Laatste nieuws
Henk Maassen
Henk Maassen
3 minuten leestijd
Wetenschap

Medische verklaring obesitas bij beperkte groep kinderen

Plaats een reactie
Getty Images
Getty Images

Bij kinderen met ernstige obesitas is in bijna één op de vijf gevallen een medische verklaring gevonden voor de ziekte. Lotte Kleinendorst, Ozair Abawi e.a. van Centrum Gezond Gewicht (CGG) van het Erasmus MC in Rotterdam presenteren in samenwerking met Klinische Genetica van het Amsterdam UMC dat getal in een studie die onlangs is verschenen in PLOS One.

‘Veel ouders van deze patiënten vinden deze bevinding een verademing’, zegt kinderarts Erica van den Akker, laatste auteur van het artikel. ‘Ze lopen vaak al jaren bij zorgverleners en voelen zich niet gehoord.’ Aan de andere kant is enige relativering van de resultaten wel op zijn plaats: bij deze groepen kinderen was immers de a-priorikans op het vinden van een medische oorzaak groot. Van den Akker zet de getallen in perspectief: ‘15 procent van de Nederlandse kinderen heeft overgewicht, 2-3 procent heeft obesitas, 0,5 procent van de kinderen heeft ernstige obesitas.’

Driekwart van de 282 geïncludeerde kinderen in de categorie ernstige obesitas – gemiddelde leeftijd bijna 11 jaar, 59 procent meisjes – is verwezen naar het Rotterdamse expertisecentrum vanwege een verdenking op een medisch onderliggende oorzaak. Van den Akker: ‘Deze kinderen zijn vergelijkbaar met volwassenen die een BMI hebben van hoger dan 35. Bijna een kwart werd naar het CGG verwezen voor een op maat gemaakt behandelplan, omdat leefstijlinterventies geen effect hadden; ze lijden aan zogeheten “therapieresistente obesitas”.’ 

Na uitgebreid onderzoek werd bij 54 van de 282 kinderen (19%) een onderliggende medische oorzaak gevonden. Bij 13 procent was dit een genetische oorzaak en in bijna de helft van deze gevallen was daarbij sprake van een ‘obesitassyndroom’, waarbij ook andere gezondheidsproblemen, zoals een ontwikkelingsachterstand een rol spelen. Bij 3 procent van de kinderen functioneerde het honger -en verzadigingscentrum in de hersenen niet goed, en bij 3 procent werd obesitas veroorzaakt door medicatiegebruik.

Die 19 procent, zo benadrukt Van den Akker, is echt ‘een nieuw inzicht’. ‘Tot nu toe vonden we in de medische literatuur nooit meer dan 5 procent. Het meeste onderzoek vindt zelfs minder dan 1 procent. En let op: we hebben ons beperkt tot wat keihard aantoonbaar is. De genetische ‘variants of uncertain significance’ werden niet meegenomen. Het percentage met medische oorzaken kan dus best hoger zijn.’

Van den Akker ziet al twintig jaar kinderen met obesitas. Ze heeft geleerd dat je altijd eerst ‘zeer goed moet kijken wat er aan de hand is, want zelfs als het voornamelijk een kwestie van leefstijl is, dan nog is er altijd een heel palet aan factoren in het spel.’ ‘Daarom’, gaat ze verder, ‘is holistische diagnostiek noodzakelijk. Dus: vragenlijsten afnemen, en op indicatie bloedonderzoek doen en kijken naar genetische en hormonale factoren. Patiënten met obesitas worden vaak te snel een leefstijlsluis ingestuurd, met louter het advies: minder eten, meer bewegen. Het optimaliseren van de leefstijl is weliswaar de hoeksteen van de behandeling, maar dat is complex en vergt maatwerk waarbij onder meer aspecten als voeding, beweging, ritme, slaap, stress, opvoeding en gedrag een rol spelen.’

Daar komt bij dat kinderen met ernstige obesitas door een onderliggende aandoening die het hongergevoel extra stimuleert, nóg kwetsbaarder zijn voor de huidige, ongezonde voedselomgeving. Mogelijk dat die obesogene omgeving het klinische beeld van kinderen met een medische aandoening zelfs heeft versterkt. Van den Akker: ‘Deze kinderen hebben namelijk nog harder dan anderen een gezonde leefomgeving nodig. Dat vraagt veel inzet, niet alleen van ouders en scholen, maar vooral ook van de maatschappij.’

Intussen wordt voor deze groep ook gewerkt aan medicatie, zegt Van den Akker. ‘Zo doen wij klinisch onderzoek naar kinderen bij wie het beloningssysteem in de hersenen is verstoord na de verwijdering van een tumor. Dat is een dopaminerijk gebied, en wij kijken naar medicijnen die daarop aangrijpen.’

lees ook
Wetenschap obesitas kindergeneeskunde klinische genetica
  • Henk Maassen

    Henk Maassen studeerde biologische psychologie aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Hij werkte kortstondig als onderzoeksassistent en daarna als (freelance) journalist/redacteur voor tal van bladen en uitgeverijen en als voorlichter voor de Tweede Kamer. Sinds 1999 is hij redacteur bij Medisch Contact, met speciale belangstelling voor psychiatrie en neurowetenschappen, sociale geneeskunde en economie van de gezondheidszorg. Henk stelt wekelijks de Media & cultuur-pagina’s samen.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.