Blogs & columns
Blog

Twintig kopjes koffie

1 reactie

Woensdagochtend, de wekker ging. Hoewel ik absoluut geen ochtendmens ben, had ik voor mijn doen een goede ochtend te pakken. ‘Nog anderhalve week te gaan, dan ben ik basisarts’, was de gedachte waarmee ik met een blij en zelfverzekerd gevoel die dag opstond.

Ik ging een dag met de ambulance mee. Wat begon met saaie ritjes om patiënten van het ene naar het andere ziekenhuis te vervoeren, eindigde met zwaailichten, sirene en plankgas. Het einde van de dag naderde. De ambulancepieper ging voor de laatste keer van onze dienst af. Wéér een A1-melding. Met zwaailicht en sirene aan reden we weer weg, nog onbekend waarheen. Enkele seconden later verscheen de omschrijving in beeld. Bij het lezen hiervan gingen mijn gedachten binnen één seconde van ‘Yes, weer een A1-rit, spannend!’ naar ‘Shit nee, wat moet ik doen? Paniek!’ Ik las de zin nog een keer over: reanimatie van een man, geschatte leeftijd 50 jaar, mogelijk al overleden… De verpleegkundige zat achter in de ambulance en nam met mij door wat we gingen doen. Ik keek haar aan en knikte een paar keer, maar eigenlijk had ik geen idee wat ze zei, ik hoorde het niet eens. Het enige wat zich in mijn hoofd herhaalde was: ‘mogelijk al overleden, mogelijk al overleden, mogelijk al overleden’.

Tot overmaat van ramp viel de navigatie van de ambulance halverwege de rit ook nog eens uit. Met klamme zweethandjes probeerde ik zo snel als ik kon het adres op mijn telefoon in te voeren. Achteraf gezien was dat mijn beste (en enige) bijdrage aan de reanimatie…

Aankomend in de straat staan buren buiten te wijzen waar we moesten zijn. Ik liep met de rest mee naar binnen. Ik probeerde niet te laten merken dat ik het spannend vond, veel te spannend. We moesten boven zijn. De politie en enkele omstanders waren al begonnen met reanimeren. Het eerste moment waarop ik de man zag schrok ik. ‘Dood, hartstikke dood’, dacht ik. De woorden ‘mogelijk al overleden’ waren wel op zijn plek. Ik had in het ziekenhuis wel vaker overleden mensen gezien, maar hier schrok ik toch van. Er gebeurde van alles om me heen, en ik? Echt een gevalletje van ‘ik stond erbij en keek ernaar’. Mijn taak was het niet in de weg staan voor de mensen die wél druk bezig waren. Dus daar stond ik dan… in de hoek van de kamer. Links naast mij stond een bureau waar wat make-up op lag. Toen kwam het besef: de vader van dit meisje wordt nu gereanimeerd in haar slaapkamer…

Na ruim 25 minuten werd de reanimatie gestopt. De huisarts van de man ging naar beneden om het slechte nieuws te vertellen aan echtgenote en zoon. Het was een soort tikkende tijdbom. 3, 2, 1… boem, het is gezegd. Het huilen, het schreeuwen en de paniek waren boven goed te horen. Ik volgde het ambulancepersoneel en de politie naar beneden en deed maar precies wat zij ook deden. Langs de echtgenote en zoon lopen om te condoleren en sterkte te wensen. Ik voelde me heel klungelig en onzeker. Ik voelde me totaal geen coassistent die over anderhalve week arts zou zijn.

Een jonge man met een jong gezin. Een jong gezin in een fijn huis. Een fijn huis dat vanaf die dag nooit meer zo fijn zou zijn. Het raakte me. Het raakte me heel erg. Het had ook zo mijn vader kunnen zijn. Even later kwam dochter nietsvermoedend thuis, hoorde het nieuws, brak in tranen uit en zocht troost bij moeder en broer. Toen voelde ik tranen opkomen, maar ik wilde per se niet gaan huilen. Straks moeten ze mij nog gaan troosten!?

Ik dacht aan mijn vriend die in moeilijke situaties waarin hij ergens anders aan wil denken altijd in gedachten een kopje koffie zet. Ik vond dat altijd maar gek, maar ja ik moest wat. Dus in mijn gedachten pakte ik een koffiekopje, deed ik er koffie in, deed ik er melk bij, roerde ik met een lepeltje en nam ik een slok. Die dag heb ik wel twintig kopjes koffie gezet. Het hielp, de tranen bleven weg. 

‘Nog anderhalve week te gaan, dan ben ik basisarts’, was de gedachte waarmee ik die avond naar bed ging. Ditmaal met een verdrietig en onzeker gevoel.

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Hans Rode

    Psychiater, Toronto

    Iris, je slaat de spijker op zijn kop: onze Nederlandse medische (opleidings)cultuur heeft nog flink wat stappen te zetten om artsen gezond in het zadel te houden. Ik schrijf dit bericht vanuit Toronto, waar de grootste 'Physician Health' conferentie... ter wereld gehouden wordt. Waar we compassie, steun en richting nodig hebben, worden we met een kop koffie het riet in gestuurd. Gelukkig krijgen steeds meer opleidingen en ziekenhuizen door dat als ze hulpverleners en artsen niet beter in staat stellen ons werk op een gezonde manier te doen, ze over een tijdje veel te weinig personeel hebben om het werk te verrichten. Moedig dat je je verhaal deelt! Blijf het doen!

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.