Uitkering zorgbonus verloopt niet soepel

Uitkering van de zorgbonus, een eenmalig bedrag van duizend euro voor zorgpersoneel, verloopt niet overal goed. Sommige werkgevers keren de bonus pas uit, als zorgmedewerkers een contract voor eventuele terugbetaling hebben ondertekend. Een andere groep werkgevers houdt het geld vast tot de volledige afhandeling via loonbelasting of de eindcontrole van VWS heeft plaatsgevonden.

In beide gevallen kan het tot in 2023 duren, voordat zorgmedewerkers de bonus kunnen uitgeven. Vakbond FNV Zorg & Welzijn heeft daarover aan de bel getrokken, nadat er ‘veel’ signalen over binnenkwamen. De zorgbonus, of ‘coronabonus’, is bedoeld voor zorgpersoneel, als dank voor hun extra inspanningen tijdens de coronacrisis.

Het is de FNV niet duidelijk in hoeveel gevallen het misgaat. ‘We hebben geen enquête gehouden. Wel is ons duidelijk dat het om meer dan een incident gaat, nu we deze geluiden horen van verschillende kanten’, zegt een woordvoeder. De bond heeft meldingen ontvangen vanuit de hele land, voornamelijk van personeel uit verpleeghuizen, thuiszorg en kraamzorg, en vermoedt dat de oorzaak van het ‘gedoe’ ligt bij de destijds ruimhartige aanvraag van de bonus door werkgevers. ‘Het kan zijn dat zij zich voorbereiden op controle, geen risico willen lopen en zich op deze manier indekken.’

Vaccinatievolgorde

Aanstaande donderdag bespreekt de FNV dit probleem in een overleg met minister Van Ark voor Medische Zorg en Sport. Daarnaast zal de telkens veranderende vaccinatievolgorde worden aangekaart. Als gevolg hiervan schuiven andere beroepsgroepen in de zorg, die al gepland stonden, steeds verder door in het stroomschema. Zo zouden medewerkers in de gehandicaptenzorg oorspronkelijk al in januari gevaccineerd worden, nu start het vaccineren voor hen pas in februari.

Vicevoorzitter van de FNV Kitty de Jong zegt in een verklaring: ‘De Gezondheidsraad heeft een gedegen advies gegeven over welk groepen voorrang hebben. Als dit steeds wordt aangepast, omdat een bepaalde groep nou eenmaal harder schreeuwt, verliest de overheid haar geloofwaardigheid. Bovendien heeft dit direct consequenties voor andere beroepsgroepen.’