Blogs & columns
Bert Keizer
Bert Keizer
3 minuten leestijd

Over het ontstaan der artsen

Plaats een reactie

Had Darwin ook nog iets over artsen te melden? Of artsen over Darwin? De biografen Desmond en Moore beschrijven zijn toestand in het najaar van 1839, als Darwin voor het eerst vader gaat worden: ‘As Emma’s confinement approached, his sickness increased, and he suffered from migraines daily.’ Darwin leed zijn hele leven aan ernstig invaliderende ziekte-episodes die een zekere samenhang vertonen met moeilijke omstandigheden. Bijvoorbeeld de eerste bevalling van zijn vrouw.



Twintig jaar later, in 1859, rond de publicatie van The Origin of Species, trok hij zich doodziek terug in een kuuroord in Wharfedale. Er is gesuggereerd dat hij leed aan de ziekte van Chagas, veroorzaakt door Trypanosoma cruzi na een insectenbeet opgelopen in Zuid-Amerika tijdens de reis met de Beagle.



Wikipedia vermeldt dat de decaan van Westminster Abbey een zoektocht naar trypanosomateus DNA in de resten van de bioloog beslist afwijst. De symptomen waren hoofdpijn, erg veel hoofdpijn, misselijkheid, malaise, vermoeidheid, duizeligheid, zweren, jicht, braken, flatulentie en diverse zwellingen en ontstekingen.



De therapieën: amylnitriet, arseen, bismut, diëten, niet meer snuiven, meerdere waterkuren, koude douches, elektrische kettingen (van zink en koperdraad waarbij hij azijn op zijn huid goot), morfine, kinine, tartar emetic ointment (kalium-antimoontartraat), maar de aanvallen bleven komen, zijn leven lang. Toch werd hij 73, geen slechte stervensleeftijd in 1882. Maar of het de trypanosoom was of de geestelijke last die hij torste, duidelijk is dat hij zowel fysiek als mentaal een uitermate moeilijk leven had. Geestelijke last? Ja, Darwin was een zachtmoedige man die evenwel jarenlang zat te broeden op wat hij wist dat velen zouden zien als een slangenei.



Wat betreft de plaats van artsen in zijn theorie: op het eerste gezicht zijn wij spelbrekers, want in de Darwinistische zin van het woord verstoren dokters de selectie, zodat allerlei types aan voortplanting toekomen die het onder ‘natuurlijke’ omstandigheden nooit zo ver zouden hebben geschopt. Daar staat tegenover dat de mens het als soort verbijsterend, misschien wel verpletterend, goed doet. Het antwoord op de vraag of artsen de menselijke soort verder in de richting van de afgrond helpen, ligt gelukkig in een ver verschiet. Maar de bezigheid van hulpverlenen, daarvoor bestaat wel een redelijke verklaring binnen het biologische domein.



Allereerst is er het aspect van machtsuitoefening: elke aap ziet dat en begrijpt het. Daarnaast is er altruïsme. Biologen zijn al jaren aan het berekenen of altruïsme binnen een groep overlevingswaarde heeft. Te oordelen naar ons succes wel. Groepsleden helpen elkaar graag en vooral die groepsleden door wie zij eerst zelf zijn geholpen. Of die de indruk wekken dat te zullen doen. Betrouwbaar lijken is een van de belangrijkste eigenschappen die het individu in de groep een kans geven. Dat wil zeggen: anderen helpen of de indruk wekken dat je anderen altijd zult helpen, leidt ertoe dat anderen jou helpen. De ene hand wast de andere.


 


Artsen achten zichzelf ver van diergedrag, maar dat verandert niets aan het feit dat de betrouwbaarheid die zij uitstralen een belangrijke vaardigheid is in het groepsleven van primaten. Een vaardigheid bovendien, waar miljoenen jaren aan is gesleuteld en die binnen het artsenberoep in zeer bepaalde banen wordt geleid. Banen waarlangs de patiënt (ten onrechte) iets van zelfopoffering ontwaart in de arts, een bezigheid die volgens Heine tot een van de meest verfijnde vormen van genot behoort.



Dat geldt, denk ik, nog sterker voor de gesuggereerde zelfopoffering waar artsen op grote schaal in handelen. Het gaat om een suggestie, want de dokters offeren niets op, integendeel, zij worden goed betaald. Het resultaat is hoge tot zeer hoge waardering door de andere groepsleden. Wij weten dus, ook na Darwin en de teloorgang van het goddelijk gebod tot naastenliefde, nog altijd, of misschien voor het eerst, waar we het voor doen.



Bert Keizer is verpleeghuisarts



PDF van dit artikel


bevalling
  • Bert Keizer

    Bert Keizer is specialist ouderengeneeskunde en filosoof. Sinds 2016 is hij werkzaam voor het Expertisecentrum Euthanasie (voorheen: de Levenseindekliniek). Hij schreef maar liefst zeventien jaar voor Medisch Contact. Ook is hij columnist bij Trouw.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.