Jonge zestigers vinden griepprik niet nodig

Van alle mensen die in aanmerking komen voor influenzavaccinatie, komen 60- tot 64-jarigen het minst opdagen. De reden daarvoor is dat zij de griepprik niet nodig vinden. Dit blijkt uit onderzoek van het Nivel.

Van de 60-64-jarigen laat slechts 35 procent zich vaccineren. Bij de 65-plussers is dat 60 procent. Het Nivel heeft gegevens van het eigen Consumentenpanel Gezondheidszorg gebruikt om na te gaan waarom de jonge zestigers de griepprik niet nodig vinden. Dat panel bestaat uit 12 duizend volwassenen, en het Nivel polst hen regelmatig over ervaringen met en meningen over de zorg. Eind 2018 kregen 1500 panelleden een vragenlijst, van wie 645 deze invulden. Van hen waren 125 mensen tussen de 59 en 65, en 212 waren 65 jaar of ouder.

De ondervraagden die niet kwamen opdagen voor de influenzavaccinatie gaven voor het overgrote deel als reden op dat ze de prik niet nodig of zinvol vinden. Onder jonge zestigers was dat sentiment nog sterker dan onder 65-plussers: 88 versus 76 procent. Bij de 60-64-jarigen gold dat mensen in een goede gezondheid minder vaak een prik haalden dan hun leeftijdsgenoten met een als matig ervaren gezondheid. Ook haalden laagopgeleiden aanzienlijk vaker een prik dan gemiddeld en hoogopgeleiden.

De Gezondheidsraad onderzoekt of in het kader van het Nationaal Programma Grieppreventie momenteel wel de goede risicogroepen in aanmerking komen voor een vaccin. Staatssecretaris Blokhuis heeft gevraagd in ieder geval aandacht te besteden aan de wenselijkheid om binnen de risicogroep ouderen de leeftijdsgrens van 60 jaar te blijven hanteren.