Blogs & columns
Blog

Verander nou eens!

4 reacties

‘Ho ho, we zijn hier niet op de high intensive care!’ roept de psychiater tijdens de ochtendoverdracht als we een beleid bespreken. Ik heb dan net mijn eerste opleidingsjaar in de kliniek afgerond. Hier heb ik op twee afdelingen gestaan waar de gemiddelde turn-over twee weken is. Er zijn dus twee weken om interventies in te zetten. Interventies voor acuut ernstig zieke patiënten, vaak in een gedwongen kader. Dan kom ik in een FACT-team.

In een FACT-team ligt de snelheid lager, waarschuwen collega’s me. Behandelresultaten laten langer op zich wachten. ‘Hoe houd je dit vol?’ vraagt de coassistent een paar maanden later aan me. ‘De patiënt verandert maar niet.’ De eerste maanden vind ik dit ook frustrerend. Als ik honderd oplossingen aandraag, zijn er patiënten die er honderd afschieten. Totdat ik besef dat niet de patiënt moet veranderen, maar ik, als ik wil dat de patiënt wil veranderen.

De patiënt ‘moet’ namelijk niet veranderen. Veranderen is eng. Als je iets verandert, dan weet je niet wat er gaat gebeuren. Het is onbekend. Als je je al niet goed voelt, is de kans groot dat je denkt dat die verandering niet goed voor je gaat uitpakken. Zou jij dan veranderen als een behandelaar zegt dat je moet veranderen? Of zou de weerstand toenemen, als iemand anders denkt beter te weten wat je moet dan jijzelf?

Op de universiteit worden we uitgenodigd ons te trainen in het snel oplossingen bedenken voor de klachten van de patiënt. Tijdens het Skillslab-oefengesprek, rollenspellen op de universiteit, leren we welke interventies we kunnen toepassen als bijvoorbeeld een patiënt met overgewicht komt. De patiënt moet gaan bewegen en gezonder gaan eten. We geven tips waar je kunt gaan zwemmen, hardlopen en voetballen, en hoe je minder zout in je eten doet om het cardiovasculair risico te verkleinen. Maar als de patiënt niet wil sporten, zal het hem mogelijk irriteren dat de arts hem dit opdringt. Niet de arts moet willen dat de patiënt afvalt, hij moet het zelf willen. En als dat zover is, dan is daar de timing om de patiënt te begeleiden in het nadenken over hoe hij dat wil bereiken. Niet door de voor ons zo voor de hand liggende oplossingen aan te dragen, maar door de interesse bij de patiënt te wekken om in beweging te komen. Niet letterlijk, maar door de patiënt te laten nadenken over hoe hij dat zou willen bereiken.

Hiervoor is het belangrijk om geen haast te hebben en dat ook uit te stralen. De structuur van de ggz is helaas niet een voorbeeld van ‘geen haast’-gericht werken. Deze is juist gefocust op snelle verandering. Het aantal uren waarin die verandering moet optreden, ligt vooraf al besloten in de dbc. Terwijl we door de patiënt te haasten, mogelijk juist vertraging creëren.

We doen het met de beste intenties. We zien een probleem, we willen het beste voor de patiënt, dus we willen het probleem oplossen. We hebben genoeg kennis om de oplossing voor de klachten te zien en willen helpen door die aan te bieden. We schuiven verder naar voren op onze stoel, terwijl de juiste plek misschien wel naar achteren is, om ruimte te geven aan de patiënt. Om vervolgens die stoel naast de patiënt te zetten, als de patiënt daar klaar voor is. Maar wel op 1,5 meter.

Ook van Mette Koning

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Menno Oosterhoff

    Psychiater, Thesinge

    Dank voor je blog. Helemaal mee eens, maar ik mis een ding. Ik geloof niet dat het altijd een kwestie is van niet willen of niet durven. Ik denk, dat het ook vaak niet kunnen is. Geneeskunde en zeker psychiatrie is voor een niet onbelangrijk deel het... verdragen van onmacht. De onmacht van de patiënt en je eigen onmacht daarin verbetering aan te brengen. Nogal eens sta je min of meer met lege handen. De kunst is dan te blijven staan.
    Ik heb ooit eens tegen een patiënt gezegd: Ik kan weinig voor je doen, maar dat kan ik heel lang volhouden. Dat vond hij heel fijn, omdat zoals hij zei: Ik ben het wel zat elke keer weer het rouwproces van de hulpverlener mee te moeten maken

  • Wim Jacobs

    huisarts, Boxmeer

    Na 35 jaar huisarts geweest te zijn weet ik dat je geen enkel probleem voor de patiënt moet oplossen.
    Je kunt wel het door jou geziene probleem, verslaving, overgewicht, fout gedrag etc. benoemen.

    Daarbij de vraag of de patiënt dit ook als een pr...obleem ervaart en wat voor een hulp je zou kunnen bieden.

    Laat het initiatief aan de andere kant van de tafel.

    Indien de patiënt het niet als een probleem ziet kun je benoemen dat jij het wel degelijk een probleem vindt .
    En dat je er voor open blijft staan om te helpen als diegene er zelf aan toe is.


    Kortom : beetje richting geven , duidelijk zijn, begeleiden en professioneel blijven.

  • Koos Plomp

    Cardioloog, Hollandsche Rading

    Mooie column Mette,

    Ik kan me helemaal vinden in je waarneming.
    Als dokter moet je de patient niet beter willen maken bij lifestyle verbetering.
    Je kan hem/haar hooguit de weg wijzen en bepaalde parameters checken.
    Dat geeft de patient ook a...utonomie. Ik maak u niet beter, ik controleer of u het goed doet. Daarbij gaan de credits dan ook naar de patient toe.

  • Antoinette Koopman

    Voormalige arts ouderengeneeskunde , Amsterdam

    Opvallend: vind ik het vergelijken met overgewicht en dan een belangrijke interventie niet noemen....bespreken van het eet patroon: goede voeding bevat véél minder kant en klaar, goedkoop voedsel én véél minder suikers

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.