Blogs & columns
Blog

Walhalla

5 reacties

‘We willen allen goden zijn en in het walhalla leven’ het staat in grote letters op de muren op de sociëteit van het RSC in Rotterdam. Na de studie en de coschappen gaat iedereen op zoek naar zijn eigen werkwalhalla. Sommigen met overtuiging in periferie, anderen met soms minder overtuiging in de academie.

Aan de stoelpoten van mijn walhalla, diep diep in periferie wordt al jaren vrolijk en zonder gene gezaagd. Twee jaar geleden schreef ik een blog met de titel ‘Asterix en het chirurgische snoeimes’ over ditzelfde onderwerp. Het is sindsdien in elf talen vertaald en binnenkort verschijnt alweer de 13de druk en ik dacht dus dat Ernst Kuipers wel twee keer zou nadenken voordat hij weer in de pen zou klimmen over hetzelfde onderwerp. Welk onderwerp vraagt u zich nu met grote spanning af.

Onlangs verscheen in de medische kwaliteitskrant het AD een drieluik met Ernst Kuipers, een traumaprofessor uit Utrecht en een patiënt. De patiënt was lang, lang geleden in een heel slecht streekziekenhuis behandeld. Totaal misgegaan natuurlijk en Kuipers en de professor wisten uiteraard wel waardoor dat was gekomen. Pure onkunde natuurlijk. Laat ik beginnen te zeggen dat ik werkelijk niet begrijp waarom beide heren zich voor een dergelijk interview in deze op medisch gebied dubieuze krant laten lenen. De casus van de patiënt dateerde van meer dan 15 jaar geleden en werd volkomen eenzijdig belicht. Gekoppeld aan hun standpunten had het meer weg van een advertorial voor concentratie van traumazorg dan van een gedegen interview met twee professoren.

Maar dan op de terugweg vanuit Frankrijk lees ik een nieuw artikel in Zorgvisie door Bart Kiers met Ernst Kuipers. Het is eigenlijk geen artikel, het is een herhaling van zetten. Het is zeker geen kritische ondervraging, maar louter een opsomming van de standpunten van Kuipers. Wederhoor ontbreekt. Het diskwalificeert Zorgvisie naar mijn mening als onafhankelijk medium in de zorg. Maar belangrijker: voor mij diskwalificeert het Kuipers ook als collega. Hij geeft in dit artikel wederom een volledig verkeerde voorstelling van zaken en het is daarmee zeer schadelijk. Dit blijkt onder meer uit het feit dat er nu een tweede artikel op Zorgvisie is geplaatst met een reactie van het Zilveren Kruis op dezelfde foutieve aannames.

Het artikel start met de stelling dat één op de drie traumapatiënten nog steeds in een perifeer ziekenhuis belandt en Kuipers oppert om ziekenhuizen die dat oogluikend toestaan maar niet meer betaald moeten worden. Hij verwijst vervolgens naar een veldnorm die nu ‘eindelijk’ eens gehandhaafd moet worden. De veldnorm waar Kuipers het over heeft stelt dat 90 procent van de traumapatiënten met een ISS-score boven de 15 in een traumacentrum moet worden behandeld. Het gaat dus niet over álle traumapatiënten. Een heel belangrijk en cruciaal verschil waar Kuipers van op de hoogte moet zijn. Het is daarbij ook zeker geen veldnorm waar de ‘streek’-ziekenhuizen achterstaan, weet ik. Streekziekenhuizen zijn volgens Kuipers dus alle ziekenhuizen die niet academisch zijn.

Een en ander illustreert Kuipers met een beschrijving van een reclamefilm van een heel stout streekziekenhuis (hoe durven ze) dat z’n traumazorg promoot. Een patiënt met een nekkraag rijdt door de gang en volgens Kuipers is dit dus een evidente multitraumapatiënt. Dit klopt ten eerste niet omdat het een film is en er vermoedelijk een kerngezonde acteur op de brancard ligt en ten tweede is het maar de vraag wat het ziekenhuis heeft willen overbrengen? Misschien wel gewoon waar ze goed in zijn? Het behandelen van stabiele traumaslachtoffers wat volgens de veldnorm is toegestaan? Het artikel toont daarmee geen respect voor het goede werk dat op traumagebied in de periferie wordt verricht.

