Blogs & columns
Bert Keizer
Bert Keizer
3 minuten leestijd
Column

Defibrillatie

4 reacties


Wij hebben de boot lang weten af te houden. Wel stond het in onzichtbare letters al jaren op de gevel van het verpleeghuis: hier wordt eigenlijk liever niet gereanimeerd. Maar we zijn nu toch een beetje voor de bijl gegaan doordat we als gevolg van een of andere landelijke definitie van het begrip ‘publieke ruimte’ AED-apparatuur in huis hebben. Automatische externe defibrillatie. Er bestaat ook een interne vorm, die naar ik hoor een merkwaardige sterfbedscene kan opleveren. Nadat de falende respiratie de cardiale oxygenatie ernstig heeft aangetast, wil het hart nogal eens gaan fibrilleren, waarop de automatische interne defibrillatie de benodigde stroomstoot afgeeft. Voor de omstanders lijkt het dan alsof de stervende steeds even wegspringt van de uitgang. Er zit natuurlijk geen aan-uitknopje op zo’n ding en een sterke magneet schijnt niet ontregelend genoeg te zijn, zodat er iemand van de fabriek moet komen om een en ander gladjes te laten verlopen.

Bij de automatische externe defibrillatie zijn er weer heel andere problemen. Het is niet zo dat je die dingen op strategische plekken in je huis kunt ophangen en verder maar doen alsof je neus bloedt. Nee, er moet beleid bij. En de eerste vraag is natuurlijk: hoe brandmerken we de patiënten die níet gereanimeerd willen worden? Of, omdat dat aantal waarschijnlijk lager ligt, hoe weten we wie het wél willen? De beste suggestie vind ik een flinke rooie stip op het voorhoofd, voor wie wél willen en een klein groen stipje voor degenen die gewoon door willen rijden de eeuwigheid in. Het zal echter wel uitdraaien op een badge of een armbandje of een touwtje om de hals.

Maar daarmee ben je er nog niet. Want wat te doen met de honderden bezoekers die dagelijks je huis in en uitlopen? Gaan we die, als het noodlot hen fibrillerend onderuit haalt, zonder acht te slaan op leeftijd, nierfunctie of doodsverlangen met een AED te lijf?

Reanimatie is een medische ingreep die een sterftepercentage heeft van 85 procent en een overlevingskans van 15 procent waarbij de overlevende niet zelden een geestelijk wrak is. Het absurde is dat het besluit om hiertoe over te gaan, wordt genomen door mensen die nog geen reanimatie van reïncarnatie kunnen onderscheiden.

Mocht u mij ergens zien onderuitgaan,
alstublieft, bel niemand

Simon Carmiggelt beschreef eens hoe zijn zoontje niet kon slapen, omdat hij Zwarte Piet op het dak hoorde lopen. Ze haalden het ventje uit bed en trachtten vergeefs ‘de illusie weer af te breken die we zo ijverig gewekt hadden bij het zingen van de Sinterklaasliedjes’.

Het lukt ons maar nauwelijks om de mallotige illusies, die ons vak zelf gewekt heeft rond reanimatie, uit de lucht te krijgen en de Hartstichting (‘word ook een held, doe een reanimatiecursus’) is daarbij een extra hindernis. In de wat mij betreft veel te tamme Zembla-uitzending over dit onderwerp van 23 september werd helaas geen onderscheid gemaakt tussen hartstilstand binnen en buiten het ziekenhuis.

Ik ken wel een afdoende methode om reanimatie te ontmoedigen: een slachtoffer laten zien. Toon maar eens hoe hartverscheurend een geslaagde reanimatie eruit kan zien. Ik geloof niet dat er veel mensen zijn die dan nog altijd zouden zeggen: alles beter dan de dood.

Voor de duidelijkheid: mocht u mij ergens zien onderuitgaan, alstublieft, bel niemand, helemaal geen 112. Wilt u toch graag iets ondernemen, tel dan uw eigen pols en houd alle reanimeerders op afstand, desnoods met een beetje geweld. Ik zal u eeuwig dankbaar zijn.

Bert Keizer is specialist ouderengeneeskunde


Klik hier voor alle bijdragen van de column Zonder handschoenen.






<strong>Klik hier voor een PDF van dit artikel</strong>
  • Bert Keizer

    Bert Keizer is specialist ouderengeneeskunde en filosoof. Sinds 2016 is hij werkzaam voor het Expertisecentrum Euthanasie (voorheen: de Levenseindekliniek). Hij schreef maar liefst zeventien jaar voor Medisch Contact. Ook is hij columnist bij Trouw.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Paul den Brave

    coassistent, Amsterdam

    Prachtige column. Mooiste zin; 'het besluit om hiertoe over te gaan, wordt genomen door mensen die nog geen reanimatie van reïncarnatie kunnen onderscheiden'.

