Reumatoloog geen recht op IJsselmeer-dossiers

Reumatoloog Paul Baudoin heeft geen recht op kopieën van medische dossiers van patiënten die hij binnen MC IJsselmeerziekenhuizen behandelde. Dat heeft de rechtbank Midden-Nederland afgelopen week besloten.

Baudoin werkte circa tien jaar in MC IJsselmeerziekenhuizen in Lelystad, tot de zorg na het ziekenhuisfaillissement werd overgenomen door St Jansdal. De eerste tweeënhalf jaar werkte hij daar vrijgevestigd, maar sinds 2012 in loondienst. Baudoin ging na het faillissement verder bij een reumakliniek en wilde over de reumatologiedossiers kunnen beschikken van alle patiënten die hij binnen het ziekenhuis had behandeld.

De curatoren die het ziekenhuisfaillissement afwikkelden, spraken met St Jansdal af dat dit ziekenhuis de medische dossiers van MC IJsselmeerziekenhuizen zou bewaren, binnen een van St Jansdal-dossiers gescheiden IT-systeem. De curatoren wilden niet alle dossiers van Baudoins patiënten aan de arts verstrekken. Wel gaven ze de dossiers van patiënten die na het faillissement bij Baudoin in behandeling bleven, of dat alsnog willen. Via de rechter probeerde Baudoin vervolgens digitale reumatologiekopieën te krijgen van alle patiënten die hij in het ziekenhuis hielp, bij voorkeur over zijn hele werkzame periode van tien jaar, maar als dat niet zou worden ingewilligd in ieder geval over zijn vrijgevestigde periode.

De rechter is van oordeel dat Baudoin geen recht heeft op de dossiers uit zijn loondienstperiode, blijkt uit de uitspraak. In die periode was niet hij, maar het ziekenhuis in juridische zin de hulpverlener met bewaarplicht, aldus de rechter. Die heeft er vertrouwen in dat de bewaarplicht en inzagemogelijkheden door de curatoren goed worden gewaarborgd via de constructie met St Jansdal.

Ook wat betreft de patiënten uit zijn vrijgevestigde periode heeft Baudoin geen eenzijdig recht op de dossiers, aldus de rechter. De bewaarplicht van dossiers van patiënten die Baudoin al behandelde toen hij in loondienst overging, lag enkel bij het ziekenhuis, aldus de rechter. De bewaarplicht van dossiers van patiënten van wie de behandeling was geëindigd ten tijde van de loondienstoverstap, ligt bij beide partijen, aldus de rechter. Dat geeft de arts in beginsel recht op die kopieën.

Maar toch vindt de rechter dat hier vanwege de bijzondere omstandigheden van af dient te worden geweken. Het gaat namelijk om een kleine periode in zijn werkzame periode daar, plus – gezien de langdurige arts-patiëntrelatie van reumatologen – om een beperkt aantal dossiers. Bovendien vreest de rechter voor belastende precedentwerking: anders zouden alle 120 specialisten kopieën kunnen opvragen van de circa 500 duizend ziekenhuisdossiers. Dat zou heel hoge kosten voor de faillissementsboedel meebrengen. Bovendien heeft het voor patiënten geen zin als dossiers worden ‘opgeknipt’ in een vrijevestigings- en een loondienstdeel, aldus de rechter: dan moeten ze voor hun gegevens bij twee partijen aankloppen.