Volledige vaccinatie beschermt ook tegen deltavariant

Volledige vaccinatie met BNT162b2 (Pfizer) of ChAdOx1 (AstraZeneca) biedt ook tegen de deltavariant een goede bescherming, maar die is na slechts één prik wel lager dan tegen de alfavariant. Dat schreven Jamie Lopez Bernal en collega’s onlangs in NEJM.

De onderzoekers keken naar bescherming tegen een symptomatische SARS-CoV-2-infectie na één en na twee injecties met het Pfizer- of AstraZeneca-vaccin. Ze beschikten over gegevens als vaccinatiestatus, PCR-testuitslagen en virusvariantidentificatie van ruim 19 duizend Britten van 16 jaar en ouder. In de onderzoeksperiode, toen de deltavariant net oprukte in het Verenigde Koninkrijk, werd bij bijna 15 duizend personen de alfavariant aangetroffen en bij ruim vierduizend de deltavariant.

Na de eerste prik van een van beide vaccins was de bescherming tegen de deltavariant duidelijk lager dan tegen de alfavariant: 31 versus 49 procent. Na één injectie met Pfizer was het absolute verschil in bescherming tegen de alfa- versus deltavariant 12 procentpunt. Bij AstraZeneca was dat 19 procentpunt. Een volledige vaccinatie door een van beide vaccins beschermde ruim 87 en 80 procent tegen, respectievelijk, de alfa- en deltavariant. Het absolute verschil in bescherming tegen de alfa- versus deltavariant verschilde na twee prikken amper tussen beide vaccins. Daarmee laat deze observationele studie zien dat volledig gevaccineerden met Pfizer of AstraZeneca goed beschermd zijn tegen een symptomatische SARS-CoV-2-infectie door de alfa- of deltavariant.

De onderzoekers gebruikten een zogenoemde test-negatieve case-controlstudieopzet. Ze vergeleken de vaccinatiestatus van personen met symptomen en een positieve testuitslag met degenen die vergelijkbare klachten aangaven maar een negatieve testuitslag hadden. Een goed alternatief voor een gerandomiseerde studie, schrijft Stephen Evans van de London School of Hygiene and Tropical Medicine in een reactie, want op besmetting met virusvarianten valt niet te randomiseren. Deze studieopzet vermindert het verstorende effect van bijvoorbeeld zorgzoekgedrag en testtoegang. Toch spelen andere verstorende factoren nog wel mee, zoals verschillen tussen doelgroepen die voor beide vaccins in aanmerking kwamen.