Psychiater van de straat
Veldwerk: aios psychiatrie
Plaats een reactie‘Ik wil geen psychiater worden. Ik zou de witte jas en de stethoscoop missen’, zei jaren geleden een vriend. Beide komen geregeld toch van pas in mijn beroep, afhankelijk van de gekozen stageplek. Vaker dan in witte jas bevind ik me incognito in de wijk.
Als dienstdoende en aios in het wijkteam kom je nog eens ergens. Op de fiets trek ik erop uit. Ik kom op het politiebureau, wandel met patiënten door de velden en kom bij hen thuis. Het heuvelland, de stad: allemaal mijn kantoor. Psychiatrie bevindt zich niet alleen binnen de ziekenhuismuren, psychiatrie bevindt zich ook op straat.
Al snel nadat ik begon met werken in de ggz trad het effect op dat ik niet meer schrik van verwarde mensen op straat. Ik loop er niet met een boog omheen. Als ze me aanspreken, praat ik terug. Vrienden kijken dan verbaasd op. Volgens hen trek ik ze aan en komen ze vaker verwarde mensen tegen als ze met mij onderweg zijn. Een oorzakelijk verband moet nog worden onderzocht.
Verwarde mensen houden zich niet aan kantoortijden
Verwarde mensen op straat houden zich niet aan kantoortijden. Tijdens een dienst weet je van tevoren niet wat je gaat tegenkomen, maar daarbuiten ook niet. Op mijn vrije zaterdag loop ik met een collega door het centrum. We zien een groepje politieagenten met een man tussen hen in. De man heeft een bamboestok als een herdersstaf vast en houdt een luid betoog tegen de politie. Zijn kudde bevindt zich vijftig meter verderop en bestaat uit twee minibiggen, die onder een auto proberen te kruipen. Ik gebaar naar de biggen en kijk de politieagenten aan. ‘Die horen erbij’, zeggen ze nuchter. Ik hoop op een goede afloop voor de man. Ook voor zijn biggen, in het drukke stadsverkeer.
Meer veldwerk- Er zijn nog geen reacties