Blogs & columns
Column

Daar ga ik niet over

18 reacties

‘Gelukkig’, zegt de neuroloog terwijl ze aandachtig kijkt naar de MRI van de oude dame die zonet op de Spoedeisende Hulp is gekomen met verwardheid en neurologische uitval. ‘Het is geen herseninfarct. Ik denk dat jullie beter de neuroloog kunnen bellen.’ Ik kijk haar verbaasd aan. ‘Maar jij bent toch neuroloog?’, vraag ik. ‘Jawel’, zegt ze, ‘maar ik ben de neuroloog van het stroketeam. Ik doe alleen stroke en dit is geen stroke.’

Ik ben minstens zo verbaasd als ik een volgende patiënt met een snel progressieve en ingewikkelde nierinsufficiëntie wil verwijzen naar de nefroloog omdat ik denk dat een nierbiopt moet worden uitgevoerd. De alleraardigste arts-assistent aan de telefoon vraagt of ik de patiënt wil verwijzen naar het glomerulaire team, het interstitiële-nefritisteam of het team voor tubulaire aandoeningen. Als ik haar uitleg dat de oorzaak van de acute nierinsufficiëntie lastig te achterhalen is en ik juist daarom nefrologische expertise nodig heb, blijft ze volhouden dat ik de patiënt alleen maar naar één van die teams kan verwijzen.

Later die dag begint mijn verbijstering de grens van ontvlambaarheid te bereiken als de oncoloog weigert te komen kijken naar een patiënt met een grote uitpuilende tumor in de hals ‘omdat er nog geen weefseldiagnose is, dus misschien is het geen kanker’.

Mijn verbijstering begon de grens van ontvlambaarheid te bereiken

Achtereenvolgens drie keiharde illustraties van waar subspecialisatie toe lijkt te leiden. Ziekenhuizen zijn inmiddels tot de nok toe gevuld met superknappe dokters die er allemaal ‘niet over gaan’. Ze lijken geen zier te geven om patiënten, maar doen alleen hun geliefkoosde orgaan, lievelingsziekte of favoriete weefsel­type. Subspecialisatie betekent kennelijk niet alleen dat je van een klein gebiedje heel erg veel weet (wat natuurlijk uitstekend is) maar vooral dat je totaal niet meer geïnteresseerd bent in de rest. Dit resulteert in een situatie waarbij patiënten vooral te horen krijgen wat ze níét mankeren, dat hun probleem níét op het terrein van deze geconsulteerde dokter ligt en deze dus níéts voor hen kan betekenen. Daarnaast leidt het tot een extreem inefficiënte en kostenverslindende organisatie van de specialis­tische zorg.

Huisartsen moeten er toch ook gek van worden. Probeer maar eens een patiënt met vergrote lymfklieren naar een hematoloog te krijgen. Maar al te vaak tref je subspecialisten die eigenlijk alleen maar geïnteresseerd zijn in maligne lymfomen en zich te hoog verheven voelen om virale lymfadenopathie of een sarcoïdose te diagnosticeren. En de teleurstelling bij het toegesnelde pulmonary embolism response team als de patiënt helemaal geen long­embolie blijkt te hebben, vertaalt zich helaas zelden bij de longartsen in dit team tot een beetje interesse om bij diezelfde patiënt ont­regeld astma of een luchtweginfectie te helpen behandelen.

Met de snel toenemende kennis en mogelijkheden van de geneeskunde is het fantastisch dat we steeds meer dokters krijgen die op een klein specifiek gebied alle details weten en de laatste wetenswaardigheden bijhouden. Echter, als ze vervolgens hun interesse in al het andere verliezen en niet meer bereid zijn patiënten met alternatieve of bijkomende problemen te helpen, leidt het tot een eindeloze versnippering waarvan patiënten steeds meer de dupe dreigen te worden.

Ook van Marcel Levi

  • Marcel Levi

    Marcel Levi is internist, voorzitter van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) en hoogleraar geneeskunde aan de Universiteit van Amsterdam.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Bart Bruijn

    Huisarts, Streefkerk

    Herkenbaar, maar andersom dan dat Levi hier beschrijft.

