Oorpijn
1 reactieIk loop naar de wachtkamer om de heer W. op te halen. Hij zit in een rolstoel en wordt begeleid door een verzorgster van het woonzorgcentrum waar hij woont. Ik zie ook iemand anders in de wachtkamer zitten. Iemand die ik niet op de praktijk verwacht had en die ik kende vanuit een andere context.
Mijn patiënt blijkt last te hebben van zijn oren. Het is een hele kunst om zijn rolstoel in de onderzoeksruimte te manoeuvreren. Daar begin ik op voorhand maar niet aan en ik leg uit dat ik de otoscoop uit mijn tas er even bij ga pakken. Ondertussen zit ik aan de patiënt in de wachtkamer te denken die ik eerder had gezien. Ik pak de otoscoop, loop terug naar de wachtende patiënt en kijk in het oor van de begeleidster.
De begeleidster laat me in haar oor kijken maar zegt daarbij boos dat zij niet degene is die vanwege oorpijn komt. De hele situatie werkt dusdanig op mijn lachspieren dat ik enorm moet lachen. Ik bied uiteraard mijn excuses aan. De begeleidster kan er niet om lachen en is boos. Ik heb haar daarna nooit meer teruggezien als begeleidster van de heer W.
Odette Herijgers, huisarts, Eindhoven
P.W. Blankevoort
Huisarts, WILLEMSTAD CURAÇAO
Klinkt als ".......", het oogspiegelen van een cliënt met oogpijn. Het overkwam me twee maal met twee jaar tussenpauze bij dezelfde patiënt. Als ik daarna ooit was gevraagd waarom, dan kan ik alleen als smoes verzinnen dat die kunstogen zo echt zijn ...dat je die natuurlijk wilt spiegelen. Ze hebben de goeie kleur, ze bewegen mee en volgens mij moeten de makers overgaan om achterin een kunstoog een cartoon te plaatsen. Dan kan je er inderdaad wel om lachen. In ieder geval liet mijn patiënt tot twee keer toe het pijnlijke oog te spiegelen om daarna hartelijk te gaan lachen. Ook ziekte en de drager ervan hebben behoefte aan relativering en humor.