De verwijseis
3 reactiesEen jongeman van 21 komt met zijn vader op het spreekuur. Hij wil dat er eindelijk eens wat aan zijn langdurige hoest gebeurt en daarom moet ik een verwijsbrief schrijven naar de ‘hoestpoli’, want daar wordt tenminste goed naar je gekeken.
De patiënt heeft hierover gelezen in een plaatselijk huis-aan-huisblad. Mij zegt die hoestpoli echter niets, tot verbazing en verontwaardiging van de patiënt en zijn vader, die zich er ook stevig mee bemoeit. Een blik in het dossier geeft ook geen aanknopingspunten: hij is de laatste vier jaar niet op het spreekuur geweest.
Na een flink gesprek met metacommunicatie en uitleg over hoe een huisarts werkt, lukt het me om meer inhoudelijk over de klacht te spreken. De hoest is er al enkele jaren en steeds wisselend van ernst. Meestal een kriebelhoest, een enkele keer met wat slijm. Verder blijkt de jongen te roken,
hij werkt in een stoffige omgeving als lasser en er is sprake van behoorlijk overgewicht. De longen klinken schoon en tijdens het consult hoest hij niet.
Na weer een uitgebreide uitleg staat de patiënt ervoor open om de oorzaak van het hoestprobleem toch meer te zoeken in voor de hand liggende zaken als het roken en de werkomgeving. Als compromis wil hij dan wel een bloedonderzoek. Na ruim 25 minuten is het me gelukt om de verwijseis om te buigen naar een leefstijladvies.
Thuis zoek ik in de oudpapierbak naar de krant. Inderdaad staat er een berichtje in over een groot ziekenhuis in onze provincie dat nu een hoestpoli heeft: ‘Binnen enkele uren ondergaan patiënten een hele reeks onderzoeken, en worden gezien door zowel de longarts als de kno-arts. Na de onderzoeken is bij 90 procent van de patiënten duidelijk waardoor de hoest wordt veroorzaakt en kan behandeling
worden gestart. Patiënten kunnen door de huisarts worden verwezen.’
Diezelfde avond lees ik over het voornemen van de minister om 132 miljoen te bezuinigen op de huisartsenzorg. Moet ik volgend jaar dan efficiënter gaan werken en die verwijsbrief maar direct schrijven?
Meer praktijkperikelen
P. Eppinga
Longarts, DRACHTEN
Ook uit de dagelijkse praktijk van de longarts gegrepen. Hoeveel patienten zien wij niet met lang bestaande klachten van hoesten, waarvoor de nodige inertie in de eerste lijn voor bestaat. Miskende astmapatienten, en mensen met hoestklachten op basis... hun werksituatie waar onvoldoende aandacht aan wordt bestaat. Nog pijnlijker wordt het als er na een lange tijd uiteindelijk blijkt dat het hoesten veroorzaakt wordt door longkanker.
Tenslotte valt mij op dat er in de eerste lijn nog steeds onvoldoende gestructureerd aandacht besteed wordt aan de tabaksverslaving. ook als dit wordt uitgevoerd door een praktijkondersteuner, die daar veelal onvoldoende scholing voor hebben ontvangen. Ook in het praktijkperikel wordt geen duidelijke opmerking gemaakt hoe deze huisarts de patient zal motiveren en begeleiden bij het stoppen met roken.Het blijft bij een inhoudsloze opmerking over een leefstijladvies.
G.M. Veenstra
student
en daarom hoort er geen 'marktwerking' in de zorg..
Bart Bruijn
Huisarts, Streefkerk
Uit het dagelijks leven gegrepen. Mooier had ik het niet kunnen vertellen. Een eeuwige ergernis, door de amateurs op VWS in de hand gewerkt.