    Gelukkig is dit in mijn lokale ziekenhuis nauwelijks aan de orde. Universitair wel, maar daar verwijst men meestal onderling door.

    Andersom zeg ikzelf, als solistisch, zeer generalistisc...h apotheekhoudend dorpsdokter dit regelmatig.

    Het is verbluffend voor buitenstaanders wat er allemaal op het bordje van de huisarts wordt gegooid. Tot het verdelen van distributiewoningen en de tekorten in de psychiatrie toe.

    Bij weer een briefje voor een woningeigenaar, een luchtvaartmaatschappij of schoonmaakbedrijf zeg ik: "Sorry, daar ga ik niet over."

    Als ik weer eens wordt uitgenodigd voor regelmatige vergaderingen onder werktijd door een zich belangrijk vindende instantie op wat voor gebied dan ook, zeg ik: "Sorry, daar ga ik niet over".

    Als ik weer eens wordt gesommeerd me in te spannen voor het bewegen van mijn patiënten en het feit dat ze niet afvallen, zeg ik: "sorry, daar ga ik niet over." Als alles wat anderen in de zorg laten liggen tot mijn taak wordt gerekend, zeg ik: "sorry, daar ga ik niet over".

    En zo kan ik nog wel even doorgaan. Ik zal het u besparen.

  • Herman Mees

    Huisdokter, Zuidlaren

    In dit licht de uitspraak van die huisarts in de vorige eeuw, die vroeg aan zijn zoon, die "specialist" wilde worden: "gut, jong, kun je het hele vak niet aan?"

  • Arjen Göbel

    Huisarts, Amstelveen

    Marcel slaat de spijker weer eens heerlijk op de kop. Ik hou er van.

    Ik vind daarnaast dat specialisten, ook 'algemeen specialisten', zich vooral bezighouden met het uitsluiten van kanker die er niet is, maar vervolgens niet het oorspronkelijke pr...obleem oplossen van de patiënt.

    Ik stuur iemand in met buikpijn. Specialist stelt tot ieders vreugde vast dat het geen kanker is. Patiënt zit week later bij mij met nog steeds dezelfde buikpijn. terwijl ik de specialist niet had gevraagd kanker uit te sluiten maar de buikpijn op te lossen.

    Herkenbaar?

    Daarom eindig ik mijn verwijsbrieven steeds vaker met de zin: "Graag aandacht voor dit probleem en tevens graag een oplossing voor de klacht, ook als er geen maligniteit o.i.d. gevonden wordt."

  • Jan Bergen

    bestuurder, toezichthouder, oud-huisarts , Vlissingen

    .....de patient wordt nog net niet per buizenpost als pakket naar de collega-specialist gestuurd.....

  • Eelco Veen

    Chirurg, Breda

    Marcel Levi beschrijft hoe patiënten krijgen te horen wat ze niet mankeren en elders naar een oplossing moet worden gezocht. In 2001 werd ik opgeleid tot Algemeen Chirurg en heb mij ondertussen verder gedifferentieerd als vaatchirurg, longchirurg en ...chirurg bij kinderen. De algemeen internist en chirurg lijken niet meer te bestaan en hebben plaats gemaakt voor verschillende (sub) specialismen. Hoewel dergelijke differentiatie in de Heelkunde veel goeds heeft gebracht is toch enige waakzaamheid is geboden. Het is goed dat we niet allemaal nog alles doen, die tijd is voorbij! De verder gaande specialisatie kan leiden tot verlies aan algemene kennis en interesse in andere deelgebieden van de Heelkunde. Wat is er mooier om datgene te doen waarvoor je destijds besloot om dokter te worden. Het stellen van een diagnose en ervoor zorgen dat de patiënt de juiste zorg / optimale behandeling krijgt. Dat wil niet altijd zeggen dat je zelf de behandeling kan uitvoeren, zoals Marcel Levi in zijn column een aantal voorbeelden geeft, maar wel weet waar de patiënt terecht kan voor de juiste behandeling. Door steeds meer in hokjes te werken, lijkt het alsof we vergeten te blijven nadenken wat er zich afspeelt buiten dat hokje. Fysiologisch onjuist, want datheeft ons immers geleerd dat de verschillende orgaansystemen nauw met elkaar verweven zijn. Bij ons in het ziekenhuis geven wij als chirurgen dagelijks supervisie op de SEH onafhankelijk van de subspecialisatie. Door vertrouwen in elkaars competenties en heldere afspraken met laagdrempelig onderling overleg zorgen we op deze manier ook buiten ons eigen differentiatie voor de chirurgische patiënt. Het is aan ons om onze dokters van de toekomst te leren een fatsoenlijke werk(differentiaal) diagnose op te laten stellen en de patiënt niet te vertellen wat ze niet hebben. Dat de generalist terug komt is niet waarschijnlijk, dan wel wenselijk, maar behoud van een generalistische blik wel degelijk.

