‘Zorgprofessionals zijn er meester in hun verslaving te verbergen’
ABS-zorgprofessionals helpt de stap naar hulp te zetten
Plaats een reactieTien tot vijftien procent van de Nederlanders heeft een stoornis in middelengebruik. Het kan dus ook jouw collega overkomen. ABS-zorgprofessionals biedt hulp aan zorgprofessionals en hun omgeving. ‘Twijfel je over je eigen middelengebruik of dat van je collega’s? Vraag ons dan om advies.’
Vaak naar de wc gaan, regelmatig te laat komen en afwezig of geïrriteerd reageren: het zijn subtiele signalen die op problematisch middelengebruik of een gedragsverslaving kunnen wijzen. En dan zijn er nog tekenen waar je bijna niet omheen kunt: een collega met trillende handen, iemand die naar alcohol lijkt te ruiken of medicijnen die verdwijnen, steeds als die ene collega aan het werk is. ‘Vrijwel altijd is je onderbuikgevoel correct, maar ga je twijfelen omdat iemand ontkent of smoesjes verzint’, weet gz-psycholoog Daphne Kanner, directeur van de verslavingskliniek Ready for Change, die de dienstverlening voor ABS-zorgprofessionals uitvoert. ‘Maar juist door het bespreekbaar te maken, kun je erger voorkomen.’
Beroepsspecifieke kenmerken
In hun werk voor ABS-zorgprofessionals, zien Kanner en haar collega, verslavingsarts KNMG Marjolein Hillebrandt, regelmatig ernstige casuïstiek voorbij komen. Een aantal beroepsspecifieke kenmerken dragen daaraan bij. ‘Zorgprofessionals zoals artsen, apothekers, psychologen en verpleegkundigen zijn er meester in om hun verslaving lang verborgen te houden’, vertelt Hillebrandt. Enerzijds omdat ze op hoog niveau functioneren, aanzien hebben en voldoende financiële middelen om hun problematische gebruik te onderhouden. Anderzijds omdat ze een bijzonder groot verantwoordelijkheidsgevoel hebben voor hun werk en naar collega’s en patiënten. En dan zijn er nog risicofactoren als hoge werkdruk en dienstenbelasting.’
Schuld en schaamte
Daarom richt de dienstverlening van ABS-zorgprofessionals zich sinds 1 januari 2024 op alle zorgprofessionals. ‘Aanvankelijk richtte de dienstverlening vanuit de KNMG zich alleen op artsen, maar we merkten, bijvoorbeeld aan vragen via het steunpunt, dat ook andere zorgprofessionals behoefte hebben aan specifieke steun. Zij lopen tegen dezelfde problemen aan’, vertelt Kanner. Hillebrandt vult aan: ‘We willen het taboe doorbreken en hulp aanbieden aan alle zorgverleners. Met name om de drempel naar hulp te verlagen. Zo zorgen schuld, schaamte en in de stoel van patiënt te moeten stappen voor een enorme barrière om hulp te zoeken. Zeker omdat problematisch middelengebruik en verslaving nog vaak wordt ervaren als zwakte in plaats van ziekte.’
Vertrouwelijk en laagdrempelig advies
ABS-zorgprofessionals biedt zelf geen zorg, maar zorgt wel voor de begeleiding ernaartoe. Kanner: ‘Ons steunpunt is het voorstation. Hier kunnen zorgprofessionals, maar ook collega’s, werkgevers of partners vertrouwelijk en laagdrempelig terecht. Wij luisteren naar het verhaal, denken mee en staan naast de vragensteller. Juist omdat het lastig is vanuit het taboe en de schaamte om te erkennen dat er een probleem is.’ Hillebrandt: ‘Vervolgens adviseren we over welke hulp het beste bij iemand past. Het soort hulp om tot een succeservaring te komen, hangt sterk af van de persoon, de mate van verslaving, de persoonlijke situatie en de regio. Denk aan wel of geen klinische opname, het soort therapie, en zorg binnen of juist buiten de regio. Vaak is er ook onderliggend psychisch of lichamelijk lijden dat gespecialiseerde behandeling vraagt.’
Schrijnende situaties
De begeleiding vooraf richt zich ook op het motiveren van de zorgprofessional om hulp te aanvaarden. ‘We zien problematiek van mild tot zeer ernstig voorbijkomen’, vertelt Hillebrandt. ‘Vaak is de aanleiding een incident waarbij collega’s iemand hebben betrapt op middelengebruik of aantreffen in ontwenning: met trillende handen opereren, een gebitscontrole doen of een ambulance besturen. Soms zijn er situaties waarin een leidinggevende de wacht heeft aangezegd vanwege disfunctioneren, een apotheker heeft gemeld dat een huisarts zichzelf medicatie voorschrijft of dat er medicatie is verdwenen’, vertelt Hillebrandt. ‘En heel af en toe komt het zover dat de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd een onderzoek heeft ingesteld en ‘dringend’ een traject adviseert, terwijl de zorgverlener vindt dat het nog wel meevalt. Dat is schrijnend.’
Designerdrugs
Zijn er nog verschillen in middelengebruik tussen zorgverleners en de algemene populatie? ‘Alcohol staat met stip op nummer één’, vertelt Kanner. ‘Daarna komen benzodiazepines en opiaten. Maar we zien ook zorgprofessionals die cocaïne, cannabis, xtc en GHB gebruiken, en in mindere mate designer drugs of gokstoornissen. Alles komt voorbij.’ ‘Zorgprofessionals zijn net gewone mensen’, zegt Kanner met een glimlach. ‘Met wel het verschil dat zorgprofessionals meestal maar doorgaan met werken, ook bij grote life events: een nare scheiding, grote verlieservaringen of financiële problemen. Dan worden drank en drugs een verkeerde copingstijl om te verdoven of te vluchten. Collega’s durven niet altijd iets te zeggen. Terwijl de risico’s van doorwerken met middelengebruik groot zijn, zowel voor de zorgprofessional zelf als voor de patiënten die zij behandelen.’
‘Verslaving wordt nog vaak ervaren als zwakte in plaats van behandelbare ziekte’
Vinger aan de pols
ABS-zorgprofessionals biedt niet alleen steun en advies, maar houdt ook voor, tijdens en na behandeling de vinger aan de pols. Kanner: ‘Bijvoorbeeld door even te bellen als iemand nog wacht op behandeling, of tijdens de behandeling om te vragen hoe het gaat. Soms stoppen mensen de behandeling: dat willen we het liefst voorkomen. Tegen de tijd dat iemand de behandeling heeft afgerond en minstens twee maanden abstinent is, nemen we ook weer contact op. Dan bieden we een monitoringsprogramma aan om vroege signalen op te pakken en terugval te voorkomen of er snel bij te zijn. Zo kunnen we iemand ondersteunen om abstinent te blijven. Op die manier beschermen we de zorgprofessional en de patiëntveiligheid.’
Twijfels of vragen?
Heb je twijfels over je eigen middelengebruik of dat van een collega? Bekijk dan de website van abs-zorgprofessionals.nl voor meer informatie. Ook kun je tijdens kantooruren bellen naar 0900-0168 voor vragen en advies.
- Er zijn nog geen reacties