Blogs & columns
Jim Faas
Jim Faas
3 minuten leestijd
Blog

Breng de arbeidsdeskundige terug onder het afgeleid beroepsgeheim

17 reacties

De arbeidsdeskundige onder het afgeleid beroepsgeheim? Dat kan toch helemaal niet! Maar waarom eigenlijk niet?

Hoe het zo is gekomen

Eind tachtiger jaren kwamen mondjesmaat de eerste klachten binnen van cliënten die het raar vonden dat een arbeidsdeskundige met het medisch dossier van de verzekeringsarts onder de arm op huisbezoek kwam om onderzoek te doen naar noodzakelijke woningaanpassingen of een vervoersvoorziening. Cliënten waren mondiger geworden en sommige vroegen zich af of hun medische gegevens bij deze functionaris wel in goede handen waren. Waren al die gegevens nou wel nodig voor dat arbeidsdeskundig advieswerk? Daar hadden ze een punt. Velen hadden er overigens geen enkel probleem mee. Ook arbeidsongeschiktheidsbeoordelingen kwamen onder de loep: de arbeidsdeskundige moest het ook afkunnen met louter de beperkingen die door de verzekeringsarts zijn aangegeven. Alles wat daarvóór zit aan medische informatie kon dan toch worden weggelaten? Daar zat ook wat in. Lang verhaal kort: zo geschiedde het dat de arbeidsdeskundige op afstand werd gezet van de medische gegevens en geen aanspraak meer kon maken op het afgeleid beroepsgeheim.

Hoe het verder ging

Er werd wat afgezucht door verzekeringsartsen die nu dubbele rapportages moesten maken. Arbeidsdeskundigen klaagden steen en been dat het wel erg onhandig was om vaak essentiële informatie vooraf te moeten missen. Vervolgens voegde iedereen zich lijdzaam in dit lot en werd de nieuwe werkwijze de norm. Af en toe stak er wel gemor op, maar de privacy van cliënten ging boven alles.

Privacy tot je dienst

Onder de steeds strengere privacyregels kwam bij de bedrijfsartsen de  leidraad Bedrijfsarts en privacy (2011) tot stand. Met daarin het goedbedoelde, maar al snel beruchte lijstje van wat je als arts geacht wordt wel en niet mee te delen over de cliënt. Met als hoogtepunt ‘lopen met krukken in verband met knie’. Dat mocht niet. Moest zijn: ‘voor zijn eigen fysiek belastende werkzaamheden heeft hij goed gebruik van armen en benen nodig’. Deze leidraad is recentelijk geüpdatet (2019) en een stuk verbeterd. Hoewel vooral betrekking hebbend op wat aan de werkgever mag worden doorgegeven, is het is een goed voorbeeld van de spasticiteit waarin we zijn beland. De tuchtrechter doet intussen ook stevige duiten in dit zakje. Zelfs het louter vermelden dat iemand psychische klachten heeft – terwijl dat zonneklaar is uit alle contextgegevens – kan een waarschuwing opleveren. Je wordt er balorig van. Zo is een papieren werkelijkheid gecreëerd met rapportages en adviezen gesteld in neutrale bewoordingen en bleke standaardzinnen. Die ver afstaat van de echte wereld en in schril contrast met de welwillende inspanningen die allerlei al of niet gesubsidieerde instellingen leveren om het stigma op medische aandoeningen ervanaf te krijgen. 

Beperkingen, mogelijkheden en talenten

Steeds meer mensen komen op de werkvloer in de problemen door het spectrum van psychische aandoeningen: van stress en burn-out tot aan depressie en ontwikkelingsstoornissen als ADHD en ASS. Hebben zij nou beperkingen of mogelijkheden of talenten? Dat leidt tot bevreemdende rapportages met uitgebreide beschrijvingen van die beperkingen en mogelijkheden. Angstvallig wordt vermeden de psychische aandoening te noemen. Voor veel cliënten is hun diagnose een belangrijk aspect van hun identiteit geworden en in de context wezenlijk. Maar nee: mag niet worden vermeld.

Ook in eenvoudigere zaken vind ik het strontvervelend dat ik aan mijn arbeidsdeskundige niet mag doorgeven waardóór iemand een probleem heeft, bijvoorbeeld met lopen of traplopen. En wat bij een ‘lastig te objectiveren’ aandoening? Pure winst als de arbeidsdeskundige goed beslagen ten ijs komt bij het gesprek met die cliënt. Trouwens, de arbeidsongeschiktheidsbeoordeling is toch een joint venture van verzekeringsarts en arbeidsdeskundige? En de verzuimbegeleiding door de bedrijfsarts in samenspel met een arbeidsdeskundige dito?  

De hamvraag

Waarom zouden de medische gegevens bij de arbeidsdeskundige niet in vertrouwde handen zijn? Het is een hoogwaardige professie met nota bene een eigen tuchtcollege. Als we vinden dat dit een goede waarborg is kunnen we afspreken dat de arbeidsdeskundige onder het afgeleid beroepsgeheim van de bedrijfsarts of verzekeringsarts mag werken, werkend in één team aan hetzelfde doel voor dezelfde cliënt. Dat is uit te leggen. En na een tijdje wordt dát weer vanzelfsprekend. 
Ik zie veel voordelen. De arbeidsdeskundige kan kennisnemen van de stukken, en er hoeft voor de arbeidsdeskundige geen bureaucratische toer te worden uitgehaald om te bezien wat er nou precies wel en niet mag worden gedeeld. Aparte rapportages maken voor de arbeidsdeskundige: verleden tijd. Cliënten hoeven hun hele medische verhaal niet opnieuw te vertellen bij de arbeidsdeskundige. Last but not least: een betere dienstverlening. 

Kortom, de arbeidsdeskundige terug onder het afgeleid medisch beroepsgeheim: why not?

lees meer van Jim Faas

  • Jim Faas

    Jim Faas is verzekeringsarts, jurist, docent en onderzoeker.  

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.