NIV: ‘Laat poliklinische zorg doorgang vinden’

Internisten zien het aantal patiënten met covid-19 op hun verpleegafdelingen steeds verder toenemen. Hierdoor is het deels afschalen van de planbare klinische zorg onvermijdelijk. Maar, stellen zij, het is essentieel om de poliklinische zorg wel te laten doorgaan.

Het continueren van poliklinische zorg, stelt de Nederlandse Internisten Vereniging (NIV), kan verdere overbelasting van de acute hulp voorkomen. Een belangrijk deel van de acute zorg is het gevolg van een achteruitgang van chronische ziekten zoals diabetes, hart- en nierfalen. Internist en voorzitter NIV Robin Peeters zegt in een verklaring: ‘Een slechtere behandeling van deze patiënten door het afschalen van poliklinische zorg, zal leiden tot meer complicaties en daardoor nog meer patiënten op de SEH.’

In de eerste golf werd een enorme afname van ruim 30 procent van het aantal gestelde diagnoses geconstateerd, stelt de NIV. Patiënten bleven weg uit het ziekenhuis, waardoor ziektebeelden gemist of te laat onderkend worden. Volgens hem is er ‘een reële kans’ dat internisten niet alle patiënten met onder meer kanker, stollingsstoornissen, immuunstoornissen en nierfalen op tijd zien, waardoor de behandeling te laat kan worden ingezet. 

Bij het laten doorgaan van de poliklinische zorg, maken ook internisten meer gebruik van telefoon of beeldbellen voor consulten. ‘Hoewel niet altijd optimaal, kunnen we op deze manier wel onze patiënten blijven behandelen. Daarnaast dient voor aanvullende noodzakelijke diagnostiek het ziekenhuis bereikbaar te blijven.’