De kunst van het schapen drijven
1 reactieOnlangs was het weer tijd voor de jaarlijkse teambuilding van onze poli. Een bijzonder evenement waar iedereen aan meedoet. Secretaresses, doktersassistentes, verpleegkundigen, teamleider, zorgmanager en de dokters. En volgens mij is dat best uniek. Het resulteert in elk geval steevast in een leuke dag met interessante dynamiek.
Dit jaar gingen we schapen drijven. Iets wat ik een paar jaar geleden ook had gedaan, met de medische staf van het ziekenhuis. En er is natuurlijk een reden dat gekozen wordt voor deze activiteit. Het is een activiteit die erg te maken heeft met samenwerken, verbinden, afstemmen, leiden, reflecteren. En dat kwam deze keer veel beter uit de verf dan tijdens mijn vorige ervaring.
Het had dagenlang geregend en het veld waar we naartoe gingen was één groot modderveld. Dat voegde nog wel een extra dimensie toe, aangezien de diverse glijpartijen en modderbaden het schapen drijven er niet makkelijker op maakte. En al valt er natuurlijk heel veel te vertellen over zo’n dag – veel ook teamgerelateerd – is er toch vooral een specifiek algemeen stukje van de dag dat mijn aandacht blijft trekken. Omdat het zo de kern van (hiërarchische) interactie met anderen weergeeft. In leidinggevende functies, in het contact met de patiënt, maar ook in het contact met collega’s.
Wat je mensen vaak hoort zeggen – zo begon de eigenaar van het bedrijf – is: ‘Ik heb lastige schapen, daarom lukt het niet.’ Een opmerking die hij direct van tafel veegde. Het zijn wilde schapen, ze zijn niet aan mensen gewend en vertonen onaangepast natuurlijk gedrag. Of het gemakkelijk gaat of niet, heeft alles met de mensen die de schapen drijven te maken. Oftewel, het zijn geen lastige schapen, jij hebt je niet goed genoeg afgestemd op de schapen. Jij moet de controle houden en continu kijken wat nodig is. Hierop handel je. Dus je bepaalt de koers, maar zorgt er wel voor dat de schapen op hun gemak zijn en bewegingsvrijheid hebben.
Dat afstemmen vraagt enerzijds een open verbinding naar de ander – wat doet deze, wat zou dat betekenen – en naar jezelf anderzijds; wat gebeurt er bij mij, wat zou ik willen overdragen naar de ander, wat laat ik wel zien van mezelf en wat niet? Een voorbeeld: wanneer je bloednerveus een veld op stapt voor een belangrijke wedstrijd, zul je naar de schapen en de hond die je helpt heel rustig moeten blijven, anders komt er niks van terecht. Ook zul je de hond zo moeten begeleiden dat het voor de schapen duidelijk is wat er moet gebeuren, zonder dat zij te veel beperkt worden in vrijheid.
Hoe is dat in patiëntenzorg? Bestaan er lastige patiënten, of is het meer het gevolg van onvoldoende afstemming van de dokter op de patiënt? En wat als je het bekijkt binnen een organisatie of binnen het totale zorgveld en je als arts ‘het schaap’ bent? Wat zou je dan graag zien voor gedrag bij de schapendrijver?
P J.C.Zoon
Internist niet praktiserend, Ermelo
Schaapsherder
Hij kan schapen blijven drijven
Echter kan hij omgekeerd
Zelf niet blijven drijven
Zwemmen heeft hij nooit geleerd