Blogs & columns
Dolf Algra
Dolf Algra
3 minuten leestijd
Blog

Een ongelooflijke puinhoop

1 reactie

Soms zakt je de moed echt heel diep in de schoenen. Dat overkwam me bij het lezen van het laatste jaarverslag van het UWV.

Ik geef meteen toe: dat doe je niet voor de lol. Maar ik was even op zoek naar de allerlaatste cijfers betreffende de sociaal-medische beoordeling bij deze publieke verzekeraar. Dat is van het grootste belang voor een miljoen werkende Nederlanders die volledig afhankelijk zijn van een goed en effectief functionerend UWV. Zowel qua inkomen, als qua werk en loopbaan.

Voor wie het ontgaan is: die sociaal-medische beoordeling is een ongelooflijke puinhoop aan het worden. Alle indicatoren staan diep in het rood. Het aantal beoordelingen is sterk gedaald, de werkvoorraad loopt hard op, van tijdigheid is geen sprake meer, en het aantal dwangsommen ten gevolge van ingebrekestelling neemt fors toe.

Maar dat het echt zo’n puinhoop is, zul je natuurlijk niet in zo’n jaarverslag lezen. Dat zou een brevet van onvermogen zijn én dan kun je als directie meteen je biezen pakken.

In beleidstaal verwoord je zo’n heikel probleem veel omfloerster. Dus laat je opschrijven: ‘dat demismatch– tussen de voortdurende toenemende vraag naar sociaal-medische beoordeling én de beperkte beoordelingscapaciteit waarover we beschikken –een urgent en aanhoudend punt van zorgis’.

Let even op het sleutelwoordje ‘mismatch’. Heerlijk. Dat bekt lekker neutraal en kent tegelijkertijd geen enkele richting. Naar dat soort woorden zijn de woordvoerders altijd op zoek. Even sussend als nietszeggend.

Dat die sociaal-medische beoordeling een urgent en aanhoudend punt van zorg is, ziet de huidige minister van verzekerings- en bedrijfsartsen ook, maar zo voegt zij er in de aanbiedingsbrief bij het jaarverslag aan de Tweede Kamer geruststellend aan toe: samen met SZWworden er ‘stappen richting een oplossing gezet’.

Stappen richting een oplossing? Hoe ziet zoiets eruit? Wat moeten we ons daarbij voorstellen? Het antwoord daarop is te vinden in het laatste verslag van de Vaste Kamercommissie van SZW.

De minister blijkt een drieslag in de tijd voor zich te zien: op dekorte termijnwil ze een aantal tijdelijke en eenmalige maatregelen doorvoeren om de knelpunten in de capaciteit op te lossen. Op demiddellange termijnzijn wijzigingen in wet- en regelgeving, of in ieder geval in de interpretatie (!) van de beleidsregels noodzakelijk. En op delange termijn– de derde slag – staat het functioneren van het hele stelsel ter discussie.

En boter bij de vis: in een Kamerbrief vóór 23 juni zal ze het een en ander schriftelijk toelichten. In een technische briefing zullen de details worden toegelicht, want het is complexe materie.

Dat klinkt bemoedigend. Komt het dan uiteindelijk na tien jaar laat-maar-waaienaanpak toch nog goed met de toekomst van de sociaal-medische beoordeling?

Niet als je tegelijkertijd in hetzelfde verslag leest dat ‘we nu (!) aan het uitzoeken zijn wat we kunnen doen’. En: ‘daar gaat natuurlijk wel even tijd overheen’. Want: ‘er gaat veel denkwerk in zitten en er is heel veel overleg voor nodig. Maar we blijven in de tussentijd natuurlijk ‘met alle partijen in gesprek’ om ‘tot een goed en gefaseerde procesaanpak te komen waarin we de verwachtingen meenemen, en waarmee we de uitdagingen goed in beeld brengen en ook kijken naar wat de uitvoering aankan’.

Maar dit heb ik haar voorgangers Asscher en Koolmees ook vergadering na vergadering horen zeggen. Zo gaat het al meer dan tien jaar. Worst voorhouden en daarna doorschuiven.

