Leukemie beter te behandelen met nieuwe combinatie van medicijnen

Patiënten met chronische lymfatische leukemie (CLL) zijn gebaat bij een combinatie van kankermedicijnen ibrutinib en venetoclax. De behandeling is effectiever dan de standaardbehandeling. Ook kunnen patiënten de behandeling stopzetten – en voortzetten als dat nodig is – zonder op korte termijn resistentie te ontwikkelen. Dat stellen Arnon Kater (Amsterdam UMC) en collega’s in The Lancet Oncology en NEJM Evidence.

In een fase-III-studie gepubliceerd in NEJM Evidence evalueerden de onderzoekers de effectiviteit en veiligheid van de combinatietherapie met ibrutinib en venetoclax. Aan het onderzoek namen 211 patiënten deel. Zij hadden comorbiditeiten en/of een leeftijd boven 65 jaar, en waren niet eerder voor CLL behandeld. De helft kreeg de combinatie ibrutinib en venetoclax, de andere helft kreeg de standaardtherapie: een combinatie van chloorambucil en obinutuzumab. Progressievrije overleving was de primaire uitkomstmaat.

Patiënten die ibrutinib-venetoclax ontvingen, bleven langer vrij van kankerprogressie dan de patiënten die chloorambucil-obinutuzumab kregen (hazardratio: 0,216; 95%-BI: 0,131-0,357). Drie maanden na het einde van de behandeling was de kanker niet detecteerbaar in het beenmerg bij 51,9 procent van de patiënten met ibrutinib-venetoclax, en bij 17,1 procent van de patiënten met chloorambucil-obinutuzumab.

Daarnaast voerden Kater e.a. een fase-II-trial uit om te onderzoeken of patiënten na een jaar veilig kunnen stoppen met de combinatie van ibrutinib en venetoclax. De onderzoekers includeerden 225 patiënten en controleerden bij wie van hen leukemie detecteerbaar was in het beenmerg of het bloed. Als de onderzoekers kankercellen vonden, ontving de patiënt een ibrutinib-monotherapie. Zo niet, dan bepaalden de onderzoekers op basis van loting (1:2, n=72) wie enkel ibrutinib kreeg (n=24) en bij wie ze de behandeling helemaal stopzetten (n=48). Zodra de kanker terugkwam bij deze laatste groep, ontvingen deze patiënten de combinatie van ibrutinib en venetoclax.

De progressievrije overleving in de groep die stopte met de behandeling was 98 procent (95%-BI: 89-100). Bij zeven patiënten detecteerden de onderzoekers na het stoppen van de behandeling kankercellen. Bij al deze patiënten was het herstarten van de therapie succesvol. Dit duidt er volgens de onderzoekers op dat patiënten op korte termijn geen resistentie ontwikkelen tegen de combinatietherapie.