Na twaalf maanden heeft helft opgenomen patiënten met covid-19 nog klachten 

Ongeveer de helft van een cohort van 1276 patiënten die met covid-19 waren opgenomen in een ziekenhuis te Wuhan hebben na een jaar nog minstens één klacht. Vaak is dat vermoeidheid of spierzwakte, maar ook gewrichtspijn en reukstoornissen komen voor. Een derde van de patiënten is een jaar na de besmetting nog kortademig. Wie ernstig ziek was geweest, en beademing nodig had, liep wat dat laatste betreft het grootste risico.

Dat blijkt uit onderzoek door Lixue Huang e.a. gepubliceerd in The Lancet. Huang e.a. namen  bij deze patiënten vragenlijsten af, deden lichamelijk onderzoek, laboratoriumtests en een zes minuten durende looptest om hun uithoudingsvermogen te meten. De mediane leeftijd was 57 jaar. 

Longscans wezen uit dat na twaalf maanden het aantal patiënten met longafwijkingen weliswaar substantieel was gedaald, maar nog wel erg hoog was onder degenen die er het slechtst aan toe waren bij opname. Relatief goed nieuws is dat het percentage patiënten dat één symptoom had, daalde van 68 procent na zes maanden tot 49 procent na twaalf maanden, ongeacht de ernst van de ziekte waarmee ze in het ziekenhuis waren beland.  

Opmerkelijke bevinding: patiënten die tijdens de acute fase van hun ziekte waren behandeld met corticosteroïden hadden na twaalf maanden anderhalf keer meer kans op vermoeidheid of spierzwakte dan patiënten die daarmee niet waren behandeld.  

Belangrijk voorbehoud bij deze studie is dat alle patiënten behoren tot een cohort dat in één ziekenhuis is behandeld, en dat 94 van hen op de ic hebben gelegen, maar dat tussen deze groep en de overige patiënten verder geen onderscheid is gemaakt.