Blogs & columns
Blog

Ik beroep me op mijn zwijgrecht

Plaats een reactie

Alles begint bij de anamnese. Maar soms is het toch wel fijn als je behalve de anamnese ook nog een stethoscoop kunt gebruiken. Dat realiseer ik me in elk geval elke keer als we in de gevangenis een patiënt binnenkrijgen die geen Nederlands of Engels spreekt, en ook geen enkele andere taal die ten minste één van ons in elk geval een beetje beheerst. Terwijl wij het vaak tegen beter weten in toch nog proberen en uiteindelijk de tolkentelefoon bellen, kan de huisarts altijd nog door de stethoscoop luisteren. Ook bij mutistische patiënten, die helemaal niet praten, is het hart in elk geval nog te horen.

De psychiatrie is het vak van de taal.

Een man die geen enkele waarde toekende aan taal en die het niet eens was met de elders gestelde diagnose schizofrenie, formuleerde het zo: ‘Die diagnose klopt niet. Ooit hebben ze een scan gemaakt, daar was op te zien wat er aan de hand was, maar nu hebben ze geen scan gemaakt, maar hebben ze alleen maar iets op een blaadje geschreven.’

Zijn uitgangspunt was helder: taal heeft geen enkele betekenis voor de diagnostiek.

Een standpunt dat daar recht tegenover staat, is dat van advocaten, die menen dat er geen psychiatrische diagnostiek is zonder taal. Zolang je maar niets vertelt over je gedachtes, je gevoelens, je motieven, kan de psychiater geen diagnose stellen, is hun onjuiste overtuiging, die ze met hun cliënten delen.

Advocaten die voor woorden waarschuwen hebben deels gelijk. Wie vertelt dat hij via een ingebrachte chip wordt afgeluisterd omdat hij een grote uitvinding heeft gedaan waar mensen meer van willen weten, kan zeker zijn dat de diagnose psychotische stoornis zal worden gesteld. Als hij zwijgt, zal geen psychiater het vermeende bestaan van die chip en die grote uitvinding vaststellen. Maar dat het er voor een diagnose vooral om gaat wat iemand denkt, is een lekenopvatting. Zeker zo belangrijk als wat iemand denkt, is hoe iemand denkt – samenhangend of volledig verward en associatief – en wat hij met zijn gedachtes doet: anderen overtuigen, aanvallen, zich terugtrekken.

Advocaten weten natuurlijk heel goed dat de wet een strikt onderscheid heeft gemaakt tussen enerzijds de behandelend psychiater (die niet meer doet dan behandelen in de penitentiaire instelling) en anderzijds de psychiater die gevraagd is om een pro justitia-rapportage te maken. De bevindingen van de rapporterend psychiater (met soms het veel gevreesde tbs-advies) gaan naar de rechter, de bevindingen van de behandelend psychiater vallen onder het beroepsgeheim en mogen alleen met de beoordelend psychiater worden gedeeld als de patiënt daar toestemming toe geeft. Maar welke patiënt durft de waarheid te geloven dat we ons daar allemaal aan houden? Ik weet dat we dat doen, dat we als behandelaar het beroepsgeheim respecteren en een rapporterend collega nooit zonder toestemming van de patiënt informatie zullen geven, maar ik weet ook dat ik het als patiënt niet zou geloven. Je hoeft niet heel wantrouwend te zijn om behandelend psychiater, rapporterend psychiater en rechter als één geheel te beleven. Voor alle zekerheid is het dan beter om bij iedereen voorzichtig te zijn met wat je zegt.  

Al kan het achterhouden van informatie ook diagnostisch zijn. Soms doet zich de bizarre situatie voor dat ook de anamnese door de huisarts volstrekt onmogelijk is, omdat de patiënt de woorden van de advocaat als in een mantra herhaalt: ‘Ik beroep me op mijn zwijgrecht.’

Lees meer van Yolande de Kok
  • Yolande de Kok

    Yolande de Kok is psychiater. Op haar vrije dagen is zij graag met haar hond in de duinen.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.