Zorgprofessionals hebben veel last van ongewenste seksuele aandacht

Artsen staan in de top tien van beroepsgroepen die het vaakst last hebben van ongewenste seksuele aandacht. In 2021 ervoer 12,8 procent van de artsen ongewenste seksuele aandacht; zij staan daarmee op de negende plek. Dit percentage ligt twee tot drie keer hoger onder verpleegkundigen en verzorgenden.

Uit een onderzoek van CBS en TNO onder 50 duizend werknemers komt naar voren dat van alle beroepsgroepen die in de zorg het vaakst te maken hebben met ongewenste seksuele aandacht. In de top tien komen, naast kassamedewekers, kelners en barpersoneel, alleen maar zorggerelateerde beroepsgroepen voor.

Vrouwelijke werknemers, vooral de jongere, hebben het meest te maken met ongewenste seksuele aandacht en in de meeste gevallen zijn het patiënten die zich daaraan schuldig maken en in mindere mate leidinggevenden of collega’s.

CBS en TNO keken ook naar andere ongewenste omgangsvormen. Nog vaker dan ongewenste seksuele aandacht komt intimidatie voor. Ook hierbij zijn het meestal de patiënten die zich daaraan schuldig maken, net als aan lichamelijk geweld. Pesten gebeurt juist weer vaker door leidinggevenden of collega’s.

Ook beroepsvereniging NU’91 voor verpleegkundigen en verzorgenden hield recentelijk een peiling onder de leden naar de ervaringen met seksueel grensoverschrijdend gedrag tijdens het werk. Daaruit kwam naar voren dat ruim de helft van de respondenten ooit te maken kreeg met seksueel grensoverschrijdend gedrag. Bij ruim de helft ging het om verbaal gedrag en bij ruim een derde om fysiek gedrag. Ook in deze peiling kwam naar voren dat het meestal patiënten zijn die zich zo gedragen. In een bericht op de eigen website stelt NU’91-voorzitter Stella Salden dat ‘het er nu eenmaal bij hoort’ geen excuus meer mag zijn.