Van Ark akkoord met financiering voor opleiding tropenarts

Minister voor Medische Zorg Tamara van Ark heeft een regeling goedgekeurd die het subsidiëren van opleidingsactiviteiten voor artsen internationale gezondheidszorg en tropengeneeskunde (AIGT, voorheen bekend als tropenarts) mogelijk maakt.

De regeling, een eenmalige bijdrage van 17.000 euro per arts per opleiding, geldt met terugwerkende kracht vanaf 2020 en geldt ook voor toekomstige dokters. Per jaar gaat het om 32 dokters, en omdat het met terugwerkende kracht ingaat gaat de regeling nu op voor zo’n honderd artsen in opleiding.

De Nederlandse Vereniging voor Tropische Geneeskunde en Internationale Gezondheidszorg ziet de inwerkingtreding van de regeling als een erkenning van het belang van global health en de bijdrage daarvan aan de Nederlandse gezondheidszorg. Het bedrag, dat niet alle kosten dekt, is met name bedoeld om de werkzaamheden in het buitenland en de cursussen daarvoor te bekostigen. ‘We zijn heel blij’, zegt Willemijn van der Veen, bestuurslid van Troie, de vereniging voor artsen in opleiding tot tropenarts/AIGT, en zelf aios AIGT. ‘Nu hoeven we dat niet langer van eigen spaargeld te betalen.’

Lobby

De regeling volgt op een aangenomen motie van voormalig Tweede Kamerlid Carla Dik-Faber (ChristenUnie) uit oktober 2019, na een jarenlange lobby door verschillende betrokken partijen.

De AIGT is sinds 2012 erkend als profielarts. De Nederlandse Vereniging voor Tropische Geneeskunde en Internationale Gezondheidszorg (NVTG) maakte daarom aanspraak op overheidsfinanciering, maar voorgangers van Van Ark, ministers Edith Schippers en Bruno Bruins, zagen dat niet zitten omdat veel van de zorg die de tropenartsen leveren in het buitenland plaatsvindt.

Van der Veen noemt de regeling ‘niet alleen goed nieuws voor de artsen zelf, maar ook voor de Nederlandse gezondheidszorg. De meeste artsen IGT keren na enkele jaren terug naar Nederland en kunnen hier hun ervaringen in interculturele zorg en importziekten inzetten in een globaliserende wereld, waardoor ook het Nederlandse gezondheidsstelsel wordt bevorderd.’