken dat het tuchtrechtsysteem een goed kwaliteitssysteem is’, zegt internist en epidemioloog Sara-Joan Pinto-Sietsma. Zij was een van de artsen die in 2021 meedeed aan de petitie ‘Meer recht dan tucht’ (gestart door psychiater Menno Oosterhoff) die door ruim vierduizend artsen werd getekend. Met de petitie wilden ze bij de KNMG pleiten voor een drastische hervorming van het tuchtrecht. Zij publiceerde opiniestukken in onder meer Medisch Contact over waarom het tuchtrechtsysteem in de huidige vorm volgens haar niet voldoet en welke drastische aanpassingen er nodig zijn. Zelf kreeg ze in 2016 een waarschuwing van het Centraal Tuchtcollege, waarna zij zich verder in het tuchtrecht ging verdiepen. Pinto-Sietsma: ‘Het tuchtrecht voldoet niet aan zijn eigen doelstelling, namelijk het bevorderen en bewaken van de individuele gezondheidszorg. En dat komt naar mijn mening doordat er twee denkfouten in zitten. Ten eerste wordt er gehandeld met de uitkomst in handen. Mijn indruk is dat er intensiever wordt gezocht naar fouten wanneer de uitkomst ernstig is, bijvoorbeeld wanneer iemand is overleden. En dan wordt er altijd wel iets gevonden wat niet goed is gegaan. Maar als de uitkomst minder ernstig is, kunnen er ook fouten zijn gemaakt. Ten tweede komen klachten vaak tot stand op basis van onvrede van de klager. Is er geen onvrede, hoe ernstig de uitkomst ook, dan is er geen klacht. Hierdoor kan het gebeuren dat wanneer er echt iets fout is gedaan, er toch geen klacht komt. En andersom kan er onvrede zijn over perfect uitgevoerde zorg. Hoe kan een arts leren van een systeem als daarin veel dingen gemist worden, omdat er niet over geklaagd wordt? Het is niet zo dat ik hiermee probeer de fouten die artsen kunnen maken onder de mat te schuiven, of dat ik vind dat dokters zich niet kwetsbaar moeten opstellen. Nee, het systeem werkt gewoon niet. Patiënten hebben er hierdoor ook niets aan, het helpt de zorg niet.’

En nog sterker, vindt Pinto-Sietsma, het verslechtert mogelijk zelfs de kwaliteit van zorg. ‘Het leidt namelijk tot defensief handelen, wat leidt tot hoge kosten en schadelijk is voor de kwaliteit. En daarnaast leiden tuchtzaken vaak tot emotionele schade bij de hulpverlener. Dat wordt met deze enquête nog maar eens bevestigd.’

Ze heeft er echter een hard hoofd in dat er iets gaat veranderen aan het tuchtrecht. ‘Voor de tuchtcolleges is dit hun werk, dat ze met toewijding doen. Dan is het altijd lastig te erkennen dat het eigenlijk niet deugt.’

Anneloes Rube
Anneloes Rube

Anneloes Rube adviseur gezondheidsrecht bij de KNMG:

‘Er ligt te veel focus op de corrigerende factor’

‘Ik ben niet verbaasd over de hoeveelheid respondenten die aangeeft gevoelens van frustratie en angst te ervaren over het tuchtrecht’, zegt Anneloes Rube, adviseur gezondheidsrecht bij de KNMG. Volgens Rube krijgt de KNMG hierover vaak signalen van artsen. Rube: ‘Daarom hebben wij jarenlang bij de minister aangedrongen op een evaluatie van het tuchtrecht. Deze evaluatie is in september eindelijk van start gegaan en we ver­­wachten dat de resultaten eind dit jaar gedeeld zullen worden met de minister. De KNMG zal inbreng leveren voor de evaluatie en de enquêteresultaten daarin meenemen. (De evaluatie wordt onder meer uitgevoerd door Amsterdam UMC en Rijksuniversiteit Groningen. De projectleider is Corrette Ploem, die een KNMG-leerstoel recht, zorgtechnologie en geneeskunde heeft aan de UvA, red.). We zetten ons ontzettend in om verbeteringen door te laten voeren in het tuchtrecht. Ik hoop dat artsen zien wat we doen. Maar wellicht is het niet zichtbaar genoeg.’

