Blogs & columns
Jan Keppel Hesselink
Jan Keppel Hesselink
3 minuten leestijd
Blog

Al het goede uit het oosten

1 reactie

Met negentien andere artsen, waarvan de meeste de klassieke traditionele Chinese geneeskunde en acupunctuur bedrijven, zit ik een week lang bij een nascholing ‘ayurvedische polsdiagnose’.

We zitten in een te gek luxe kuuroord in Duitsland. Het gaat alleen niet zo als de cursusleider hoopt.

Ayurvedische polsdiagnose wordt ‘nadi pariksha’ genoemd wat staat voor ‘het onderzoeken van de polsslagader’. Je kan het alleen van een meester leren, aldus de meester. Na een week denken we het geleerd te hebben. We onderzoeken allen individueel enkele patiënten om te testen of we ongeveer tot dezelfde bevindingen komen. Dat was mijn verzoek als de meer cynische dokter in het gezelschap. Helaas komen we allen tot verschillende inzichten. We zullen nog enkele weken meer onderwijs nodig hebben.

Nooit is methodologisch netjes getoetst of de Ayurvedische of de Chinese polsdiagnose (of tongdiagnose) zinvol is, en overdraagbaar. Dus enkele weken meer les zal weinig zoden aan de dijk zetten, denk ik.

Een huisarts laat recent op Linkedin weten hoe de arts van de toekomst zal functioneren. Samen met andere artsen geeft ze een cursus in: ‘Integrative Medicine’ Ze gaat de collega’s die de cursus tot een goed einde hebben gebracht als volgt toespreken: ‘Jullie zijn de artsen van de toekomst.’ Dat interesseert ons allen natuurlijk zeer.

Ze legt uit hoe ze dat ziet, en wat het nieuwe eraan zou zijn: ‘Nieuw is dat we de kennis uit het oosten en uit het westen meer met elkaar gaan verbinden en een bredere kennis hebben over leefstijlgeneeskunde.’ Ze voegt dan ook toe: ‘Ik droom, ik weet dat ik als integrative medicine-leefstijlhuisarts een van de eerste (huis)artsen ben met dit specialisme en zeker niet een van de laatste.’

Vanaf de jaren ‘70 werd het gedachtegoed rond ‘paradigmawisselingen’ uit het proefschrift van Hugo Verbrugh van de afdeling Pathologische anatomie II van de Erasmus Universiteit ingezet om het bestaansrecht van andere gezondheidsbenaderingen te legitimeren. Benaderingen die vanuit een ander paradigma zijn ontstaan, horen er ook bij! Snel werd deze invalshoek omarmd door artsen die zich lieten inspireren door niet-westerse vormen van geneeskunde. Dat heette toen alleen nog alternatieve geneeskunde. Kort daarna was de slogan om het beste uit het oosten met het beste vanuit het westen te verbinden, en het oosterse complementeerde dan het westerse. Toen noemden we dat complementaire geneeskunde. Toen er erg veel kritiek kwam, veranderde de term in complementaire behandelvormen. Door gecontroleerd onderzoek moest je wel bescheidener worden, want vele studies in dit veld eindigden negatief. In deze eeuw besloten we om niet meer van complementaire behandelvormen te spreken, maar van ‘geïntegreerde geneeskunde’. Wat precies geïntegreerd moet worden, is nooit duidelijk. Boeiend voor mij nu is om te lezen dat er een ‘integrative medicine-leefstijlhuisartskomt als arts van de toekomst. Deze arts heeft kennis van leefstijlgeneeskunde en verbindt ‘kennis uit het oosten met het westen’.

Nu heb ik enkele decaden van mijn leven gewijd aan het integreren van oosterse kennis in het westerse denken. Het kan niet. Het past niet. En er valt ook niet zo veel te integreren. En steeds minder. Bijvoorbeeld: de functie van de ‘Chinese milt’: voeding verteren, transformeren en de essentiële voedingsstoffen absorberen en verdelen over het gehele lichaam. Dat was de visie van Chinese artsen die nooit een fysiologisch experiment uitvoerden. En die visie is ook nooit aangepast. Want eenmaal door een meester bedacht, dan hoeft het niet meer te worden aangepast en krijgt het eeuwigheidswaarde. Bij het verbinden van kennis uit het oosten met die uit het westen kunnen we veel niet verbinden, noch integreren. Omdat het oosten met metaforen werkt, met symbolen. En het westen werkt met feiten. Toetsbare feiten laten zich niet met mystieke en niet toetsbare metaforen verbinden. Oké, een methode om tot rust te komen, meditatie, ontdaan van de Boeddha is nu als mindfulness zeker nuttig. En zo zullen er enkele kruiden zijn, net zoals onze digitalis, waarin farmaco-actieve stoffen zitten. Zeker. En yoga, tai chi en qi gong helpen om een betere balans te krijgen en voorkomen vallen en breuken. Maar het meeste uit het oosten blijft metaforisch, en meridianen, chakra’s en nadi’s, pols- en tongbeelden, dosha’s en oerelementen laten zich niet integreren met moleculen. Het containerbegrip ‘het oosten’ kunnen we maar beter snel laten vallen. En duidelijk omschrijven wat we eigenlijk willen en kunnen integreren. En als het aantoonbaar werkt, en niet schadelijk is, hoeft het bovendien niet geïntegreerd te worden, dan wordt het vanzelf onderdeel van onze aanpak.

Lees ook
  • Jan Keppel Hesselink

    Jan Keppel Hesselink is arts niet-praktiserend, farmacoloog en medisch bioloog. Hij adviseert op het gebied van research en ontwikkeling van geneesmiddelen.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • G.M. Main - Hoogenveen

    verzekeringarts, Lelystad

    Elke cultuur kent zijn eigen, vaak eeuwenoude geneeswijzen, gebaseerd op (cultureel bepaalde) denkwijzen en aannames en op wat de natuur ter plaatse biedt.

    In het Westen is dat niet fundamenteel anders, alleen is er veel toegevoegd bij voorbeel...d in de vorm van farmaca. Verder gaat het hier dus ook om denkwijzen (maar dan "wetenschappelijk onderbouwde" uiteraard) resp. aannames en op wat de natuur te bieden heeft, althans voor sommigen onder ons.

    Wat we verder van onze farmaca inclusief alle bijwerkingen en van onze wetenschappelijk onderbouwde aannames vinden mag iedereen uiteraard voor zichzelf uitmaken :-)

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.