Blogs & columns
Blog

Twijfel

2 reacties

Als de envelop met de uitnodiging voor de darmkankerscreening zou komen, dan moest ik eruit zijn of ik zou meedoen aan de screening, of niet. Maar ik was er nog niet uit.

Rationeel vond (en vind) ik de argumenten voor de darmkankerscreening niet overtuigend. De site van het RIVM zegt dat door de screening darmkanker in een vroeg stadium kan worden ontdekt, en dat zo een derde van de sterfgevallen door darmkanker kan worden voorkomen. Aan de andere kant weet ik ook dat de overall sterfte onveranderd blijft, en dat mensen die meedoen aan de darmkankerscreening dus niet relevant langer leven dan mensen die niet aan de screening meedoen. De sensitiviteit van de test is ongeveer 65 procent bij eenmalig onderzoek, en 80-90 procent als de test tweejaarlijks wordt herhaald. Bijzonder: je zou denken dat een screenende test erop gericht is geen ziekte te missen. Bij een positieve test volgt vervolgonderzoek: een colonoscopie. Dat lijkt me vervelend, zelfs in de vaardige handen van de mdl-artsen in mijn ziekenhuis. De complicatiekans is weliswaar klein (2 op de 1000, zegt het RIVM), maar niet nul: bij 1:10-40.000 scopieën overlijdt de patiënt aan de complicaties. Mijn wetenschappelijke brein zei dus: niet doen. Een snel geposte tweet hierover leidde de volgende dag tot een telefoontje van een mdl-arts uit mijn ziekenhuis. Hij vroeg me vriendelijk of ik me wel realiseerde dat mijn tweet mensen aan het twijfelen kon brengen, die anders misschien wel hadden meegedaan. Hij nodigde me uit voor een gesprek waarin hij zijn kant van de darmkankerscreening vertelde: de ellende die hij kende van ver gevorderde darmkanker, dat de screening niet alleen darmkanker in vroeg stadium opspoort maar ook voorstadia ervan, dat zij als mdl-artsen daardoor meer te weten komen over deze voorstadia, en dus ook betere behandeltechnieken ontwikkelen om die te behandelen. Hij deed een beroep op me om er nog eens goed over na te denken. En dus begon ik weer te twijfelen.

Nu vind ik twijfel een lastige emotie. Ik ben als dokter graag pragmatisch, daadkrachtig en oplossingsgericht. Ik hou van gezond verstand en rationele argumenten. Ik werk graag evidencebased. Zo ken ik mijn collega de mdl-arts ook. En toch verschilden we hier van inzicht. En ik was hier niet alleen collega, maar ook patiënt in spe.

Overleg met mijn vrouw. Zij is volgzaam in bevolkingsonderzoek: komt de oproep, dan gaat ze. Daar zal goed over nagedacht zijn, is haar gedachte. Ook vindt ze de bevestiging dat je geen nare ziekte hebt prettig. Ze had dus ook wat moeite met mijn scepsis over de screening. Maar toen ik met haar mijn rationele argumenten en de oproep van de mdl-arts besprak, begreep ze mijn twijfel. Laat het nog even sudderen, was haar advies. Het wordt vanzelf duidelijk.

En zo ging het ook. Op een stafactiviteit sprak ik een andere collega, laten we hem Rob noemen. Rob was er bijna een jaar uit geweest, was nu net weer terug, zag er gezond en fit uit. Wat was er aan de hand, vroeg ik. Darmkanker, zei Rob. Flinke tumor, intensief traject gehad, maar nu weer ziektevrij en hersteld. Wat waren je klachten, vroeg ik. Niks, zei hij. Het kwam uit de screening.

Die ervaring van een collega die ik graag mag, en met wie ik veel en prettig heb gewerkt, gaf bij mij de doorslag. Ik heb me laten screenen. Blijkbaar spelen bij een beslissing over mijn gezondheid niet alleen rationele argumenten mee, maar ook emoties. De ervaringen van twee gewaardeerde collega’s deden iets met me, de realisatie dat het geval van Rob mij ook had kunnen overkomen, met wellicht spijt achteraf als ik niet had meegedaan aan de screening. Die twijfel kon ik wel wegredeneren, maar niet wegvoelen. En dat was oké.

Wij, dokters, zijn doorgaans erg gericht op de ratio. Deze ervaring heeft me nog sterker bewust gemaakt van de impact die emoties hebben op besluitvorming over gezondheid en ziekte. Die impact is er bij patiënten ook. Aan ons de schone taak daar serieus en respectvol aandacht aan te besteden.

ook van Paul Brand

  • Paul Brand

    Kinderarts Paul Brand is hoofd medisch opleidingsbeleid van de Isala Academie, programmaleider Professioneel functioneren medische staf Isala en hoogleraar klinisch onderwijs UMCG.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Jan van Saase

    Internist, Rotterdam

    De twijfel van collega Brand deelde ik volledig, zeker nadat tijdens internistendagen 5 jaar geleden een pro en con debat werd gevoerd waar de tegenstander van deze screening betere argumenten leek te hebben dan de voorstander. De getalsmatige onder...bouwing was destijds nog matig tot zwak, afhankelijk van wat je een acceptabele uitkomst vindt. En eigenlijk is dat nog zo. Een colonoscopie is een naar onderzoek, nog los van de risico's. Dus toen ik het plastic buisje in de brievenbus kreeg dacht ik niet mee te doen. Maar als internist zie je ook de gevolgen van de ziekte. Dus toch meegedaan. Positief getest (We moeten nog eens nadenken of we een slecht bericht wel een positieve test willen noemen). Acht (8) poliepen, de grootste 29 mm met pre-maligne kenmerken. Na 3 jaar controle scopie met nog een klein hyperplastisch restpoliepje. De twijfel blijft maar als iemand mij vraagt wat te doen met de uitnodiging zeg ik: doen!

  • menno oosterhoff

    psychiater, thesinge

    Marcel Levi schreef hier ook al eens over de verwarring, die hem ten deel viel toen bij zijn broer bij een totalbodyscan een toen nog operabele tumor werd ontdekt. In principe is hij tegen total bodyscans, maar het had nu wel het leven van zijn broer... gered.
    Statistiek kan nooit op tegen de individuele beleving. Gevoel is veel sterker dan verstand. Dus doen we het toch, voor alle zekerheid. We verdragen veel beter de narigheid van valspositieven dan vals negatieven

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.