‘Werkplezier is een voorwaarde voor goede zorg’
Kennismaken met nieuwe KNMG-voorzitter
Plaats een reactieJurriaan Penders (1976) is sinds 1 januari de nieuwe voorzitter van de KNMG. Wie is de man achter de voorzitter? Een gesprek over het artsenvak, werkplezier en hardlopen.
Je hebt al veel ervaring opgedaan als bestuurder. Was de KNMG een logische volgende stap?
‘In zekere zin. Ik was eerder voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Arbeids- en Bedrijfsgeneeskunde (NVAB) en lid van het federatiebestuur van de KNMG. Ik was net aan het overwegen voor wie of waar ik nog meer van waarde zou kunnen zijn, toen René Héman vertelde dat zijn termijn als voorzitter bijna ten einde liep. De KNMG is een organisatie die zich bezighoudt met de kwaliteit van het artsenvak en de belangenbehartiging van de medisch professional. Daarvoor moet je kennis hebben van de inhoud én interesse hebben in de systemische kant. Die rol past bij mij, net zoals het boegbeeld zijn van een organisatie en het vertolken van de stem van de arts.’
Welke ervaringen in je jeugd hebben jou geïnspireerd om arts te worden?
‘Ik kom niet uit een klassiek doktersgezin, wat heet, niemand in mijn familie werkte in de zorg. Maar toen ik negen jaar was, kreeg mijn moeder een drieling. Ik zag hoe de bevalling gepaard ging met een ziekenhuisopname en veel medische zorg. Dat heeft indruk gemaakt. Ik weet nog dat ik als tiener zei dat ik later directeur van een ziekenhuis wilde worden, al had ik daar toen geen duidelijk beeld bij. Tijdens de opleiding geneeskunde vond ik de vakken die een holistische blik vereisten, het meest interessant. Daar bleek bedrijfsgeneeskunde het best bij te passen. Het is een van de weinige medische vakken waarbij je kijkt naar de mens in het totale systeem.’
Al snel maakte je ook de stap naar besturen.
‘Dat ontstond in mijn studietijd. Bij de start van mijn geneeskundestudie begon de universiteit net met een nieuw curriculum. Er was veel behoefte om input te krijgen van studenten en daar ben ik meteen in gaan meedenken. Vervolgens kwam ik in het faculteitsbestuur in de periode dat het St. Radboudziekenhuis omvormde naar universitair medisch centrum. Zo kreeg ik als student een inkijkje in de organisatie van het ziekenhuis. Dat boeide me. Sindsdien merk ik dat die interesses elkaar versterken. Ik voel me dokter in hart en nieren, en kies bestuurlijke functies waarin ik vanuit de inhoud naar de organisatorische kant kan kijken en ontwikkelingen kan ondersteunen.’
Hoe zou je jouw leiderschapsstijl omschrijven? Wie heeft je geïnspireerd?
‘Mijn vader was hoofdonderwijzer op een school in een nieuwbouwwijk in Oosterhout (NB). Daar kreeg hij, begin jaren 80, te maken met wat we nu multiculturele problematiek noemen. Hij kon daar goed mee omgaan: hij luisterde naar de mensen, stond open voor verschillende invalshoeken en wist van daaruit een gezamenlijk doel te stellen en daar met elkaar aan te werken. Een aantal van die eigenschappen herken ik nu bij mezelf, zoals oprecht luisteren, openstaan voor verschillende meningen en mensen verbinden. Verder ben ik wars van hiërarchie en zet liever in op samenwerking vanuit verbinding aan grotere doelen.’
‘Met amplitie ben je preventie een stap voor: je zet in op veerkracht, vaardigheden, en wat voor iemand belangrijk is’
Wat zie je als de grootste uitdaging voor de Nederlandse gezondheidszorg?
‘Veel mensen komen bij de dokter met klachten die eigenlijk voortkomen uit sociale problemen, zoals slechte huisvesting, relatieproblemen, schulden of werkstress. Deze problemen veroorzaken gezondheidsklachten, maar de oplossing ligt niet in de spreekkamer. Om echt iets te veranderen, moeten we deze problematiek samen met het sociale domein aanpakken. Ik ben een voorstander van amplitie: versterken in plaats van voorkomen of herstellen. Hiermee ben je preventie een stap voor. Bovendien sluit amplitie goed aan bij het concept van positieve gezondheid. Je zet in op veerkracht, vaardigheden en wat voor het welzijn van het individu belangrijk is. Op die manier kan de arts ook van meerwaarde zijn. Mijn andere zorg sluit daarop aan: veel artsen ervaren minder werkplezier.’
Wat neem je mee in je voorzitterschap uit eerdere functies?
‘Als bedrijfsarts weet ik hoe belangrijk het is om gezond, gemotiveerd en competent je werk te doen. Helaas zien we nog te veel dokters die gebukt gaan onder hoge regeldruk. Dit belemmert hun werkplezier, terwijl dat juist essentieel is voor het leveren van goede zorg. Met plezier in je werk ben je namelijk niet alleen productiever, maar ook bereid om net dat stapje extra te zetten. Binnen de KNMG wil ik daarom eerst goed luisteren en de organisatie doorgronden. Vanuit die inzichten kunnen we samen werken aan een koers en visie die artsen ondersteunt en hun werkplezier vergroot.’
Tot slot: het voorzitterschap KNMG is dynamisch, zeker met alles eromheen. Hoe blijf jij zelf in balans?
‘Hardlopen. In weinig tijd kan ik veel energie kwijt en maak ik mijn hoofd leeg. Vaak begin ik de dag met een rondje hardlopen. Maar het gebeurt weleens dat ik thuiskom en mijn vrouw of dochters zeggen: “Je hebt het druk gehad, he? Ga eerst maar een halfuurtje wandelen.” Wandelend en hardlopend maak ik een vol hoofd leeg. Bewegen is voor mij belangrijk om goed in mijn vel te zitten. Maar af en toe stilstaan is net zo van belang: artsen zouden meer tijd moeten krijgen voor reflectie. Even ‘uit het raam staren’ brengt vaak een verbetering van plannen of beslissingen.’
Over Jurriaan
Jurriaan Penders (1976) heeft een achtergrond als sociaal geneeskundige. Hij werkte hiervoor onder andere als directeur medische zaken en bedrijfsarts bij Human TotalCare en was directeur Arbodienst bij het AMC.
Jurriaan is getrouwd en met Nynke en zij wonen met hun twee puberdochters in Naarden. Met zijn gezin maakt hij graag bijzondere reizen om nieuwe perspectieven op te doen. Dit voorjaar zijn ze van plan met een camper door Washington en Oregon in de Verenigde Staten te rijden.
- Er zijn nog geen reacties