Blogs & columns
Bert Keizer
2 minuten leestijd

Blijf bij mij

2 reacties

Niet zo lang geleden zat een dierbare collega tegenover de internist. Zij vertelde hem dat hij
een pancreascarcinoom had in een vergevorderd stadium. Na drie maanden van onbegrepen ellende was de diagnose rond, volgend op een echogeleide punctie uit de cauda. Haar tweede mededeling was: u kunt naar huis. Hij keek haar ontzet aan en zei: ‘Maar mevrouw, ik kan niet eens meer op mijn benen staan.’

Voor haar was het probleem opgelost. Ze wist nu wat het was. Maar wat moest ze dán zeggen? Nou, ‘ik blijf bij u’ was mooi geweest. Maar ach, al zou ze het willen, dan nog zou heel het ziekenhuis steigeren bij een dergelijk voornemen.

Geheel tegen mijn naïeve verwachting in ligt dit allemaal precies even beroerd in de psychiatrie. Wat mij zo verwondert is de voortvarende wijze waarop psychiatrische collega’s zich op het flinterdunne ijs van de psychofarmacologie wagen. Er wordt vrijelijk gekwartet met neuroreceptorbindingsprofielen, re-uptake inhibition, atypische antipsychotica, cholinerg tegenover dopaminerg, en daaraan te koppelen medicatie en daarmee te genezen gedragingen en/of akelige gevoelens. Of dat ‘genezen’ betekent dat het ziekelijke handelen of voelen wordt onderdrukt, uitgesteld, of zelfs totaal verwijderd doordat een bepaald neuronaal circuit nooit meer zal vuren, dat alles is onduidelijk.

Begripsmatig struikelt men heen en weer tussen twee benaderingswijzen. Men gaat ervan uit dat alle gedrag cerebrogeen is en afwijkend gedrag wijst dan op een afwijkend cerebrum. Neurologie, kortom. Daar staat een andere overweging tegenover: soms is er afwijkend gedrag bij een (voor zover we nu weten) niet afwijkend cerebrum. Dan is het psychiatrie. Na welke constatering men toch weer terugkeert tot de neurologie door moleculair in te grijpen in het cerebrum. Overigens geheel volgens de blackboxmethode, waarbij je er iets in gooit dat daarbinnen iets doet wat totnogtoe onbekend is. Soms doet men alsof het wel bekend is, maar naar ik begrijp is er nog nooit een neurofarmacoloog in geslaagd om de mythe van het serotoninegebrek in een humane synaps te bevestigen.

Het hedendaagse psychiatrische universum is volkomen vertekend door de toegenomen finesse waarmee we neuroanatomie in vivo kunnen bedrijven. Niets is zo aantrekkelijk en tegelijk zo misleidend als een fMRI als het erom gaat de illusie te scheppen dat we eindelijk weten hoe iets zit in onze geest. Men vergeet daarbij dat je op een scan nooit kunt zien of iemand gelukkig is of depressief of aan vakantie toe. Als je dat wilt weten (en dit is de achilleshiel van alle neurowetenschap) dan zul je het aan de breinbewoner moeten vragen. Wij zijn nog steeds niet van Descartes af.

Een en ander leidt ertoe dat psychiatrische interventie geheel medicamenteus is georiënteerd. De arts praat even en laat medicatie achter. Er is geen sprake van psychiatrische diagnostiek in de zin waarin Hengeveld die onlangs nog eens beschreef bij zijn afscheidscollege als hoogleraar psychiatrie in Rotterdam, waarin hij DSM IV op de hak neemt: ‘Het onderzoek van de psychiatrische patiënt moet niet bestaan uit het stellen van gestandaardiseerde vragen naar symptomen, maar uit het doordringen in de psychische werkelijkheid van de patiënt in de context van diens levensverhaal.’

Het is in de hedendaagse psychiatrie vrijwel onmogelijk een arts te vinden die zich, na te zijn doorgedrongen in een levensgeschiedenis, bindt aan een patiënt. Een arts die op de een of andere manier durft te zeggen ‘ik blijf bij u’, terwijl hij alle re-uptake met een sierlijke boog in de vijver kwakt.

Bert Keizer is specialist ouderengeneeskunde

Correspondentieadres: redactie@medischcontact.nl

<strong>PDF van dit artikel</strong>
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • ,