  • Bas Waas

    Huisarts te Haarlem, Amstelveen

    Heel herkenbaar, zowel in de klinische omgeving, als -zoals eerder door collega Oosterhoff opgemerkt- in de GGZ. Dit is één van de redenen dat ik voor het generalistische vak van huisarts ben gegaan en niet voor kinderarts. Ik belde in een dienst mi...jn baas voor een ernstig benauwd kind. Antwoord: "daar weet ik niets van, ik ben kinder-nefroloog"....zucht. In de GGZ worden mijn patiënten ook van loket A naar loket B verwezen.
    Superspecialisatie is prima, zolang het maar niet betekent dat je de rest vergeet!

  • David Buis

    Arts-onderzoeker, Leiden

    Een herkenbaar probleem en oh zo slecht voor kwaliteit van zorg. Een typisch voorbeeld van denken vanuit de ziekte en niet vanuit de patiënt. Het is echter niet alleen een gevolg van de organisatie van zorg, maar ook een cultureel probleem. In het mo...derne ziekenhuis lijkt het bijna een sport om patiënten zo snel mogelijk naar andere afdelingen over te plaatsen en geen verantwoordelijkheid te nemen: House-of-God-achtige toestanden. Terwijl het vertrekpunt altijd het probleem van de patiënt dient te zijn en hoe we dat het beste kunnen verhelpen.

  • Hans Santen

    huisarts, Velp

    Beste Marcel,
    Inderdaad is het soms om gek van te worden. En inderdaad, versnippering is voor goede patiëntenzorg een steeds groter probleem.
    Dat deze tendens al veel langer aan de gang is en eerder aan de kaak werd gesteld blijkt uit het artik...el van Holdrinet uit 2001 (1): https://www.medischcontact.nl/nieuws/laatste-nieuws/artikel/alleen-meer-dokters-opleiden-helpt-niet.htm.
    De wens tot meer generalisme wordt in toenemende mate uitgesproken; ik hoop dat we voor de uitvoering daarvan niet weer 20 jaar moeten wachten.


  • Menno Oosterhoff

    psychiater, Thesinge

    Ik heb het ook in de psychiatrie zien gebeuren. Specialistische teams en als er dan iets speelt wat buiten dat specialisme valt dan moet het naar een ander team. Terwijl diagnostiek zeker in de kinderpsychiater in feite niet moeilijk is.

  • Gaspard Knops

    Huisarts, Valkenburg

    Zo extreem als hier geschetst is het nog niet in Nederland maar de tendens is er wel. Maar dit biedt kansen! Waarom nog 6 jaar erover doen om basisarts, en nog eens 3-8 jaar om (super)specialist te worden? Sla die exercitie maar over en leid de mense...n op tot alveolist, glomerulopaat, follikoloog en ga zo maar door. In een fractie van de tijd.
    Wel jammer dat we inmiddels wel tegen een tekort aan huisartsen aan lopen. Dus mocht je dit lezen en heb je je keuze nog niet gemaakt, voel je geroepen!

  • Sander Jonges

    Huisarts, Paterswolde

    Mij uit het hart gegrepen. Het “zien” van een hele patiënt wordt voor onze specialistische collegae steeds moeilijker. We lijken niet meer te weten dat wij allen geacht worden (basis) arts te zijn, en voor hele mensen zorg en kennis te leveren.