Kuipers’ focus zou moeten liggen op het reorganiseren van de echte multitraumapatiënt. Zoals ik in mijn hierboven genoemde blog ook heb geschreven. Deze kleine groep patiënten, minder dan 5 procent van alle traumata, wordt namelijk verdeeld over elf (!) centra in Nederland. Maar daar hoor je Kuipers nooit over. De enige reden om bij de periferie patiënten af te romen, is om juist deze elf centra in stand te houden. Dat is althans mijn redenatie. Want ook zij hebben een minimumaantal patiënten nodig om te mogen blijven bestaan. Het is politiek.

Voor Kuipers is het Erasmus MC en de academie kennelijk in bredere zin het traumatologische walhalla. Het centrum van het medische universum waar alles en iedereen om heen draait. De plek ook waar iedereen wil werken misschien? Artsen, verpleegkundigen, ok-assistenten, laboranten. Iedereen die nu in een streekziekenhuis werkt, zou waarschijnlijk alles willen opgeven om na een lange file door de polder in de binnenstad van Rotterdam aan te komen in het walhalla van de medische zorg. Het is dus helemaal niet erg als er perifeer wat centra verdwijnen want dit personeel kan meteen aan de slag in de randstad.

Maar dan heb ik een verrassing. Ik wil dit niet. En ik ben niet de enige. We willen allemaal goden zijn en in het walhalla werken en voor sommigen is dat de academie, maar voor de meesten de periferie.

Dan nog iets veel belangrijkers, alhoewel dit natuurlijk al een buitengewoon lekkere afsluiter was. De patiënt natuurlijk. Want waar is zijn walhalla? Voor een nieuwe nier is het Erasmus MC het walhalla, bij een complexe bekkenfractuur is dat, denk ik, Groningen maar als ik mijn pols breek ga ik gewoon naar mijn collega Iordens bij ons in het ziekenhuis. Het perifere, kleinschalige, efficiënte (trauma)chirurgische walhalla wordt door te veel beleidsbepalers onvoldoende gewaardeerd en beschermd. Dat moet anders.

lees meer van Maarten Staarink
  • Maarten Staarink

    Maarten Staarink is traumachirurg in het Van Weel Bethesda Ziekenhuis in Dirksland.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • F.G. Keuter

    Intensivist n.p., Zandvoort

    Nee deze collega reageert op een bestuurder die al lang uit de praktijk is.... En academisch is....geen idee over de zorg in de periferie of over klinieken....

  • J.A.M. Kremer

    Voorzitter Kwaliteitsraad, Nijmegen

    En nu stappen zetten om uit de postmoderne loopgraven van het eigen gelijk te komen.
    Verschillende perspectieven moeten elkaar niet bestrijden, maar elkaar verrijken.
    Patiënten verdienen dat!

    [Reactie gewijzigd door Kremer, Jan op 01-09-2021 14:49]

  • R.M. Houwert

    Traumachirurg, Utrecht

    Beste Maarten,
    Wat vervelend om te lezen hoe jij de traumazorg ervaart. In Utrecht gaat het anders.
    Als mijn moeder haar heup breekt, gaat ze naar collega Van der Velde in het Antonius. Als mijn vrouw haar pols breekt, gaat ze naar collega Van Heij...l in het Diakonessenhuis. Mocht ik, God verhoede, een groot ongeluk krijgen, hoop ik dat de ambulance mij naar het UMC Utrecht brengt. En ik hoop dat niet alleen: alle traumachirurgen in onze regio hopen dat met mij.
    Deze regionale samenwerking komt mede door “de trauma professor” uit Utrecht. Eveneens is 1 traumacentrum in Culemborg zijn idee (net als jij suggereert maar radicaler). We zijn het hierover dus wel eens.
    Traumazorg is geen wij versus zij. Traumazorg is ons. En dat willen we in Utrecht graag zo houden.
    Hartelijke groet, Marijn Houwert

    • M. Staarink

      Chirurg, Dirksland

      Beste Marijn,

      De boodschap van mijn blog is niet een algemene onvrede over de regiosamenwerking mocht ik die indruk bij je hebben gewekt. Ook niet een uiting van hoe ik de traumazorg ervaar. Het is onvrede over de discussie die wordt gevoerd over... centralisatie met oneigenlijke argumenten die onze goede traumazorg in gevaar brengt.
      Ik voel heel erg de noodzaak die te verdedigen. En ik kan dat gelukkig weer vrijuit doen.
      Gr Maarten

    • F.G. Keuter

      Intensivist n.p., Zandvoort

      De arrogantie van de UMC's zijn soms terecht en soms niet....

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.