Schorsing kinderarts na dood baby opgeheven

De voorwaardelijke schorsing van een jaar van een kinderarts, in verband met de dood van een tien dagen oud meisje, is door het Centraal Tuchtcollege ongedaan gemaakt. De schorsing was opgelegd door het Regionaal Tuchtcollege Eindhoven. De waarschuwing voor drie bij de kwestie betrokken gynaecologen blijft wel in stand.

Het regionaal tuchtcollege oordeelde dat de dossiervoering ondeugdelijk was en dat de kinderarts niet adequaat heeft gereageerd op de diverse (alarm)signalen en dat zij de ouders ook niet zorgvuldig (genoeg) heeft geïnformeerd. Het Centraal Tuchtcollege oordeelt totaal anders over de kinderarts.

Het Centraal Tuchtcollege vindt dat het handgeschreven dossier voor een ervaren lezer leesbaar is en logisch is opgebouwd. Ook wordt uit het dossier duidelijk dat de kinderarts op de diverse signalen adequaat heeft gereageerd. En de vader van de baby was vrijwel onafgebroken op de couveuseafdeling aanwezig en daardoor op de hoogte van de toestand en de behandeling.

Over de gynaecologen zegt het Centraal Tuchtcollege onder meer dat de foetale bewaking vanaf middernacht niet heeft voldaan aan wat van een redelijk bekwaam gynaecoloog mag worden verwacht. Er had eerder een microbloedonderzoek moeten plaatshebben of een keizersnede moeten zijn uitgevoerd. Dit verwijt treft alle drie de gynaecologen, aldus het college.