Psychiaters: ‘Wet verplichte ggz nu fundamenteel verbeteren’

Pak nu snel door met een fundamentele verbetering van de Wet verplichte ggz. Dat wil Elnathan Prinsen, voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie (NVvP), naar aanleiding van een evaluatie van deze wet.

Afgelopen week kwam het resultaat van de eerste evaluatie van de Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten en de Wet verplichte ggz naar buiten. Onderzoekers kwamen met maar liefst 43 aanbevelingen om die wetten te verbeteren – nadat ze al twee reparaties achter de rug hebben sinds beide wetten per 2020 van kracht werden. De onderzoekers constateren dat de wetgeving door zijn complexiteit tot veel papierwerk, administratieve belasting en onduidelijkheden heeft geleid.

Erkenning

NVvP-voorzitter Elnathan Prinsen is tevreden dat de evaluatie in ieder geval ‘een aantal ernstige knelpunten die psychiaters ervaren’ als zij met de Wvggz werken, benoemt. Hij ziet daarin erkenning van zaken waar de vereniging altijd al voor vreesde en op heeft gewezen, namelijk negatieve gevolgen voor de uitvoerbaarheid door psychiaters en voor de zorg aan patiënten. De NVvP wijst aan de hand van een tijdlijn op alle inspanningen die zij zich sinds 2012 heeft getroost om dat te voorkomen.

Vermenging

De vereniging kan zich volgens Prinsen vinden in ‘vrijwel alle’ aanbevelingen die in de evaluatie worden gedaan. Grootste zorgpunten voor de NVvP zijn het vele ‘papierwerk’ waar psychiaters, geneesheren-directeuren en patiënten door de Wvggz mee te maken krijgen, en de ‘vermenging van civiel en strafrecht’. Dat laatste is een gevolg van een koppeling die is gemaakt met de Wet forensische zorg. Daardoor komen patiënten soms op een verkeerde plek terecht en is soms de geneesheer-directeur en soms justitie verantwoordelijk voor beslissingen over gedwongen zorg. Prinsen is er nog niet helemaal gerust op dat de aanbevelingen genoeg oog hebben voor die vermenging.

De NVvP hoopt dat het evaluatietraject uiteindelijk leidt tot ‘een meer fundamentele wetswijziging’ dan eerdere reparaties hebben opgeleverd, en het liefst zo snel mogelijk. Naar verwachting kan een vernieuwde wet op zijn vroegst in 2025 van kracht worden.