Blogs & columns
Daniëlle Dankers
Daniëlle Dankers
2 minuten leestijd
Blog

Beginnerspaniek

4 reacties

Met mijn hart in de keel zit ik bij de avondoverdracht. Over een halfuur zijn mijn collega’s naar huis en sta ik er alleen voor. De komende, eindeloze uren ben ik verantwoordelijk voor alle patiënten op de eerste hulp en in het huis van de beschouwende vakken. Ik doe een schietgebedje dat er geen cardiologische, septische of grote aantallen patiënten tegelijk binnen zullen komen. Ik vind het doodeng. Maar dat opbiechten aan mijn opleider? Ik denk er niet aan.

Ruim twee maanden ervoor ben ik begonnen op de SEH voor een beschouwend specialisme met enkel een vers papiertje van de geneeskundeopleiding op zak. Op dag 1 stond ik in een vreemd ziekenhuis, met een onbekend computersysteem en ziekere patiënten dan ik ooit tijdens mijn coschappen had gezien. De enige begeleiding die ik kreeg, was van een coassistent, voor wie ik verantwoordelijk was. Een situatie waar geen van ons beiden veel aan had.

Ze hadden me voor de start van mijn diensten wel gevraagd of ik eraan toe was. Ik antwoordde met de wedervraag ‘Denken jullie dat ik eraan toe ben?’ Voor mij was de redenering geweest: het in een gat gooien is blijkbaar normaal en die verantwoordelijkheid vertrouwen jullie me toe. Verschilt deze afgrond van de eerste? Je kunt gaan schermen met grenzen aangeven, voor jezelf opkomen en denken aan patiëntveiligheid. Maar dat is niet makkelijk in je eerste baan en als deze manier van inwerken als normaal wordt gezien.

Assistenten onderling praten er nauwelijks over. Het is een gegeven en daar heb je het mee te doen. De angst voor eventueel verlies van een baan of het niet geschikt worden bevonden voor een vervolgopleiding, staat meer op de voorgrond dan al het andere. En daarom ga je door, ten koste van de patiënt maar ook van jezelf.

Na ruim een halfjaar dagelijks op het punt te hebben gestaan om te stoppen en ’s nachts achtervolgd te worden door patiënten, was ik over mijn beginnerspaniek ‘heen gegroeid’. Ik durfde eindelijk die instabiele patiënt wel op te vangen. Maar er zijn ook collega’s die het niet redden, die worden genekt door paniekaanvallen en moeten stoppen. Dat is geen falen van die collega. Het bewijst ook niet dat diegene geen goede dokter is. Wijzelf zijn degenen die falen in het voldoende begeleiden en oog hebben voor die nieuwe collega. 

En dat besef nekt mij…

opleiding faalangst
  • Daniëlle Dankers

    Daniëlle Dankers is ziekenhuisarts. Ze blogt over haar ervaringen als beginnend arts van een nieuw specialisme.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Cornelis Bruijninckx

    chirurg, Rotterdam

    Ik heb mijn opleiding tot chirurg genoten, letterlijk genoten, in het Sint Josephziekenhuis te Eindhoven (huidige rechtsopvolger is het Maxima Medisch Centrum te Veldhoven). Dr. Marius Knape was destijds, 1970, de opleider. Ik werd zijn 4e arts-assi...stent in opleiding. Je mocht pas diensten gaan doen nadat je gedurende 6 maanden voldoende ervaring had opgedaan, onder andere in intuberen. Daartoe volgde je onder meer een stage van 2 maanden anesthesie waarbij je goed leerde prikken en werd geschoold in vochthuishouding, shock, infuusbeleid en pijnbestrijding. Na 6 maanden snakte je naar ‘dienstverantwoordelijkheid’. Later als opleider eiste ik ook dat nog onervaren arts-assistenten eerst voldoende klinische ervaring hadden opgedaan voor zij diensten mochten doen. Dus wat mij betreft is het hier geschetste model al meer dan 40 jaar ‘niet van deze tijd’. Zou gewoon verboden moeten worden.

  • Marloes Tack

    Huisarts, Rockanje

    Ja, gelukkig kan het anders. Om een arts op te leiden tot iemand die proffesioneel kan functioneren in acute situaties zal een middenweg gezocht moeten worden tussen veilig leren en het -in de praktijk- ervaren en trainen van werken onder druk.
    Gel...ukkig zijn er opleiders die dat kunnen.
    Dank aan dr. Biemond en zijn toenmalige collega’s van de Interne van het Franciscus Ziekenhuis in Roosendaal. U heeft een weerbaar arts opgeleid.

  • GJ Bonte

    Neuroloog, Dalfsen

    Het is wel een beetje ironisch dat met alle veranderingen die de afgelopen 15 jaar zijn doorgevoerd in de opleiding geneeskunde een beginnende arts-assistent zich allesbehalve voorbereid voelt op het dagelijks werk in het ziekenhuis, en zich knikkend...e knieen de eerste dienst ingaat. Wellicht is dit gevoel van onmacht en hulpeloosheid van alle tijden, maar toch.

    Dit is toch wat het moderne onderwijs in de geneeskunde, gewapend met de CanMEDS competenties, portfolios, 360 graden feedback, meer aandacht voor communicatie en meer van dit soort wollige en pretentieuze taal en methoden geacht werd te doen?

    Ik vrees dat het een sign of the times is: Alle idealistische veranderingen in de opleiding geneeskunde ten spijt, blijkt het ziekenhuis een niet zelden onveilige en soms zelfs vijandige omgeving voor de beginnende arts. Opeens merkt deze dat hij of zij er niet zelden alleen voorstaat, en dat het hem of haar niet in dank afgenomen wordt als er wordt geklaagd over werkdruk of lange werkdagen, en dat de supervisor ook niet erg blij wordt als ie voor elk wissewasje wordt gebeld. En binnen de kortste keren blijkt de CanMEDS vooral een theoretisch raamwerk waar je in de praktijk niets mee kunt, want het devies is vooral overleven en je staande houden. Voor 360 graden feedback is al helemaal geen tijd, want iedereen in het ziekenhuis leidt al aan een ernstige evaluatiemoeheid die nog steeds verder toeneemt.

    Het zal helaas voorlopig niet anders worden. Er is weinig aandacht voor het sociale aspect van samenwerking. Dat het tijd kost om een goed team te vormen. Dat het goed is dat een jonge assistent voor langere tijd één op één begeleid wordt door een staflid, en niet alleen via de telefoon, maar zij aan zij op de SEH en op de afdeling. Iemand van wie je de kunst af kunt kijken en waarvan je leert hoe je handelt in hectische en moeilijke situaties en hoe moeilijke gesprekken gevoerd worden.

    Daar gaat geen CanMEDS of portfolio iets aan veranderen.

  • Els Jonker

    Jeugdarts pensionada, Deventer

    Het kan anders, veertig jaar geleden. Eerste baan als wisselassistent in het Diaconessen Ziekenhuis in Meppel. Inwerkperiode met veel aandacht voor acute geneeskunde inclusief intuberen en reanimatie. Opdracht dat je bij twijfel altijd je achterwacht... moet bellen. Vrijwel altijd steun ervaren van betreffende specialist en zeker altijd van collaga-assistenten en niet te vergeten hoofdzusters.
    Natuurlijk, het bleef spannend die diensten dat je als enige arts in het ziekenhuis bent. Maar toch heel anders dan in de column beschreven.

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.