Blogs & columns
Blog

De ecotractus

Plaats een reactie

Iedere medisch student komt al vroeg in zijn opleiding het klassieke begrip ‘tractus’ tegen. Een woord uit het Latijn dat in de geneeskunde niet veel meer betekent dan ‘systeem van organen die functioneel bij elkaar horen’. Letterlijk vertaald is tractus niets meer dan ‘het trekken’. De figuurlijke betekenis is kleurrijker: een rustige gang, een bedaarde stijl.

Die rustige gang en die bedaarde stijl passen nog het beste in de interpretatie van ‘tractus’ zoals mij die hier voor ogen staat. Dat geldt zeker als we spreken over de tractusanamnese. De dokter stelt rustig, systematisch, tractusgewijs, een groot aantal vragen aan zijn patiënt. Als de ene tractus is afgewerkt begint hij aan de volgende. Zo komen achtereenvolgens de tractus circulatorius, respiratorius, digestivus, uropoeticus, genitalis en locomotorius aan de orde. Dat is nuttig voor de diagnostiek; veel ziekten beginnen immers in één bepaalde tractus. En die ene tractus bepaalt de aard van de beginsymptomen.

So far so good. Maar ben je echt klaar aan het eind van de klassieke tractusanamnese? Nee, want de huid, het zenuwstelsel, de zintuigen, de bloedvormende organen en het immuunsysteem zijn nog niet aan de orde geweest. En waar blijven de endocriene organen? Oké, daar bedenken we ook nog wel wat vragen voor. Ook de psyche lijkt buiten de tractusboot te vallen, als je die – net als Descartes – tenminste als een apart systeem beschouwt (zie mijn blog ‘Blogito ergo sum’). Daarom heeft de psychiatrie haar eigen classificatie ontwikkeld: de DSM.

Wat betekent dit nu? Dat het niet goed lukt om het menselijk lichaam op een eenduidige manier in functionele eenheden te verdelen. Er blijven functies en processen over die, hoewel essentieel voor het gezonde leven, niet binnen het klassieke medische systeem passen. En dat is ergerlijk voor wie van orde en overzicht houdt. Voor de ziekteclassificeerders die zich bezighouden met het indelen van oude en nieuwe ziekten. Maar ook voor de gewone dokter en zijn patiënt geeft het problemen. Vooral met de ‘nieuwe ziekten’ zijn we met de oude tractusanamnese snel aan het eind van ons Latijn. Tot welke tractus rekenen we het chronischevermoeidheidssyndroom? Of de somatisch onverklaarde klachten? Of de beroepsziekten? Wordt het eigenlijk geen tijd om die tractussen maar eens af te schaffen?

We kunnen ze ook een nieuwe kans geven. Er is nog toekomst voor ze weggelegd! Ik doel op de ICF, de International Classification of Functioning, Disability and Health. Voor veel dokters is dat een louter theoretisch concept, ver van hun bed. Maar de ICF legt wel een basis voor een nieuwe tractus met aandacht voor omgevingsfactoren. Waarom gaan we de ICF niet eens in praktijk brengen? Laten we er een echte ecotractus van maken, waarmee we de deuren en ramen van de spreekkamer wijd open zetten. Dat geeft ons zicht op de omgeving.

Maar hoe moet dat dan? Gewoon door, zoals bij elke tractus, de goede vragen te stellen en de gezondheidsrisico’s uit de omgeving netjes uit te vragen. Denk bij ‘omgeving’ vooral ruim: de werk- en woonomgeving waarin de patiënt zich bevindt. Het goede voorbeeld werd al in de vroege achttiende eeuw gegeven door de internist Bernardino Ramazzini uit Modena. Hij stelde ieder van zijn patiënten de vraag ‘Quam artem exerceas?’, wat doe je voor werk? Hij had al snel in de gaten dat een omgeving waarin iemand vele uren per dag doorbrengt en waarin zich allerlei sociale, fysische en chemische processen afspelen, medebepalend is voor diens gezondheid. Zo kwam hij allerlei vergiftigingen op het spoor, maar ook overbelasting, zowel psychologisch en cognitief als motorisch, en benoemde hij deze aandoeningen als beroepsziekten, of als gevolgen van ongevallen op het werk (Ramazzini B. De morbis artificum diatriba. Mutinæ: Antonii Capponi, 1700).

Kijken we naar de 21ste-eeuwse arbeidsomgeving, dan kunnen we daar voor wat het arbeidsmilieu betreft de lijn van Ramazzini doortrekken. We gaan er nog de arbeidsconflicten, het pesten op het werk, het grensoverschrijdend gedrag en niet te vergeten de burn-out aan toevoegen. Gaat het om het milieu, de omgeving in ruimere zin, dan geven we de infectieziekten en de verslavingen ook een plaats in deze ecotractus. Je kunt er van alles in stoppen. En er van alles uithalen. Het is de doos van Pandora van de sociale geneeskunde. Dat is niet het afvoerputje. Integendeel, het is een uitdijend heelal. Een eindeloos vak.

Lees ook
  • André Weel

    André Weel is bedrijfsarts-niet-praktiserend en epidemioloog; werkzaam als curator bij het Trefpunt Medische Geschiedenis Nederland op Urk.'  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.