Blogs & columns
Anita Kaemingk
Anita Kaemingk
3 minuten leestijd
Blog

Chemo en mediteren: overrompelend

3 reacties

Ik was nooit goed in mediteren. Op zich nogal merkwaardig, want al sinds de eerste fMRI-studies verschenen over de plasticiteit van de hersenen bij meditatie was ik geïntrigeerd. Ik las over veranderingen in hersenstructuren als amygdala en insula, en over minder pijn, angst en ander menselijk getob. Ondertussen is er sprake van een heuse zuidwesterstorm in meditatieonderzoek.

De boodschap is bestendig en krijgt steeds meer kleurnuances: iemand die mediteert voelt zich beter en presteert beter. Of het nu gaat om uitdagende zaken als een olympische wedstrijd of een PhD/aios-traject, aandoeningen als burn-out en depressie, alledaagse school- en werkprestaties of slaap.

‘Het is me te zweverig’, zuchtte een kennis onlangs. Ze kampt met een burn-out en had van verschillende kanten het advies gekregen om eens meditatieoefeningen te proberen. Dit is een groot misverstand. Meditatie is geen vage vreemde hobby. Het is pure fysiologie, en van alle eeuwen, alle streken en alle gezindten. In het westen zijn we wel veel meditatief gedrag kwijtgeraakt, waardoor we de kunst nu moeten afkijken van andere culturen.

Mediteren is ook nog eens supermakkelijk. Het is er in alle soorten en maten. Je kunt je aandacht richten op ademhaling, pijn, emoties of cognities zoals bij mindfulness, gebruikmaken van een mantra of compassievolle woorden, van rozenkrans, breiwerk of yoga, van geluiden en zelfs lawaai (ga bijvoorbeeld eens midden op een kruispunt zitten). Je kunt gaan chanten, reciteren of verdorde bloempjes van de campanula portenschlagiana knippen, je ogen dichthouden of juist open, erbij zitten, liggen, staan of lopen. En natuurlijk kun je ook gewoon lange afstanden gaan wandelen.

Toch, ondanks alle literatuur en laagdrempeligheid, kon ik me er nooit toe zetten. Letterlijk zelfs, ik had veel moeite om het besluit ‘en nu ga ik tien minuten zitten’ daadwerkelijk uit te voeren. De belofte van een dikkere insula anterior klinkt blijkbaar niet zodanig wervend dat ik daar tienduizend uur van mijn leven aan zou willen besteden. Maar de noodzaak ontbrak ook, zoals dat gaat bij de drukke moderne mens. Ik was gezond en actief, ging zonder noemenswaardige issues door het leven.

Totdat ik ziek werd en te horen kreeg dat ik dood zou gaan. En zelfs toen duurde het nog anderhalf jaar. Tijdens die milde zomer was mijn leven volledig tot stilstand gekomen, de dagen bestonden uit weinig meer dan dobberen in een palliatief badje van hormoontherapie en karrevrachten diclofenac en paracetamol. Op een ochtend zakte ik door mijn rechterbeen. Uitzaaiingen in het bekken roerden zich, het moment was aangebroken om nieuwe palliatieve stappen te overwegen. ‘Wil je nog wel behandeld worden?’, vroeg de oncoloog.

Als vanzelf ging ik zitten. Met de benen gekruist en de ogen gericht op een rozenblaadje telde ik mijn uitademing. De eerste keer was nog een beetje onwennig, maar op dag twee voelde ik een ongewone helderheid en rust over me komen. Ineens floepte Het Grote Inzicht door mijn hersenschors: ik had één kans, dit was ‘m, het meest ongenadige behandelscenario. En met een gigarisico: als de behandelingen niet zouden aanslaan, dan had ik mezelf een harde duw richting miserabel einde gegeven. Maar elke dag telde ik twintig minuten lang mijn ademhaling: de ontspanning en het grote vertrouwen bleven. Tot ik weken later mijn eerste infuus kreeg.