  • Dolf Algra

    commentator, opiniemaker zorg en sociale zekerheid, Rotterdam

    Intrigerende observaties. Ik denk meteen even aan eerdere lezing van Levi (Domus Medica 2017) over dit probleem van subspecialisatie

    Levi pleitte toen voor grondige reorganisatie van het zorglandschap. Meer dan noodzakelijk lijkt mij.

    Maar hij... kwam ook met een dubbele boodschap: de dokter als game changer. Maar dan kunnen we niet bij dit soort dokters terecht. Lijkt me. Dus... wat nu ? Hoe moet dit verder ?

  • Cobi Boer

    huisartsUit het hart gegrepen, Rotterdam

    Dank Marcel voor het opnieuw aan de kaak stellen van dit groeiende dilemma, uit het hart gegrepen.
    M.i. is deze ontwikkeling een serieuze bedreiging van de kwaliteit van de gezondheidszorg, ook in ons land!

  • J. Meintjens

    SEH-arts KNMG, Nibbixwoud

    Zo lang onze hersencapaciteit beperkt is, gaat elke verdieping ten koste van de breedte. Dat geldt ook voor 'reguliere' specialismen: stel een willekeurige oogarts eens een serieuze vraag over het oor, en zie wat de reactie is. Dat is logisch en acce...ptabel: de tijd dat alle medische kennis in een hoofd paste, ligt ver achter ons.
    Voor electieve derdelijnszorg kunnen subspecialisten van meerwaarde zijn, voor de (nog) ongedifferentieerde patiënt is het noodzakelijk dat er voldoende breed opgeleide professionals beschikbaar zijn. Wanneer er in toenemende mate volumenormen voor allerhande reguliere zorg worden gesteld, kan dit nog wel eens een knelpunt worden in de toekomst. We moeten goed opletten dat we niet vastlopen op de specialisatie-paradox: dat subspecialisten steeds meer weten over steeds minder, totdat ze op een gegeven moment alles weten over helemaal niets en dan implodeert het systeem. De voorbeelden van Marcel Levi zijn wat dat betreft een waarschuwing dat we in de huidige trend het optimum wel zo'n beetje voorbij zijn.

  • Patricia Van Putten

    Ziekenhuisarts-KNMG, Bonaire

    Lang leve de ziekenhuisarts! Die gaat over alles en zorgt voor de hele patient!

  • Rob van Valderen- Antonissen

    Huisarts , Tilburg

    Heel herkenbaar inderdaad! En combineer dat betoog dan met specialismen die in de ene locatie van het gefuseerde ziekenhuis wel aanwezig zijn en in de andere niet. “Dat hoort denk ik niet bij mij, kun je niet even naar de andere locatie bellen...”

  • Rick Stuijver

    Internist, Arnhem

    Met aandacht las ik het artikel van Marcel Levi over subspecialisaties. Eindelijk iemand die het zo helder en duidelijk formuleert.
    Ik herken zijn aarzelingen over de toenemende specialisatie en afbraak van de generalistische specialist. Het baart m...e al jaren zorgen.
    Ik ben nu 32 jaar internist en zie ook dagelijks de vlucht naar eigen subspecialisatie.
    Ongetwijfeld heeft de toenemende specialisatie de geneeskunde verder gebracht, maar zijn er ook nadelen, zoals hij die verwoordt. Het lijdt teveel tot versnippering van de zorg , en een risico voor de patiënt met veel multimorbiditeit. De algemene internist bestaat ook al haast niet meer en is tot taak geworden van dokters in opleiding. Juist de generalist is het cement binnen de 2e lijnszorg en verdient meer aandacht. Ik twijfel of de ziekenhuisarts dat gat kan opvullen.
    Punt van aandacht voor de Federatie en NIV.

  • Herman L. Hoekstra

    oud-huisdokter, Appelscha

    Beste Marcel, ik neem aan dat je over de ziekenhuizen in Londen schrijft. Dat is toch niet aan de orde in Nederland??

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.