Blogs & columns
Marcel Levi
Marcel Levi
2 minuten leestijd
Column

Potjeslatijn

2 reacties

Buiten de medische wereld bestaat een wijdverspreid geloof dat artsen zich met elkaar in potjeslatijn verstaan. Potjes­latijn is een soort verbasterd Latijn (of Grieks), verzonnen in de 16de eeuw door artsen. Het sierde niet alleen de porseleinen potten die de arts op de plank had staan maar was ook elders in het medisch taalgebruik overal terug te vinden.

Het was wellicht vooral bedoeld om de in therapeutische zin nogal matig presterende dokters in die tijd wat geleerder te laten overkomen. Maar ook nu is het natuurlijk nog heel chic om te spreken van een lobectomie als je een stuk long verwijdert of van mandibula als je onderkaak bedoelt. Een typisch Nederlands gebruik overigens, want in het medische buitenland is deze Latijnse verbastering minder vaak terug te vinden.

Langzaam maar zeker verdwijnt potjeslatijn uit ons vocabulaire en sluipen steeds meer Engelse woorden in het medisch taalgebruik. Moderne dokters zien hun patiënten op de intensive care en participeren in trials. Zij behandelen hun patiënten in het cathlab en als dat niet lukt middels coronary artery bypass grafting (CABG, spreek uit: cabbage).

Studenten noemden hem professor penis papyrus practicus (lul-de-behanger)

Desondanks proberen sommigen wanhopig en krampachtig vast te houden aan hun laatste baken van pseudo-intellectuele klassieke schijn. Ik herinner me een tamelijk archaïsche hoogleraar gynaecologie die tot voor kort publiekelijk toorn en hoon over zijn studenten uitstortte als die het waagden de vrouwelijke schaamlippen niet in het juiste Latijnse meervoud te benoemen. Hij werd aanvankelijk gevreesd maar later vooral uitgelachen door studenten die hem professor penis papyrus practicus (lul-de-behanger) noemden.

Naast het gebruik van vreemde talen bedienen dokters zich ook van een zorgvuldig ontwikkeld apart taalgebruik, met name in hun onderlinge communicatie. Taal wordt in de medische wereld op heel subtiele wijze aangewend, zodat collega’s elkaar bijvoorbeeld kunnen wijzen op fouten en tekortkomingen zonder direct de confrontatie aan te gaan. Yolande Witman beschrijft in haar iconische proefschrift ‘De medicus maatgevend’ heel fraai hoe dokters dat doen: ‘Weet je wel zeker dat dit de juiste behandeling is voor deze aandoening?’, vragen we elkaar op de ochtendoverdracht. Waarmee we eigenlijk bedoelen: ‘Je hebt niet de juiste therapie gekozen.’ Of we zeggen: ‘Ik weet niet helemaal of dit zo in de laatste versie van het protocol staat, zullen we dat zo nog even opzoeken?’, in plaats van: ‘Deze behandeling is al jaren obsoleet.’

Aan communicatie tussen dokters kan overigens nog wel het een en ander verbeteren, vooral waar het gaat om uitwisseling van informatie tussen disciplines. Met de komst van elektronische patiëntendossiers zijn brieven uit het ziekenhuis aan de huisarts verworden tot in onbegrijpelijke telegramstijl geschreven opsommingen van irrelevante details, waarbij in de regel een conclusie mist, laat staan wat eenvoudige suggesties voor de verdere behandeling van de patiënt. De huisartsen slaan dapper terug met digitale verwijsbrieven die je kennelijk alleen maar van beneden naar boven kunt lezen en in feite gewoon een uitdraai zijn van het complete huisartsendossier, van steenpuist tot spiraaltje, en dikwijls zonder enige concrete vraag.

Taal is cruciaal voor een optimale patiëntenzorg. Niet alleen tussen patiënten en artsen maar minstens zo belangrijk is de taal tussen gezondheidszorgprofessionals onderling. Het maakt mij niet uit of we dan in potjeslatijn spreken of welke andere geheimtaal ook, als we elkaar maar verstaan.

Meer van Marcel Levi
  • Marcel Levi

    Marcel Levi is internist, voorzitter van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) en hoogleraar geneeskunde aan de Universiteit van Amsterdam.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • S. de Groot

    Huisarts, niet praktiserend, Eelderwolde

    Wij kregen in de zestiger jaren college over de verschillende vormen van defaecatie oftewel in het Nederlands de poepleer. Wij konden geen betere scheldnaam bedenken
    dan zijn eigen naam: hij heette Prof. Dr. W.C.Veeger.

  • G. Roorda

    huisarts, Delft

    Nou nou nou..
    Latijn was gewoon de lingua franca. Nu is dat Engels.
    Het is je overigens in Engeland vast opgevallen dat daar niet de medici hun taalgebruik hebben aangepast aan de leek, maar andersom: blindedarmontsteking is daar niet 'blind gut in...flammation' maar gewoon 'appendicitis'. Geen letter verschil met het Latijnse 'appendicitis'.
    Suikerziekte is daar niet 'sugar disease' maar gewoon 'diabetes', geen letter verschil met het Latijnse 'diabetes'

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.