Praktijkperikelen
2 minuten leestijd
Praktijkperikel

Buurvrouw & Buurvrouw

Plaats een reactie

Eind van de werkdag, half zes. Met de verwijsbrief in mijn hand bel ik aan bij het huis van een zelfstandig wonende en behoorlijk eigenwijze, eenzame oude baas van 90+, wiens gemopper op ‘s werelds onkunde ik geduldig aanhoor bij de visites die ik afgelopen weken deed. Laat in de middag belde het lab met een afwijkende uitslag die maakt dat ik hem nu wil insturen.

Geen reactie. Hard kloppen op het raam, de achterdeur proberen: niks.

Ik, drie maanden aios, bedenk wat een huisarts nu zou doen. De politie bellen? Mijn patiënt rijdt misschien nu net op zijn scootmobiel terug vanaf het ziekenhuis waar ik hem eerder vandaag heen had gestuurd voor diagnostiek. Ik sta op de uitkijk. Geen teken van mijn patiënt. Zou hij dood in huis liggen? Zou ik wachten op de stoeprand in het zonnetje of ben ik nalatig als ik niets doe met de mogelijkheid dat hij in huis zou liggen?

Ik bel de thuiszorg in de hoop dat zij sleutels hebben. Er komt een behulpzame medewerkster, maar sleutels heeft ze niet.

Ik bel het ziekenhuis, wacht heel lang, maar niemand neemt op. Hoe onwaarschijnlijk is dat?

Buurvrouw rechts, 80+, komt op ons geklop af, evenals buurvrouw links, 50+. Beiden hebben geen sleutels. Het beeld van autonome oude baas blijkt consistent als ik deze drie dames hoor praten. Maar waar is hij?

Ik bel opnieuw het ziekenhuis, kunnen ze daar iets zeggen over wanneer hij onderzocht is? Het ziekenhuis moet toch bereikbaar zijn? Intussen hoor ik Buurvrouw 50+ tegen Buurvrouw 80+ zeggen dat ze over haar schutting gaat klimmen om te kijken of de achterdeur open is.

Tot mijn opluchting hoor ik dan van de receptionist van het ziekenhuis dat mijn patiënt is opgenomen in het ziekenhuis, hij ligt dus niet in huis! Ik haast me met het nieuws naar de achterdeur. Daar zie ik een prachtig plaatje: Buurvrouw 80+ die een flink stuk over de schutting uithangt, leunend op haar ellebogen, kijkend in de richting van de tuin van mijn patiënt. Ik vertel haar dat de buurman terecht is, waarop ze vanaf haar uitkijkpost richting de andere buren roept: ‘Hoe heet je moeder, buurmeisje?’, in een poging Buurvrouw 50+ die inmiddels in het huis is te vertellen dat ze niet verder hoeft te zoeken. Ik ren terug naar de voordeur en roep door de brievenbus: ‘Buurvrouw?!! Ik weet waar hij is!’ Ze zwaait zijn voordeur opgelucht open, want bij elke deur die ze in zijn huis opende, hield ze er rekening mee hem onwel of dood aan te treffen.

Ik vertel de buurvrouwen dat mijn patiënt in het ziekenhuis is opgenomen, snel besluitend dat dit niet onder schending van beroepsgeheim valt. En ik voel het meeleven en de betrokkenheid van deze buurvrouwen, die ook elkaars naam niet bleken te kennen, maar zonder aarzeling klaarstonden om samen hun buurman te helpen.

Ik rijd naar huis, de overbodig geworden verwijsbrief op de stoel naast me. Dit is huisartsgeneeskunde. Ik straal. Dit gaat mijn vak worden.

Praktijkperikel
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Perikel insturen

Heeft u iets meegemaakt wat u deed fronsen, foeteren of lachen? Deel het met uw collega's!

Stuur uw anekdote in

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.