Volgens Rube heeft de KNMG veel vraagtekens bij de toegankelijkheid van het tuchtrecht. Veel artsen vinden dat het te makkelijk is voor patiënten om een tuchtklacht in te dienen. Rube: ‘Dat herkennen we. Van een deel van de klachten kun je je afvragen of die wel in het tuchtrecht thuishoren. Het is een complexe afweging of dat betekent dat het klachtrecht ingeperkt zou moeten worden. Het is namelijk óók belangrijk dat patiënten kunnen klagen – met het oog op de kwaliteit van de zorg. Aan het klachtrecht van patiënten wordt een grote waarde toegekend door de overheid. Als KNMG zijn we er natuurlijk ook vóór dat artsen zich open en toetsbaar opstellen.’

Wat de KNMG betreft moet ook worden gekeken naar of het nog van deze tijd is dat individuele artsen ter verantwoording worden geroepen, zegt Rube. ‘Tegenwoordig wordt veel meer dan vroeger in teamverband gewerkt, dus als er iets misgaat, ligt de oorzaak lang niet altijd bij slechts één arts. Maar het is ook ingewikkeld om een heel team ter verantwoording te roepen, want dan spreek je misschien ook weer mensen aan die er niet bij betrokken waren.’

Een groot deel van de respondenten geeft aan dat ze vinden dat de nadruk van het tuchtrecht meer ligt op straffen dan op leren. De KNMG heeft de afgelopen jaren juist het lerende effect proberen te benadrukken, zegt Rube. ‘Het doel van het tuchtrecht is het bevorderen en bewaken van kwaliteit. Enerzijds door het corrigeren van beroepsbeoefenaren en anderzijds door het beoogde lerende effect. Ik vind het moeilijk om antwoord te geven op de vraag of het tuchtrecht op dit moment echt de kwaliteit bevordert. Ik denk dat dat op dit moment niet door iedereen zo wordt ervaren. Wat ons betreft ligt er te veel focus op de corrigerende factor – al zou ik dat niet straffen willen noemen, zoals veel artsen doen. Het leren van het tuchtrecht kan op individueel niveau, door de arts die de tuchtklacht krijgt. Maar ook op collectief niveau, bijvoorbeeld door uitspraken te lezen en te bespreken met je team. Dat is een van de dingen die wij willen bereiken met de nieuwe website openovertuchtrecht.nl, dat er op de werkvloer meer open gesproken wordt over tuchtklachten en wat je te wachten staat als je een tuchtklacht krijgt. Hopelijk kan daarmee wat van de angst worden weggenomen. Want het kan iedere arts die naar eer en geweten werkt en zich enorm inzet voor de patiënt toch gewoon een keer over­komen.’ 

Luister ook Medisch Contact de podcast over de enquête over de impact van het tuchtrecht, waarin een aantal deskundigen, zoals advocaat Oswald Nunes en Sara-Joan Pinto-Sietsma, aan het woord komt.

Lees ook

recht Tuchtrecht enquête
  • Sophie Niemansburg

    Sophie Niemansburg werkt sinds 2022 als journalist bij Medisch Contact Ze schrijft onder meer voor de rubrieken tucht en wetenschap. Ook bespreekt ze regelmatig een tuchtzaak in de wekelijkse podcast van Medisch Contact.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Huisarts np, Eindhoven

    De reacties van de juristen, advocaat Nunes en de voorzitters van het CTG en RTG ‘s Hertogenbosch, weerspiegelen hun beperkte inzicht op de oorzaak van de angsten: niet de frequentie van de tuchtklachten zijn oorzaak maar de onvoorspelbaarheid en vaa...k ronduit slechte onderbouwing van verschillende uitspraken. En de suggestie om meer voorlichting te geven -en zelfs voor herregistratie verplichte nascholing over of bezoek aan een praktijksituatie van de tuchtrecht- is een gotspe. De onvoorspelbaarheid van de oordelen worden mede veroorzaakt doordat de beroepsgenoten geen kennis hebben van richtlijnen of protocollen of wetenschappelijke literatuur dan wel dat ze er geen gebruik van maken. Ook in de zitting wordt aan deze kennisbronnen weinig of geen aandacht gegeven.
    De opzet van het tuchtrecht is niet gericht op het verbeteren van de kwaliteit van de zorg. De individuele arts wordt aangesproken en de organisatie van de zorg blijft buiten beeld. Ook het Tuchtcollege doet daarin zelf geen onderzoek maar verschuilt zich dan achter het argument dat de organisatie niet is aangeklaagd (of ook niet kan want geen BIG registratie) maar dan accepteert dat de kwaliteit niet beoordeeld kan worden. Dus terecht concludeert collega Pinto: ‘We houden onszelf voor het lapje door te denken dat het tuchtrechtsysteem een goed kwaliteitssysteem is.’ Zonder fundamentele herziening blijft de focus op het bestraffen van het individu en missen we de kans om zowel in de individuele casuïstiek als in organisatie te leren en te verbeteren.