Nog maar drie jaar geleden leek Koolmees door te bijten door de toenmalige UWV-directie onder curatele te stellen. En een jaar geleden schreef Koolmees nog dat direct ingrijpen in de sociaal-medische beoordeling noodzakelijk was. Lees het Gupta-rapport. Worst voorhouden en daarna doorschuiven.

De performancecijfers van het UWV bij de sociaal-medische beoordeling zijn om te huilen, zo slecht. Dus blijven we zitten met het probleem – of noem je zoiets een uitdaging? – dat de caseload van de UWV-verzekeringsarts is gedaald tot één per dag (kan het nog minder?), en dat het UWV vorig jaar 4,8 miljoen euro aan dwangsommen uit moest geven (weggegooid premiegeld).

De sociaal-medische begeleiding van de flexwerkers in de ziektewet is zo beroerd georganiseerd dat het percentage gerealiseerde probleemanalyses binnen zes weken niet hoger is dan 19,1 procent en het percentage gerealiseerde plannen van aanpak binnen acht weken niet meer dan 23,4.

Een slechtere performance kan bijna niet. Dit alles leidt tot een extreem hoge instroom in het eerste en tweede ziektewetjaar en massa’s onnodige extra beoordelingen. Kortom: dat is dweilen met alle kranen wagenwijd open. Wie is hier nu gekke Henkie?

De minister stelde in het laatste Kameroverleg tot tweemaal toe expliciet vast dat de mismatch niet ten koste mag gaan van de zieke burger. Hartverwarmende woorden, maar lees het bovenstaande nog een keertje zou ik zeggen. Wat een drama.

Dus als er op 23 juni geen knopen worden doorgehakt, lijkt het mij de hoogste tijd om niet alleen de UWV-directie, maar ook SZW als toezichthouder onder curatele te stellen.

Werkend Nederland verdient een betere publieke verzekeraar.

Lees ook
  • Dolf Algra

    Dolf Algra (1952) was tot voor kort zelfstandig bedrijfsarts en adviseur in Rotterdam.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • A.F. Algra

    commentator, opiniemaker zorg en sociale zekerheid, oud bedrijfsarts, Rotterdam

    Ter illustratie nog wat extra cijfers over de sociaal medische begeleiding van flexwerkers in de ziektewet door het UWV :

    Sociaal medische begeleiding is geregeld via de Wet Poortwachter (Wvp)- wettelijk vastgelegd in set van spelregels, waarbij... het UWV toezichthouder (!) is op de private sector (het werk dus wat de arbodiensten, bedrijfsartsen en case management bureau's doen voor de aangesloten bedrijven.

    Poortwachter - zo blijkt uit veel onderzoek - is de bodem van de pizza voor goede sociaal medische begeleiding en verzuimbeheersing. Het blijkt van essentieel belang te zijn dat de bedrijfsarts de probleemanalyse bij uiterlijk zes weken opstelt zodat de werker en de werkgever/chef/pz samen in de achtste week het plan van aanpak kunnen afspreken , waarin verwoord wordt wat de afspraken rond de concrete reïntegratie zijn. Tijdigheid en helderheid zijn daarbij de sleutels voor succes.

    De performance cijfers van het UWV zelf laten deze trends zien

    1. gerealiseerde probleemstellingen - bij zes week
    2016: aantal 55.666 - tijdigheid: 41.2%
    2021: aantal 33.665 - tijdigheid: 19.1%

    2. gerealiseerde plannen van aanpak - bij acht week
    2016: aantallen 56.394 - tijdigheid: 64.9%
    2021: aantallen 30.666 - tijdigheid: 23.4 %

    3. Aantal eerstejaars beoordelingen ziektewet:
    2016: 33.095
    2021: 23.086

    Aantal flexwerkers ziek aan het eind van het eerste jaar in 2021
    52-104 week : 11.134
    niet hersteld: 11.865

    Het bovenstaande kort samengevat: een bedroevend slechte performance
    bron: UWV jaarverslagen 2016- 2021
    https://www.uwv.nl/overuwv/kennis-cijfers-en-onderzoek/verantwoordingsinformatie/kwantitatieve-informatie-2021.aspx

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.