    Als ik de column van Bert Keizer niet opvat als een 1 april grap (datum verschijnen desbetreffende medisch contact), dan blijf ik onthutst en gekwetst achter na het lezen van zijn column "Blijf bij mij".
    De hele beroepsgroep psychiaters in een venijn...ig stukje afgedaan. Afgedaan als wat eigenlijk: onnozele naar MRI loerende pillenschrijvers, uit op snel en afstandelijk effectbejag? Als er maar geen menselijk contact hoeft te zijn. "Blijft u ver van mij" suggereert hij eigenlijk.
    Ik begrijp niet goed waar dit venijn vandaan komt. Is Bert Keizer aanwezig bij al die gesprekken die er dagelijks tussen psychiater en medemens worden gevoerd?
    Ik neem mijzelf en directe collega's als maat: gewone, aardige mensen die dagelijks doen waarvan hij beweert dat we het collectief nalaten: mensen een hand reiken, geduldig en betrokken met hen optrekken in hetgeen hen ten deel is gevallen.
    Graag nodig ik Bert uit om een aantal dagen mee op te trekken; want het moet onwetendheid zijn die hem drijft tot het schrijven van dergelijke columns.
    Want is het geen onwetendheid, dan kan het helaas niets anders zijn dan de onhebbelijkheid van een man die het niet verdraagt dat medemenselijkheid op grote schaal voor komt en niet slechts is voorbehouden aan verpleeghuisartsen."

    Petra van Paasen
    psychiater
    Universitair Centrum Psychiatrie Groningen.

  • E.E. Vleugel

    , AMSTERDAM

    Waarom?

    Als (ouderen)psychiater lees ik normaal gesproken graag de column van collega Keizer. Dit keer ben ik onaangenaam verrast door de misplaatste aantijgingen jegens mijn vak en mijn beroepsgroep. Maar als psychiater ben ik vervolgens ook hier g...eïnteresseerd in de onderliggende en/of voorafgaande psychische processen. Ik zou collega Keizer dan ook van harte willen uitnodigen om hierover met mij van gedachten te wisselen.
    De psychiatrie is frequent het mikpunt van ongezouten kritiek, verontwaardiging en soms ronduit verguizing. In haar 'vorige leven' heeft de psychiatrie zich niet bepaald populair gemaakt. Maar dat de film 'One Flew Over the Cuckcoo's Nest' uit 1975 nog steeds een actuele associatie is als het gaat om psychiatrie, is voor mij als jonge klare onbegrijpelijk.
    Dat psychiatrische stoornissen op het niveau van de etiologie en pathogenese moeilijk te ontrafelen zijn, dat een deel van de stoornissen niet kan worden genezen (maar vaak wel evidence based kan worden behandeld), dat onze medicamenten vervelende bijwerkingen kunnen opleveren en dat psychotherapeutische behandeling tijd en inspanning vergt, is wat mij betreft niet de verklaring.
    Ieder medisch specialisme kent aandoeningen die niet te genezen zijn en zelfs niet zijn te behandelen, ook al wordt de etiologie en pathogenese bekend verondersteld. Ook therapieën zijn meestal niet zonder bijwerkingen en soms leiden deze zelfs tot (uitgesteld) overlijden. Maar niemand neemt het de chirurg kwalijk dat deze gehele organen of lichaamsdelen verwijdert met de tumor, terwijl er feitelijk geen adequaat antwoord is op de tumor die het orgaan of lichaamsdeel bedreigt. Niemand neemt het de neuroloog kwalijk dat deze wat betreft de behandeling van aandoeningen, vaak in verlegenheid moet blijven. Niemand neemt het de internist kwalijk dat grote groepen mensen zich iedere dag moeten spuiten om in leven te blijven. Niemand neemt het de reumatoloog kwalijk dat deze uiteindelijk weinig antwoord heeft op de chronische pijnen van mensen, het vergroeien van gewrichten en op de beperkingen in het functioneren, om nog niet te spreken over de vernietigende effecten van de medicamenten die in dit vakgebied worden voorgeschreven. En zo kunnen we nog wel even lang doorgaan.
    Maar waarom uit men dergelijke kritiek schijnbaar alleen jegens de psychiatrie?
    Het voert niet alleen te ver hier uiteen te zetten op welke gebieden de psychiatrie wel degelijk wetenschappelijke evidence heeft vergaard, het lijkt bovendien niet te leiden tot andere inzichten bij sceptici.
    Het lichaam-geest-dualistisch denken in de geneeskunde levert kennelijk nog steeds een prettig soort duidelijkheid op, waarbij het lichamelijke impliciet beschouwd wordt als 'objectief', 'zichtbaar' of 'aantoonbaar' en het 'geestelijke' als 'subjectief', 'onzichtbaar' of 'niet aantoonbaar'. Het wordt pas echt verwarrend nu blijkt dat psychische processen wel degelijk een 'stoffelijk substraat' kennen en dat bij psychiatrische stoornissen neurobiologische veranderingen optreden. De vraag hoe 'de ziel' zich verhoudt tot het 'stoffelijke' bestaan wordt hiermee ook op losse schroeven gezet en maakt wellicht de existentiële crisis compleet.
    Dit zijn echter slechts speculaties, want ik tast in het duister.
    Ik zou graag collega Keizer uitnodigen een dag met mij mee te lopen op mijn afdeling (Kliniek Ouderen). Ik zou hem graag laten zien hoe wij heden ten dage werken en ik zou graag met hem van gedachten wisselen over de toedracht van zijn betoog. Wanneer kom je, Bert?

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.