Raad van State: ‘Wetsvoorstel voltooid leven onvoldoende’
1 reactieDe zorgvuldigheidseisen in het wetsvoorstel voltooid leven van voormalig D66-Kamerlid Pia Dijkstra bieden onvoldoende bescherming tegen onvrijwillige, overhaaste of onvoldoende geïnformeerde beslissingen over het levenseinde. Dat stelt de Raad van State in een vandaag openbaar gemaakt advies.
Internationale verdragen verplichten de overheid burgers te beschermen tegen dergelijke beslissingen. Wetgeving vereist waarborgen die voorkomen dat mensen hun leven beëindigen terwijl niet zeker is of zij dat echt willen en of hun doodswens stabiel en coherent is, en terwijl ‘niet vaststaat of die wens is ingegeven of verband houdt met medische problemen of problemen die mogelijk op te lossen zijn, zoals financiële problemen’, aldus de Raad van State.
Veranderlijke wens
Het wetsvoorstel richt zich op mensen met een doodswens zonder dat ze ernstig ziek zijn. De raad wijst op onderzoek waaruit blijkt dat de problematiek complex is die bij deze categorie ouderen speelt. ‘Belangrijke factoren die de doodswens versterken zijn piekeren, financiële zorgen, ziekten, eenzaamheid, afhankelijkheid van anderen en het gevoel hebben anderen tot last te zijn. De doodswens bij deze groep is bovendien veranderlijk en sterk situatie- en contextgebonden. De wens speelt niet continu en weegt niet altijd even zwaar. Ook blijkt uit onderzoek dat de doodswens in sommige gevallen op termijn vermindert of verdwijnt’, aldus de Raad van State.
D66 gaat het advies van de Raad van State ‘uitgebreid en zorgvuldig’ bestuderen, aldus D66-Kamerlid Paul van Meenen in een reactie. ‘We blijven in nauw overleg met betrokkenen en mensen in de samenleving. Hiermee doen we recht aan de complexiteit en zwaarte van het onderwerp.’
Lees ook
P.J.E. van Rijn
huisarts n.p., Rheden
De Raad van State oordeelt terecht negatief over het Voltooid Leven -wetsvoorstel van D`66. Het biedt onvoldoende waarborgen dat mensen onvrijwillig of in een opwelling uit het leven stappen. Daarom is deze wet ongewenst. Een arts wordt volgens de we...t geacht alleen dan pas euthanasie bij een persoon uit te voeren als er sprake is van een patiënt en niet van een gezond persoon die vindt dat diens leven voltooid is .De euthanasiewet vereist een medische classificatie van oorzaken voor een onbehandelbaar ,uitzichtloos en ondragelijk lijden als grond voor het toepassen van euthanasie. Maar door uitspraken van de Hoge Raad is de euthanasiewet dubbel uitgehold. Op de eerste plaats doordat autonomie gesteld wordt boven de medische classificatie van oorzaken, waardoor het zelfbeschikkingsrecht voor gaat .Op de tweede plaats is de medische classificatie van oorzaken van minder belang geworden waardoor deze persoon ook voor euthanasie kan kiezen als deze eigenlijk geen patiënt kan worden genoemd, maar deze zelf vindt dat hij of zij ondragelijk lijdt . Mede gezien de uitspraken van de Hoge Raad is hier binnen de huidige wetgeving een oplossing voor te vinden. Wij allen hebben immers te lijden onder de door Freud beschreven doodsdrift , die de dood slechts langzaam naderbij brengt. Voor sommigen is het lijden onder deze drift zo groot dat er maar één oplossing bestaat en dat is de dood. Nu is de DSM-V zo uitgebreid dat mensen die hier ernstig onder lijden voor euthanasie in aanmerking kunnen komen. En praktisch ook iedereen die aan een of andere psychosociale aandoening lijdt. Als die tenminste leidt tot een actueel consistent ,uitzichtloos en ondragelijk lijden in de zin van de euthanasiewet .Een Voltooid Leven Wet is daarom niet alleen ongewenst maar ook overbodig.