  • M.D. Oosterhoff

    Psychiater, Thesinge

    Buitenproportioneel?
    Ja, de kans is klein, maar het onrecht wat je kunt meemaken kan heel groot zijn. (zie de recente veroordeling van de psychiater die de behandelrelatie niet verbrak).
    Het tuchtrecht draagt in zijn geheel niet bij aan een verbe...tering van de zorg. Dat is al jaren zo, dat wordt ook al jaren door veel mensen gezegd, ook juristen, maar het kan maar doorgaan.

  • P.J.M. van Loon

    Orthopeed, Oosterbeek

    Mijn ervaring met IGJ, die van mijn voormalig ziekenhuisbestuur een soort opdracht kreeg het tuchtrecht in te gaan schakelen over (vermeende) "experimentele rugchirurgie" is altijd zonder angst geweest. Je weet zelf het best waarom de patiënt vertrou...wen in je houdt. En IGJ spartelde vanaf de eerste keer dat ze me spraken. Maar angst over hoeveel macht kwaadwillende collega's en zo'n ziekenhuisbestuur over je toekomst gaan krijgen, door patiënten op het verkeerde been te zetten, en hoor en wederhoor stelselmatig bij je weg te houden, is er wel degelijk geweest. IGJ ging na 10 jaar op de knieën met uitgebreide excuses namens de Minister. Daar was wel tweemaal de hulp van de Nationale ombudsman voor nodig. Maar de aanstichters van het kwaad (na een overigens zelfgekozen vertrek uit Kafka en een uitstekende vaststellingsovereenkomst) lieten de rechter en het Hof , die ik inschakelde, zich niet onafhankelijk verklaren om zo bij het door de Zorg zelf ingerichte "de slager keurt zijn eigen vlees" rechtspraak in het "Scheidsgerecht voor de Gezondheidszorg" te belanden, waar noch getuigen mochten spreken of er ook maar een snufje aan waarheidsvinding werd gepleegd, en er een soort "gelijk spel" uitspraak kwam. Daar heb je dus als individu tegen een instelling niets aan. Ze legden het advies van IGJ om met mij te gaan spreken na hun welgemeende excuses ook naast zich neer.
    De journalisten Eugene Leenders en Mark Snijders maakten er op basis van een subsidie voor onafhankelijke journalistiek een serie podcasts over : "De Rechte Rug". Luister en huiver als ze online komen.

  • M.H. Blanker

    huisarts, oud lid RTG en eerder beklaagde, Hattem

    Juist in een deel van de reacties van de voorzitters van het RTG ’s-Hertogenbosch en het CTG schuilt naar mijn idee een groot probleem. Juridisch lijkt het allemaal heel eenvoudig: bekijk de feiten en geef een oordeel. Dat goede zorg verlenen in somm...ige gevallen uiterst complex is en zich niet volledig in feiten laat weergeven krijgt hiermee nauwelijks ruimte. Artsen moeten maar wat zakelijker hierin staan. Angst en frustratie zijn onnodig, het hoort nu eenmaal bij ons vak, wen er maar aan. Hiermee gaan zij voorbij aan de manier waarop klachten worden geformuleerd, in het tuchtrecht, maar ook bij aansprakelijkheidsstellingen (https://www.medischcontact.nl/opinie/blogs-columns/blog/redelijk-bekwaam-marco-blanker). Die start van een klacht is in grote mate bepalend hoe zorgverleners (in elk geval ikzelf) de verdere afhandeling van een klacht ervaar.

    Beide voorzitters herkennen niet dat patiënten een klacht indienen vanuit wraak of wroeging. Dat dit wel gebeurt heb ik helaas zelf moeten ondervinden. Hierbij volgde de tuchtzaak zelfs op een dreigement in een aansprakelijkheidsprocedure, nota bene drie jaar na afronding van die procedure.