Ongelukkigerwijs bleek het chemopakket de uitknop van mijn hersenen te kunnen bedienen. Weg wilskracht. Daarom schreef ik, toen ik even boven zeil was, op een briefje wat ik zoal kon doen om de dag door te komen. Mediteren, bijvoorbeeld. Mijn getormenteerde lichaam en hoofd protesteerden steeds vurig tegen mijn besluit om ‘te gaan zitten’. Maar als het lukte was de uitwerking overrompelend. Tien minuten lichte concentratie met ademhalingsoefeningen was al voldoende om mij minder beroerd te laten voelen. Ik had minder pijn in mijn botten, voelde me minder vaag in mijn hoofd, was minder misselijk, had meer kleur op mijn wangen. Hier was ik niet op voorbereid, dit stond niet in de literatuur. De drie soorten anti-emetica konden terug naar de apotheek.

Tegenwoordig gaat het best goed met me. Dat weet ik, want ik mediteer minder. De keren dat ik me er toch toe weet te zetten, doet het me veel goed. Zij het natuurlijk minder overrompelend.

lees ook
  • Anita Kaemingk

    Anita Kaemingk is onder meer neuropsycholoog en docent consultatie aan de geneeskundefaculteit in Maastricht. Ze heeft het lynchsyndroom en werd in 2013 ziek (vergevorderd stadium van kanker). In het boekje Over Leven, bespiegelingen van een kankerpatiënt (Het AchterBoek) heeft ze 25 columns over haar ziekte gebundeld.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Myti van Staveren

    Arts (niet meer praktiserend), volop bezig met onderzoek naar de soms invaliderende, soms ook blijvende bijwerkingen van de fluorchinolone antibiotica. , Amsterdam

    Anita, weer erg mooi geschreven. Lichaam en geest zijn ook één. Sterkte, ik vind je dapper.

  • jan keppel hesselink

    pijnarts, Bosch en Duin

    Fantastisch verhaal en heel dapper. Meditatie - ik ken het al bijna een halve eeuw. Na veel vallen en opstaan, en vele zinloze dikke boeken lezen is er voor mij de kern van meditatie overgebleven. Niet zitten en adem tellen, maar zitten (staan of lop...en) met de totale aandacht bij het bewustzijnsveld dat wel aangeduid wordt (als richting) met 'Who-am-I' en als 'antwoord' 'I-am-That'.
    Bij de bron van het 'waarnemen' dat wat ook wel 'the watcher' genoemd wordt.
    Per slot van rekening ontstaan daar alle ervaringen, inclusief angst, pijn, vertwijfeling, en is dat de lege bron ervan, het 'eeuwig onveranderlijke' en altijd nu.
    Misschien klinkt dit toch weer zweverig, maar ik zou Anita willen uitnodigen dat een keer te proberen. Te onderzoeken. Blijf met je aandacht bij alles wat is en mediteer op 'Who-am-I'. Je zult verstelt staan.
    Veel goeds gewenst op deze levensbelangrijke tocht. Jan

  • Els van Veen

    huisarts, Dalfsen

    Wat een mooi blog weer. Heel ontroerend om te lezen hoe jij jouw ziekteproces beschrijft. Ik ben afgelopen jaar ook met mediteren begonnen, hoewel ik gezond ben (denk ik). En ik zeg het je na; mediteren is niet zweverig. Ik leef veel meer in het 'nu'... en ben me veel meer bewust, dat dit mijn leven is. Mediteren is voor mij; stil zitten en me richten op mijn ademhaling. En dan de gedachten die langs komen observeren zonder oordeel. Dus er niet mee meegesleurd worden. En als dat toch gebeurt (dat gebeurt continu), je daarvan bewust worden en jezelf weer richten op je ademhaling.Een heel mooi boek is het 'handboek meditatief ontspannen' van Jon Kabat-Zinn. Het is wél heel dik, maar alleen al door het lezen ervan, elke dag een paar bladzijdes, word je ontspannen. Ik hoop nog heel lang jouw blogs te lezen.

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.