Blogs & columns
Blog

Strangers in the night

Plaats een reactie

‘Bedrijfsartsen in het geweer tegen nachtwerk’ kopte Medisch Contact vorige week. Hoera! De nieuwe richtlijn nachtarbeid is er! Wat hebben bedrijfsartsen hier lang op moeten wachten. Zijn ze nu niet langer strangers in the night? Mijn verwachtingen zijn hoog gespannen. Is nachtdienst voortaan alleen nog toegestaan in noodzakelijke sectoren, zoals zorg en politie?

Veel dingen waren allang bekend. In 1980 was er al een congres over nachtdienst en gezondheid. De FNV kwam met roosters die minder schadelijk waren voor de gezondheid. Voorwaartse rotatie, heette het toen al. Drie dagen van 6.00 tot 14.00 uur, drie dagen van 14.00 tot 22.00 uur, drie dagen van 22.00 tot 6.00 uur. Die oude inzichten zijn nu vertaald in een nieuwe richtlijn. Misschien is die richtlijn zo laat omdat er eerst voldoende evidence moest zijn. Want inzicht alleen is niet genoeg. En die evidence is er nu, getuige de tientallen pagina’s met evidencetabellen, relatieve risico’s en 95%-betrouwbaarheidsintervallen.

Ik hoop dat ik met deze richtlijn verderkom met de casus van meneer Van Brekel. Een collega heeft die vorige week op mijn bureau gelegd. Van Brekel, 53 jaar oud, is rechercheur bij de nationale politie. Afgelopen voorjaar heeft hij een fors hartinfarct gekregen. Hij lijkt vlot te herstellen. Bij controle vier maanden na het infarct is de ejectiefractie 45 procent. Van Brekel gaat weer beginnen in een binnendienstfunctie met werkuren van negen tot vijf. De korpsleiding ziet hem graag terug in de buitendienst. Daar is een schrijnend tekort aan personeel. Dat houdt dan wel in dat hij weer avond- en nachtdiensten moet draaien, en ook overuren. ‘Kan dat wel, mag dat wel?’, vraagt de korpschef. Van Brekel heeft de cardiorevalidatie met succes afgerond en zijn leefstijl aangepast. Hij gaat drie keer per week naar het fitnesscentrum om onder begeleiding te sporten. De vermoeidheid van de eerste maanden is weg. Strikt genomen is hij weer inzetbaar voor zijn oude functie, maar is dat niet de kat op het spek binden? Oftewel in dokterstaal: is dit vanuit secundair-preventief oogpunt niet zeer onwenselijk? Zelf heeft Van Brekel geen voorkeur. Hij mist zijn oude werk, zegt hij. Hij ziet wel wat op tegen het nachtwerk. ‘Maar misschien went dat op den duur wel weer. Zegt u het maar, dokter!’

Ik pak meteen de nieuwe richtlijn erbij en ga op zoek naar een antwoord. Maar dat valt tegen. De richtlijn is hierover niet duidelijk. Wat gek, het doel is toch ‘het adequaat interveniëren ingeval van gezondheidsproblemen bij nachtarbeid’? ‘Als (gezondheids)klachten duidelijk samenhangen met nachtwerk moet definitief stoppen met nachtwerk overwogen worden’, lees ik. Nou, dat is hier het geval! Dat moet dan in gezamenlijke besluitvorming, maar Van Brekel wil dat de bedrijfsarts beslist.

Ik duik in het bij de richtlijn horende achtergronddocument. Dit bevestigt wat ik al wist: ‘Er is sterk bewijs voor de relatie tussen nachtwerk en het risico op het krijgen van cardiovasculaire aandoeningen. Hieronder vallen bijvoorbeeld hartklachten, hartinfarct, hartfalen, beroerte en perifeer vaatlijden.’ Maar wat doe je daar dan aan, dames en heren richtlijnontwikkelaars, preventief gesproken? Moeten we alle niet-noodzakelijke nachtarbeid verbieden? Werken moet toch gezond zijn? Eindelijk vind ik achterin iets waar ik misschien wat aan heb. In bijlage 5 ‘Kennislacunes’ lees ik: ‘De belangrijkste negatieve gezondheidseffecten van nachtwerk zijn vermoeidheid of slaapproblemen en een verhoogd risico op cardio-metabole aandoeningen. Gediagnosticeerd zijn met een hart-of vaatziekte of diabetes mellitus lijkt echter geen contra-indicatie te zijn voor het uitvoeren van nachtwerk, en het bepalen van het al dan niet kunnen verrichten van nachtwerk is maatwerk.’

Dit is dus een vermoeden van de richtlijnontwikkelaars. Er is geen bewijs voor, want het staat bij kennislacunes! Ga ik Van Brekel nu de nacht insturen wegens gebrek aan bewijs? Ja dank je de koekoek, Van Brekel mag niet terug naar een voor hem extra riskante werksituatie. Die richtlijnontwikkelaars staan wel erg ver van de praktijk van nachtarbeid. Bedrijfsartsen blijven strangers in the night.

Meer van André Weel

  • André Weel

    André Weel is bedrijfsarts-niet-praktiserend en epidemioloog; werkzaam als curator bij het Trefpunt Medische Geschiedenis Nederland op Urk.'  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.