    De voorzitter van het CTG benadrukt dat de artsen in het tuchtcollege altijd in de praktijk werken en tegen dezelfde dilemma’s aanlopen als de artsen die een tuchtklacht krijgen. Welke praktijk dat is laat zij in het midden. In mijn zaak bij het RTG waren een huisarts niet-praktiserend, een jonge SEH-arts en een internist de “leden beroepsgenoten”. Dat zij de complexiteit van mijn huisartsenvak niet (h)erkenden en de hindsight bias niet konden uitzetten, bleek uit de uitspraak waarin ik een waarschuwing kreeg. Een lange weg naar het CTG bracht een voor mij wel waardige beoordeling en ongegrondverklaring. Bij die stap waren de leden beroepsgenoten wel huisarts.

    De gedachten en dilemma’s van klagers en beklaagden besprak ik eerder in een open briefwisseling in Medisch Contact met Desiree Hairwassers, die zelf een tuchtzaak aanspande (https://www.medischcontact.nl/actueel/laatste-nieuws/artikel/
    voor-het-hekje-bij-de-tuchtrechter). Ik beëindigde die briefwisseling omdat ik lid werd van het RTG Zwolle. Die rol legde ik neer toen ik een jaar later in genoemde tuchtzaak belandde.

  • W.A.M. Arents

    verzekeringsarts n.p., Beek Ubbergen

    Beste collega's,
    Vanaf jaar 1994 werd de medische arbeidsongeschiktheidsbeoordeling tijdens het eerste jaar ziektewet uitgevoerd door geheel onafhankelijk verzekeringsartsen werkzaam bij semi-overheidsuitvoeringsorganen GAK, SFB, DETAM en GUO in opd...racht van ministerie SZW wegens een zg gigantisch groot financieel bezuinigingsoperatie opgeheven en voortaan overgenomen door commercieel ARBO-dienst bedrijfartsen, waarbij sindsdien de werkgevers zelf eindverantwoordelijk werden om voor haar zieke werknemers tijdens de eerste twee jaren ziekte hun loon door te moeten betalen. Ministerie SZW heeft in jaar 1994 deze mega operatie m.


    uitgevoerd daar enkele ministerieel top ambtenaren m.i. hieromtrent zelf uit eigen persoonlijk belang hun finsncieel voordelen trachten te behalen en dan wel via de weg van
    corruptie met onroerendgoed,, ICT en het witwassen daarvan. De ernstig grote fout echter is dat vanaf jaar 1994 de verplichte medische beoordeling van arbeidsongeschiktheid tijdens de eerste 2 jaren ziekte geschiedt door ARBO-dienst bedrijfartsen die commercieel zo zwaar onder druk staan van hun betrokken eindverantwoordelijke werkgevers, dat hierdoor hun onafhankelijkheid en medische professie vaak in het geding wordt gebracht. Talloze agressieve advocaten zien daar veel brood in door hun clienten te bewegen tot het aanklagen van bedrijfartsen bij het medisch tuchtcollege nadat blijkt dat bv een civele procedure voor doorbetaling van loon door de werkgever niet haalbaar is. Dit is dan ook het oneigenljk gebruik maken van het Medische Tuchtcollege om met onjuist klachen de bedrijfarts, die in haar medische professie al reeds onder zwaar commercieel druk v d werkgever staat, onderuit te halen. De drempel, dat een zg zieke werknemer de bedrijfarts zo snel en gemakkelijk kan aanklagen bij het Medisch Tuchtcollege, moet worden verhoogd door een speciaal medische klachtencommissie van ervaren bedrijfartsen in het leven te roepen en dan wel onder streng toeziend oog v d KNMG. Zo moet er ook een dergelijke klachtencommissie tot stand worden gebracht voor huisartsen, want ook zij worden vaak geheel ten onrechte vernederd door het Medisch Tuchtcollege. In het bijzonder hebben bedrijfartsen en huisartsen daarnaast soms ook al reeds te kampen met extra hoge werkdruk t.g.v. medische desinformatie van hun patienten.
    De KNMG moet via de politiek ministerie SZW en Volksgezondheid aanspreken dat dit zo niet meer verder kan gaan.

  • Sander van Rijswijk, Specialist Ouderengeneeskunde, Zeist

    De angst voor de kogel is buitenproportioneel wanneer men Russische roulette speelt. De kans dat je jezelf voor je kop schiet is hoogstens 1 op 6!

