Blogs & columns
Anita Kaemingk
Anita Kaemingk
3 minuten leestijd
Blog

Carepicine als cognitieve illusie

Plaats een reactie

Met wat meer chochme had ik momenteel een lucratief handeltje kunnen voeren in een kankerreducerende wonderpil met bijvoorbeeld een voedingsextract. Dat zou overigens niet onwelkom zijn geweest, want kanker doet ook iets met je financiële welzijn, maar dat terzijde.

Had ik tijdens mijn ziekte maar iets specifieks geslikt naast de ziekenhuisbehandelingen, dan kon ik nu met veel overtuiging de wereld kond doen van mijn wonderbaarlijke genezing dankzij deze pil, die ik vermoedelijk Carepicine zou hebben genoemd. Met een bepaald gevoel van opluchting en veel hindsight bias kan ik nu wel bekennen dat het een cognitieve illusie zou zijn geweest. De relatie van gelijktijdigheid (minder tumoractiviteit en slikken van de pil) zou ik abusievelijk als oorzakelijk hebben uitgelegd.

Cognitieve illusies zijn een vaste waarde in mensenland. We zien onophoudelijk verbanden tussen gebeurtenissen die niks met elkaar te maken hebben. Zoals tussen overvliegende ooievaars en geboortes van baby’s. Het heeft een groot nut. Illusies van controle of oorzakelijkheid geven ons houvast in een onvoorspelbare en gevaarlijke wereld. Ze besparen ons ook flink wat energie. Er gebeurt simpelweg te veel om telkens kalmpjes het rationele vergrootglas te pakken. En voor onze overleving bij acute narigheid is het onmiddellijke en dwingende leereffect (dit kruid is goed, deze beweging is slecht) zonder meer een nuttige kwaliteit.

De keerzijde van deze evolutionaire gemakzucht is dat ze ook fouten oplevert die schadelijk kunnen zijn. Heeft zo’n illusie zich namelijk eenmaal vastgezet in ons hoofd, dan is het moeilijk om de gebeurtenissen nog anders te interpreteren. En hierdoor kunnen we andere mogelijke verklaringen over het hoofd zien of zelfs afwijzen. Dan onttrekken we ons bijvoorbeeld aan een bewezen behandeling omdat het geloof in een andere niet-werkende aanpak te sterk is. Maar niet alleen zieke mensen maken deze fouten.

Een interessant voorbeeld speelt zich af binnen de cardiologie. Bij patiënten met stabiele angina pectoris (AP) wordt vaak een percutane coronaire interventie (PCI, oftewel dotteren) uitgevoerd om klachten te verminderen. Het verhaal is ook volstrekt logisch: er zijn kenmerkende klachten en er is een flinke objectieve stenose in een kransslagader: 1+1=2. Wanneer de vernauwing opgeheven wordt, zullen de klachten verminderen, toch? Deze aanname is zelfs zo vanzelfsprekend dat men het lang onethisch vond om een gerandomiseerde placebogecontroleerde studie te doen. De Orbita-studie laat evenwel zien dat het PCI-effect niet groter is dan het placebo-effect. Je zou dus kunnen stellen dat deze procedure bij stabiele AP bedotterij is en dat cardiologen dringend geadviseerd moet worden om deze niet meer uit te voeren. Maar zelfs de onderzoekers geloven hun eigen woorden niet. In de discussie zeggen ze letterlijk dat je soms best een PCI kunt doen want: ‘Not all patients would be satisfied with taking multiple antianginal agents forever. They might prefer an invasive procedure.’ Dus zelfs uitgebreid schrijven over de afwezigheid van causaliteit is niet voldoende om je eigen cognitieve illusie aan diggelen te slaan. Hoeveel cardiologen zullen nu in staat zijn om de oculostenotische reflex te beteugelen en hun blik te verplaatsen naar andere factoren die de klachten kunnen veroorzaken? Vergelijkbare reflexen zijn ongetwijfeld te vinden in de andere disciplines.

Er zit ook een positieve kant aan: cognitieve illusies bij zowel dokter als patiënt lijken het placebo-effect te ondersteunen. Klachtenvermindering, zelfs als het door een nepmethode komt, is hoe dan ook fijn voor elke patiënt. Nu zit ik met de vraag of ik mezelf te kort heb gedaan door geen Carepicine te slikken. Hoeveel beter zou ik me gevoeld hebben met driemaal daags een grote bruine pil vol goed spul? Er is wel een klein probleempje: mijn geloof in de helende kwaliteiten van voedingssupplementen is bedroevend laag. Ik denk namelijk dat ze vooral een verstorende werking hebben op mijn natuurlijke homeostase en collateral damage veroorzaken. Daar heb ik geen zin in. Of zou dit ook een cognitieve illusie zijn?

  • Anita Kaemingk

    Anita Kaemingk is onder meer neuropsycholoog en docent consultatie aan de geneeskundefaculteit in Maastricht. Ze heeft het lynchsyndroom en werd in 2013 ziek (vergevorderd stadium van kanker). In het boekje Over Leven, bespiegelingen van een kankerpatiënt (Het AchterBoek) heeft ze 25 columns over haar ziekte gebundeld.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.