Twee woorden
Plaats een reactieIn mijn ‘fin de carrière’ is het aangenaam terugkijken. Oudere collega’s zullen het beamen: het mooiste aan ons vak waren de contacten. De vorm van de contacten is de afgelopen decennia wel wat veranderd, maar mijn moeder zegt het nog steeds: met twee woorden spreken. Gelukkig opgegroeid in een klein Zeeuws dorpje, aan de kerkring, naast de huisdokter, maakte ik mooie taferelen, mooie contacten mee.
Het is vijftig jaar geleden. Na middernacht trok iemand hard aan de bel bij de huisdokter. Boven ging knarsend het schuifraam van dokters slaapkamer open. Achter het gordijn hoorde ik mee. Beneden stond een lange man, ik herkende hem onmiddellijk. Hij maakte van zijn handen een toeter en riep twee woorden: ‘Polder, persweeën!’ De dokter bromde terug: ‘Da’s mooi.’
Iedereen op ’t dorp kende Jan, de enige boer die nog met een groot Belgisch werkpaard ploegde. Als kind mocht je met hem meelopen achter de ploeg, achter de kont van het paard, soms kreeg je de teugels in handen. Polder en zijn paard hadden aan twee woorden genoeg: ho en hup. Tijdens het ploegen zong Polder zachtjes. Twee woorden van een vers herinner ik me: eeuwig loven.
Die nacht werd bij Jan Polder een meisje geboren, Marleen. En geloof het of niet, dat meisje heb ik vorige maand in Gent geopereerd. Zij communiceert per WhatsApp met mij. Alle oncopatiënten hebben mijn 06-nummer. Daags na de operatie appte Marleen: ‘Gaat goed!’ Ik appte terug: ‘Da’s mooi.’
Zaterdag was ik op hetzelfde dorp op bezoek bij mijn moeder en liep langs het graf van mijn vader, passeerde het graf van Jan. Een mooie steen met daarop een ploegend paard en weer die zin uit het vers, weer diezelfde twee woorden. En inmiddels weet ik: twee woorden kunnen het verschil maken…
Adriaan Logmans, gynaecoloog-oncoloog, Goes en Vlissingen, Gent en Leuven
Genoemde personen heten in werkelijkheid anders.
- Er zijn nog geen reacties