  • Bedrijfsarts, Roosendaal

    M.b.t. een casus uit mijn bedrijfsartsenpraktijk ben ik berispt. Ik vond in alle eerlijkheid dat ik een werknemer niet goed kon begeleiden waarvan ik ettelijke aansprakelijkheidsstellingen aan mijn broek had van een uitermate agressieve advocaat. Het... betrof een werknemer met een functioneringsprobleem die erop aangesproken werd en direct daarna zich ziek meldt. Ik probeerde e.e.a. te de medicaliseren conform onze richtlijnen en ontvang een spervuur van nare e-mails van zijn advocaat.

    In een dusdanig gejuridiseerde situatie heeft het weinig zin om een werknemer te vragen hoe het met hem gaat en wat zijn klachten en beperkingen zijn. De á priori kans dat de anamnese nog betrouwbaar is is vrijwel 0. Daar mogen de collega's die op de Efteling in het sprookjesbos werken anders over denken, maar in mijn dagelijkse realiteit is dat vrijwel altijd zo.

    Ik vond dus dat ik deze werknemer niet meer professioneel kon begeleiden, en heb dit aangegeven. Ik heb daarnaast 5 collega's gevraagd de casus over te nemen., die dat uiteraard weigeren. Er is geen enkele bedrijfsarts meer die zit te wachten op gejuridiseerde casuïstiek die zich verschuilt achter een medische claim.

    Dezelfde agressieve advocaat verloor ALLE normale juridische procedures bij 2 x de rechtbank en 2 x hoger beroep. Ook in die procedures was ik onderdeel van zijn ingevoerde stukken, de rechtbanken gaven aan dat ik correct gehandeld had. Zijn client werd zonder WW rechten ontslagen, en zonder enige vergoeding, iets wat voorspelbaar was gezien het feit dat deze advocaat als een dolle hond tekeer ging.

    Zoals te verwachten kwam daarna de klacht richting mij. De berisping was op basis van het feit dat ik eenzijdig de arts-patient relatie had verbroken en dat mag niet. Prima, zoals ook van een integere professional verwacht wordt heb ik er zeer veel geleerd.

    Ik heb mijn contract sindsdien aangepast. Niet ik maar de directeur van onze arbodienst mag tegenwoordig een werknemer uitsluiten van dienstverlening. Secundair heb ik bij nieuwe klanten bedongen in mijn contracten dat alle directe en indirecte kosten van een tuchtraadprocedure bij de klant liggen. Zijn ze hiermee niet akkoord, dan neem ik de klant niet aan of ik steek nooit meer mijn nek uit bij overduidelijke fraude van de werknemer. Uiteindelijk is het niet mijn probleem dat half Nederland ziek zwak en misselijk thuis zit en iedereen 1001 rechten heeft en de bedrijfsarts aangeschoten wild is in dit systeem.
    Afgelopen week nog tijdens een volkomen normaal gesprek een plotseling geweldsuitbarsting van een werknemer omdat ik twijfels had bij zijn volledige arbeidsongeschiktheid. De klant overweegt nu het ontslag op staande voet in te trekken, want we kunnen niet aan goede mensen komen....

    Een tertiaire wijziging in mijn bedrijfsvoering is het vermijden van risico spreekuren. Ik ben zelfstandig en volledig verantwoordelijk voor de inhoud van mijn eigen werkzaamheden, Klanten met bepaalde populaties neem ik gewoon niet meer aan.

    En mijn vierde escape strategie is dusdanig financieel binnen zijn dat ik op elk moment kan stoppen.

    Als een van de weinige bedrijfsartsen die nog twijfels durft uit te spreken bij casuïstiek waarbij andere factoren dan medische de arbeidsongeschiktheid onderbouwen is het wachten op de volgende tuchtrechtklacht. Dan ben ik in de positie om eieren voor mijn geld te kiezen.

    Ik zou op dit moment binnen dit systeem geen carrière willen starten als bedrijfsarts maar dat mag iedereen voor zich bepalen. Het optreden van het tuchtcollege richting bedrijfsartsen is een van mijn argumenten hiervoor.

