Een pleidooi voor een humane samenleving
Plaats een reactieOnlangs stuitte ik op een inspirerende column van Teun Toebes, een jonge verpleegkundige en student humanistiek. Teun heeft tijdens zijn studie gewoond op de gesloten afdeling van een verpleeghuis en zijn missie is om de wereld met dementie mooier en inclusiever maken De column van Teun heeft mij aan het denken gezet over hoe we met elkaar omgaan en samenleven.
In de huidige benadering van (dementie)zorg zijn we geobsedeerd door controle, veiligheid en de ziekte zelf. Maar de wereld, en ziekte in het bijzonder, zijn niet altijd controleerbaar. We moeten als mens veranderen in onze houding en benadering van ziekte. Het is soms alsof we denken dat we het leven kunnen kneden en naar onze hand kunnen zetten. Maar het leven is niet zo. We moeten accepteren dat wij of onze naasten leven met beperkingen. Dat ziektes niet altijd te genezen zijn en de dood niet altijd uit te stellen is. Dat niet alles maakbaar is. Het helpt dan dat we er voor elkaar zijn, voor elkaar zorgen en die zorg niet meteen institutionaliseren. Deze cultuurverandering is moeilijk, maar noodzakelijk.
Teun laat ons zien dat er zowel in binnen- als buitenland prachtige voorbeelden zijn waarin gemeenschappen een essentiële rol spelen in de zorg voor hun naasten. In landen als Zuid-Afrika bijvoorbeeld, daar zijn geen verpleeghuizen, maar sterke gemeenschappen waarin mensen vanzelfsprekend voor elkaar zorgen. Ook in Moldavië, het armste land van Europa, zien we dat mensen met verschillende aandoeningen samen in één huis kunnen wonen, zonder onderscheid te maken op basis van ziekte.
Opvallend is dat samenlevingen met minder economische welvaart vaak meer onderlinge verbondenheid kennen. Mensen hebben elkaar daar nog nodig, en samenleven is essentieel voor hun voortbestaan. Misschien is dat wel de armoede van onze welvaart: we denken dat we elkaar niet meer nodig hebben.
Laten we ons realiseren dat onze omgang met de zieken en de hulpbehoevenden niet alleen een zorgprobleem is, maar ook gaat over onze manier van samenleven. Zij zijn niet ‘de ander’, het zijn mensen zoals jij en ik, met verlangens naar betekenisvolle relaties, geborgenheid en het gevoel van nuttig zijn.
Mijn wens voor 2024 is dat we ons inzetten voor een inclusievere benadering van mensen die hulp nodig hebben of ziek zijn, niet alleen binnen onze professionele rollen, maar ook als onderdeel van de samenleving. We moeten met elkaar onze verantwoordelijkheid nemen en bijdragen aan de humane houdbaarheid van onze samenleving. De kracht van zorg ligt in de mensen die het geven, en dat hoeven niet per se de zorgprofessionals te zijn.
Er zijn talloze mogelijke oplossingen waar we aan kunnen denken, zoals gemeenschapsgerichte zorg of intergenerationele huisvesting. In Duitsland zijn Mehrgenerationenhäuser al heel normaal. Daar draait het om wederkerigheid. Jong leert van oud en andersom. Beiden kunnen elkaar van dienst zijn. In Nederland zien we al vaker ‘Knarrenhofjes’ ontstaan, woonvormen waar zelfredzame ouderen bij elkaar wonen en waar sociaal contact en een gevoel van gemeenschap gestimuleerd worden. Daarnaast is er nog een ander inspirerend voorbeeld: intergenerationeel wonen in zorgcomplexen, zoals Teun ons heeft laten zien. We moeten dit soort initiatieven verder omarmen en stimuleren.
Om met de woorden van Teun af te sluiten: ‘In een wereld waarin vaak gesproken wordt over verlies, valt er nog zoveel te winnen.’ We moeten mét elkaar spreken, kijken wat de ander nodig heeft, in plaats van over elkaar te praten. En allemaal ons steentje bijdragen, want wij zijn zelf de verandering die zo hard nodig is.
- Er zijn nog geen reacties