Blogs & columns
Anita Kaemingk
Anita Kaemingk
3 minuten leestijd
Blog

Een hartinfarct door stress, is dat gelul?

Klein eerbetoon aan professor Johan Denollet

1 reactie

Laat ik beginnen met het maken van excuses voor het in één adem noemen van de naam van de onlangs overleden hoogleraar medische psychologie Johan Denollet met het woord ‘gelul’. Deze woordkeuze past zeker niet bij de uiterst aimabele en fijnbesnaarde Vlaming. Wel schetst ze onmiddellijk het soms pummelige werkveld waarbinnen Denollet zijn baanbrekende werk deed.

Van stress kun je het aan je hart krijgen, dat weet iedereen. Het is common knowledge (het zit misschien zelfs wel ingebakken in ons DNA). Sla een woordenboek open bij het lemma hart en tel alle uitdrukkingen hierover (een kleine greep: hartzeer, hartverzakking, gebroken hart, hartenbreker, hartenklop, hartenpijn). Reis af naar het Malieveld en leg het thema voor aan een willekeurige klimaatactivist, boer, onderwijzer, verpleegkundige of bouwvakker en observeer hun verbaasde gezichten vanwege de overbodigheid van de vraag. Zoek de sterftecijfers bij voetbalinterlands en je hebt keiharde getallen. Maar er is een kleine groep mensen, en als ik het goed zie, zijn dit vooral orgaanspecialisten, die dit in twijfel trekken.

‘Stress is gelul’, zei een medisch specialist tegen journalist Fokke Obbema toen deze hem vroeg naar de relatie tussen werkstress en zijn hartinfarct. Ook de door Obbema geraadpleegde cardiologen konden zich het verband niet voorstellen. ‘Het is pure pech’, zeiden ze, ongetwijfeld opgelucht vanwege deze vindingrijke uitvlucht. Ja, dank je de koekoek. Pech is een cirkelredenering. Elke patiënt heeft hoe dan ook vreselijk veel pech, wat de etiologische factoren ook zijn.

Blijkbaar gaat er ergens in het opleidings- en professionaliseringstraject iets goed mis waardoor deze vreemde dwaling van de geest ontstaat. Voor de patiënt betekent dit dubbel pech, hij of zij krijgt én een hartinfarct én een dokter die zich beperkt tot ‘loodgieterswerk’.

Maar goed, ook vanzelfsprekende kennis verdient een kritische benadering en onderzoek. En gelukkig is dat er ruimschoots, bijvoorbeeld binnen de Interheart- en Framingham Heart-series. In Nederland heeft Johan Denollet veel werk verricht op het snijvlak van psychologie en cardiologie. Met flink tromgeroffel werd zijn naam internationaal gevestigd door een publicatie in The Lancet over de relatie tussen cardiale uitkomsten en type-D-persoonlijkheid (nee, niet de D van Denollet maar van distressed: een hoge score op de persoonlijkheidskenmerken sociale inhibitie en negatieve affectiviteit). Hij haalde zelfs de cover van Newsweek, hoeveel onderzoekers kunnen dat zeggen? Maar, zoals dat gaat met verhelderende nieuwe ideeën, dit concept kreeg ook kritiek. Dat weerhield hem er niet van om met vriendelijke vasthoudendheid en hoogstaande onderzoekskwaliteit te zorgen voor een eindeloze reeks interdisciplinaire studies en talloze publicaties in topbladen als Circulation, JACC, European Heart Journal en Archives of Internal Medicine. Een van Denollets laatste wapenfeiten is een hoofdstuk (onder redactie van strijdgenoot en hoogleraar cardiac psychology Susanne Pedersen) in de nieuwste, acht kilo wegende editie van het ESC Textbook of Cardiovascular Medicine. Kortom, de psychosociale stressfactor is definitief op de internationale cardiologische kaart gezet.

In het ESC Textbook staan allerlei opmerkingswaardige dingen te lezen, bijvoorbeeld dat werkstress het risico op een cardiaal incident anderhalf keer verhoogt. Dat stressoren cumulatief werken: hoe meer stressbronnen – werk, thuis, financieel, life-events, depressie, angst – hoe hoger het risico en hoe slechter het beloop. Dat type-D-persoonlijkheid vooral een cardiaal risico is bij de iets jongere oudere. Dat de stressfactor 32 procent (!) verklaart van alle kransslagaderlijden op populatieniveau, en daarmee dus stevig in de top staat van de risicofactorenlijst. En nog veel meer.

Onze grootouders wisten al dat stress allesbehalve gelul is en het is prettig dat deze kennis ook op alle vlakken door getallen ondersteund wordt. Blijft over de vraag hoe het kan gebeuren dat de stressfactor een blinde vlek wordt bij sommige dokters. Of zou dat ook gelul zijn?

Voor wie meer wil lezen over Johan Denollet: een mooi laatste interview en een in memoriam.

Meer van Anita Kaemingk

  • Anita Kaemingk

    Anita Kaemingk is onder meer neuropsycholoog en docent consultatie aan de geneeskundefaculteit in Maastricht. Ze heeft het lynchsyndroom en werd in 2013 ziek (vergevorderd stadium van kanker). In het boekje Over Leven, bespiegelingen van een kankerpatiënt (Het AchterBoek) heeft ze 25 columns over haar ziekte gebundeld.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.