    I






    • M. Ouwens

      Verzekeringsarts en bedrijfsarts

      Helaas bekend fenomeen waarvoor we aandacht vroegen bij onze beroepsorganiatie
      https://www.medischcontact.nl/actueel/laatste-nieuws/nieuwsartikel/terughoudendheid-tuchtrechter-bij-arbeidsconflict
      Het antwoord was vergelijkbaar met bovenstaande... ...

    • Uroloog, Velsen

      Ook advocaten kennen tuchtrecht. Als deze het zo bont maakte is dat ook nog iets om te overwegen. Kost waarschijnlijk wel veel negatieve energie maar geeft misschien wat genoegdoening.

  • J. Wind

    huisarts, Wijk en Aalburg

    Als dokter vraag ik pas onderzoek aan voor een patiënt als ik weet dat het naderhand ook eventueel consequenties kan hebben. Anders is het zinloos om te doen. Deze enquete is ook een onderzoek, waarvan de uitkomsten nu bekend zijn. Mijn vraag nu is: ...wat gebeurt er nu mee? Wat zijn hier de consequenties? Bij wie of welke instantie(s) gaat dit nu tot gedragsverandering (= het allermoeilijkste dat bestaat) leiden? Anders: niet meer doen, zo'n onderzoek, het heeft dan toch geen zin.

  • T. Müller

    Uroloog, Drachten

    Hier is het journalistiek werk niet diep genoeg gedoken.
    De doorlooptijd is niet alleen een *mentaal* probleem voor de beklaagde.

    Als je zeg maar vier jaar in dit proces zit, dan ben je geld kwijt aan reizen, advocaat, broodje op station, advoc...aat (waar je je tegen moet verzekeren), heel veel vrije tijd (je hebt dus gewoon minder vacantie en langere werkdagen) en feitelijk sollicitatieverbod.

    Niemand gaat jou in dezelfde functie aan nemen als je van baan veranderd. In ziekenhuizen ben je verplicht om de tuchtzaak aan je directie en vakgroep te melden.

    Het is niet juist dit onder de noemer angst te scharen.

    Dat is gewoon straf.

    Als men met z‘n allen vindt dat dit oh zo belangrijk instrument echt iets bijdraagt, dan zouden de uren van de „ge evalueerde“ collega gewoon vergoed moeten, reiskosten en al - misschien ook wel met het productieuitval voor het ziekenhuis. Daar zit ook een rol voor de verzekeraar.

    DOT tuchtrecht ?

    Verrichtingencode repliek en hoorzitting ?

    Als men dit niet vind, moeten de rechten van de beklaagde versterkt en de normale juridische procedures toegepast.

  • J.C. Reijneveld

    Neuroloog, Amsterdam

    Als ik deze personen in een tuchtrechtprocedure voor mij had zou mijn reactie zijn: "gezien het volkomen ontbreken van zelfreflectie en inzicht in hun eigen functioneren bij deze beklaagden is een tuchtmaatregel gepast".

  • R. de Brouwer

    AIOS klinische geriatrie

    Wat fijn dat drie mensen die hun brood verdienen middels het tuchtrecht het wel een prima systeem vinden. Goed dat ook die kant een keer wordt gehoord.

  • neuroloog, Aruba

    Ja, joh. Daarom vind ik Nederland zo'n fijn land voor criminelen. De kans dat je gepakt wordt is heel laag...

  • M. Ouwens

    Verzekeringsarts, bedrijfsarts

    Kortom, artsen moet zich niet zo aanstellen en krijgen het nog één keer uitgelegd. Over zelfreflectie, mensen serieus nemen en naar mensen luisteren gesproken. Je zal dit toch lezen nadat je afgeknapt uit zo'n procedure komt.

    Moet ik toch denken... aan deze casus: https://www.medischcontact.nl/actueel/laatste-nieuws/artikel/zeven-jaar-wachten-wachten-wachten-1 Dit moeten we dus geen bestraffen noemen en niet bang voor zijn.

  • Bedrijfsarts , Den Haag

    Maak eens een analyse hoe vaak de beveiliging in het ziekenhuis moet worden ingezet bij agressie incidenten. Maak eens een analyse hoe vaak artsen fysiek worden belaagd door hun patiënten. Tel daar eens alle gevallen bij op waarbij de patiënt zich ov...erduidelijk misdraagt in de spreekkamer, maar de arts het maar laat lopen “want te veel gedoe als je er tegenin gaat”.

    Tel daarbij het bonnetje op van de juridische kosten die een arts maakt als die voor een tuchtrechter staat.