  • Roelof Moes

    huisarts, NIJEVEEN

    “Geef mij maar zo’n kassie”

    Bijna altijd ben ik het eens met wat Bert Keizer schrijft in zijn columns.
    Deze keer wil graag een nuancering aanbrengen in zijn betoog.
    Hoewel ik als huisarts vaak heb besloten om niet aan een reanimatie te beginnen ben ...ik daarentegen ook meerdere keren wel gestart.
    Dit betrof meestal mensen van middelbare leeftijd, die voorheen in goede gezondheid verkeerden.
    Opvallend vaak was het resultaat zeer goed.
    Met name de laatste jaren heeft het bezit van een AED aan het betere resultaat bijgedragen.
    Als ik naderhand de voorheen gereanimeerde(n) langs mijn huis zie fietsen en tegelijkertijd ook weet dat er in weerwil van de sombere vooruitzichten geen cerebrale beschadiging door de harststilstand bij hem/haar is opgetreden, krijg ik een tevreden gevoel.
    Sinds enige maanden ben ik ook zelf in het bezit van een ICD.
    Het apparaat dat, zoals Bert schrijft, nog kan zorgen voor een eigenaardige sterfbedscene.

    Toch ben ik blij met het apparaat.
    Ben niet alleen blij met de ICD maar ook met het feit dat in iemand met reanimeren is begonnen toen het nodig was.
    Nog geen half jaar geleden ben ik namelijk een kleine twintig keer gereanimeerd in verband met ventrikelfibrilleren.
    Doordat het bij mij wel goed is gegaan mocht ik enkele weken later nog meemaken dat onze kleinzoon geboren werd.
    Daarenboven doe ik nu alles weer, wat ik voorheen ook deed.
    Niet alleen het uitoefenen van het huisartsenvak inclusief avond/nacht/ en weekenddiensten maar ook het sporten heb ik weer als vanouds opgepakt.
    Niet alleen hardlopen, skeeleren en zwemmen maar ook wielrennen.
    Enige weken geleden fietste ik een kleine honderd kilometer met een aantal leeftijdsgenoten.
    Aan het eind riep iemand: “geef mij ook maar zo’n kassie”

  • E.K. Fogelberg

    huisarts/ consulent ptz

    Uit mijn hart (ha,ha) gegrepen....Laten we met elkaar ertoe komen om onder ogen te zien dat sterven bij het leven hoort, dat een dokter mensen moet helpen om dat natuurlijke proces menswaardig te laten verlopen. Neem die verantwoordelijkheid, beslis ...zelf....zinloos handelen is een professioneel standpunt/besluit, hoef je niet ter sprake te brengen, daar speelt informed consent niet!!

  • R. Dijkgraaf

    cardioloog, Harderwijk

    Prachtig artikel, zoals al het werk van deze auteur, voor wie ik veel bewondering heb. Bureaucraten en andere verspreiders van niet-medische modegrillen verstoren het werk van échte zorgverleners en ze verspillen enorme bedragen. Keizer brengt dit te...lkens weer overtuigend voor het voetlicht, zo ook nu. Ik denk dat er inderdaad bij het overgrote deel van de verpleeghuispatiënten een niet-reanimerenbesluit zou moeten worden genomen. Dat is niet cynisch of bot, maar het berust op zindelijk, verstandig en liefdevol medisch denken. Ik wil graag een behulpzame tip geven omtrent de besluitvorming: naast de categorieën 'wil wel' of 'wil niet' is er een zeer grote categorie 'kán niet'. Keizer laat deze categorie bewust of onbewust buiten beschouwing. Succesvolle reanimatie (lang overleven zonder al te veel neurologische schade) is vaak op medisch-technische gronden onmogelijk. Als ik daarvan overtuigd ben spreek ik NR af, wat de patiënt of de familie ook wil, want ik ben niet gedwongen zinloze medische handelingen te verrichten. Ik heb daar de afgelopen twintig jaar zeer zinvolle en wederzijds verrijkende discussies over gevoerd met deze patiënten en hun families, wezenlijke problemen gaf dat nooit. Gebruik de EAD inderdaad alleen in uitzonderingsgevallen, en ga vooral door met het bestrijden van het management- en overheidsonkruid in ons verder zo fraaie gazon!

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.