Laatste nieuws
Ilse Kleijne
Ilse Kleijne
2 minuten leestijd
Nieuws

‘Geschillencommissie verkeerd geadviseerd over afbouwmedicatie’

1 reactie

Zorginstituut Nederland adviseert de Stichting Klachten en Geschillen Zorgverzekeringen (SKGZ) verkeerd over afbouwmedicatie. Dat stellen de Vereniging Afbouwmedicatie, hoogleraar epidemiologie Jim van Os en onderzoeker Peter Groot. Daardoor wijst de SKGZ volgens hen onterecht vergoedingsklachten af die patiënten aan deze geschillencommissie voorleggen over verzekeraars.

De SKGZ moet het Zorginstituut voor uitspraken om advies vragen als een zaak betrekking heeft op het basispakket. Dat gebeurde ook in een zaak waarover de geschillencommissie eerder deze maand een uitspraak deed. Dat ging om een patiënt die voor het afbouwen van venlafaxine taperingstrips van de Regenboogapotheek gebruikte, in plaats van geregistreerde doseringen, maar die de verzekeraar niet wilde vergoeden. De SKGZ volgde in zijn uitspraak het advies van het Zorginstituut, dat had aangegeven dat er in deze casus geen sprake was van rationele farmacotherapie.

Volgens de vereniging en twee wetenschappers is dat advies ‘wetenschappelijk, procedureel en ethisch onzorgvuldig en onjuist tot stand gekomen’. Volgens hen verwijst het Zorginstituut in dat advies naar een eigen literatuuronderzoek, waarbij echter volgens de vereniging en wetenschappers ten onrechte is gesuggereerd dat alle relevantie publicaties erbij zijn betrokken. Maar er zijn volgens de vereniging, Van Os en Groot slechts drie niet relevante publicaties bij betrokken terwijl 180 juist relevante publicaties niet zijn meegenomen. Volgens hen is dat niet voor het eerst. Ze willen dat het Zorginstituut aan SKGZ laat weten dat deze en eerdere adviezen over afbouwmedicatie niet zorgvuldig tot stand zijn gekomen. En ze willen dat de betreffende SKGZ-uitspraken worden ingetrokken.

Een woordvoerder van het Zorginstituut zegt ‘de aantijgingen niet te herkennen’. ‘Wij handelen naar eer en geweten en binnen de bevoegdheden van onze wettelijke taken en opdracht.’ Het Zorginstituut verwijst naar het multidisciplinaire document ‘Afbouwen van SSRI’s en SNRI’s’, dat door onder andere apothekersorganisatie KNMP en de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie is opgesteld als handleiding, met daarin voorbeelden van afbouwschema’s. Het afbouwschema van de klager kwam daar niet in voor, reden voor het instituut een literatuuronderzoek te doen. ‘Zorgverzekeraars ondersteunen de voorgestelde aanpak’, aldus de woordvoerder over het document. ‘Omdat partijen het eens zijn over de vergoeding is er voor het Zorginstituut geen reden om een standpunt in te nemen.’

Een SKGZ-woordvoerder laat weten niet ‘inhoudelijk te willen reageren omdat de SKGZ geen zeggenschap heeft’ over de adviezen van het Zorginstituut. Volgens de SKGZ zijn sinds 2016 dertien klachten over de vergoeding van taperingstrips behandeld.

lees ook
Nieuws
  • Ilse Kleijne

    Ilse Kleijne-Thoonsen (1974) is sinds 2016 journalist bij Medisch Contact, inmiddels met het vizier op onder andere opleiding, loopbaan en arbeidsmarkt. Is gefascineerd door zieke dokters en artsen die even minder succesvol durven te zijn. Kleijne werkte eerder als verslaggever voor regionale dagbladen en een energiekrant, en schreef voor MC over financiële en politieke artsenzaken.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • W.J. Duits

    bedrijfsarts, Houten

    Is het in de wetenschap niet gebruikelijk om je onderzoeksmethode openbaar te maken? Laat het NZi haar onderzoeksmethode presenteren, met literatuur referenties en vervolgens kan er dan worden gekeken naar het onderzoek wat Van Os en Groot hebben ged...aan. Het lijkt me dan voor psychiaters mogelijk om een vrij eenvoudig vergelijk te trekken. Het wordt dan duidelijk wie er "gelijk"heeft, want niemand wil toch dat er onzorgvuldigheid wordt verweten?

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.