    Dat “je maar niet moeten zeuren” is het klassieke babyboom denken waarvan ik eigenlijk wel dacht dat het inmiddels aan het uitsterven was.

  • M.E. Seubert

    Internist-intensivist, Amsterdam

    Wat ik nog mis in de discussie is de vraag waarom altijd de individuele zorgverlener voor de tuchtrechter komt en niet deze tezamen met een vertegenwoordiging van de zorginstelling die ook hun, ten minste gedeelde, verantwoordelijkheid neemt. Zou d...eze behandelaar dezelfde fouten hebben gemaakt als er voldoende personeel was, zou deze behandelaar wellicht een beter verspreid spreekuur moeten hebben zodat hij gesprekken niet hoeft af te raffelen, zou een commissie van de zorginstelling niet eerder met de ontevreden familie hebben kunnen zitten, etc., etc....?
    De primaire reflex om schuldigen aan te wijzen leidt, volgens Sidney Dekker (The Field Guide to Understanding 'Human Error' third edition, 2014) aantoonbaar niet tot verbetering. 'Human error' is niet de oorzaak van problemen, het is het gevolg van weeffouten in een organisatie. Door te straffen wordt openheid van werknemers en het boven water krijgen van potentiële gevaren juist beperkt. Het allerbelangrijkste van fouten is namelijk om ervan te leren. Er zijn geen 'rotte appels'. Een gezonde organisatie koestert zijn werknemers, zeker in de zorg is dit nu meer dan ooit nodig, en mocht iemand onvoldoende presteren, dan is het de taak van de organisatie om hier gepaste oplossingen voor te bedenken. Dit vraagt ten minste dat er geen angstcultuur wordt gekweekt.

    [Reactie gewijzigd door Seubert, Mark op 06-02-2025 22:30]

  • P.W. Post

    Psychiater, Amsterdam

    Naast financieel voordeel bij makkelijke patienten en overdreven verwachtingen van de gezondheidszorg, maakt het huidige tuchtrecht behandelen van moeilijke mensen, zowel in ggz als somatiek, onmogelijk. Tuchtrechters hebben een essentiële rol in de... behandeling van moeilijke mensen. Klachtrisico leidt tot een handelingsvrees, afschuiven, nieuwe diagnose, doorsturen door naar het volgende loket, zie casussen Els Borst, Vlaardingen, Rens, enz, voor hulpverleners, familie, buren, gemeente. Versterking van patientenrechten heeft veel goeds gebracht, dat zij erkent, en hulpverleners gedragen zich beter dan vroeger, niet altijd, zie casus Bhugwandass, die te weinig en te laat begrip en excuus kreeg van behandelaren, maar de groei zit er in. De pendule van patientenrechten is echter doorgeslagen en leidt tot onmogelijkheid van behandelen van moeilijke mensen, de huidige tuchtrechtspraktijk is naar mijn mening een zwakke schakel in de hulpverleningsketen voor deze groep.

  • P. Stam-Sentjens

    Huisarts, Bussum

    Dus de uitkomsten van het onderzoek zijn te wijten aan overmatig angstige dokters met een angst voor het onbekende en hebben niets te maken met de voorbeelden die wij al die jaren hebben zien langskomen van gegrond verklaarde klachten tegen collega’s... die vaak in moeilijke omstandigheden moeilijke besluiten hebben genomen waarbij geen sprake was van opzettelijk nalatig gedrag of buitengewone incompetentie en waarvan wij lezers dachten: dat had mijzelf met mijn oprechte intenties dus ook kunnen overkomen?
    Zelfreflectie en bereidheid tot leren werd toch altijd erg gewaardeerd binnen het tuchtrecht?

    [Reactie gewijzigd door Stam-Sentjens, Paula op 06-02-2025 20:56]

  • Uroloog, Velsen

    Je zou er op moeten kunnen vertrouwen dat de uitspraken enigszins redelijk zijn. Dan zou “onze” weerstand wellicht niet zo groot zijn. Ik kan zo een aantal uitspraken noemen die compleet absurd zijn, strijdig zijn met andere wetgeving en breed doo...r de desbetreffende beroepsgroep voor niet serieus genomen zijn. Hoe kan het verder dat soms de uitspraak van het CTG en het RTG diametraal tegenover elkaar staan?
    En waarom is er geen tuchtrecht voor rechters?

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.